ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE
ONTWIKKELING
Ontwikkelingsfasen:
Prenatale
Perinatale
De pasgeborene (0-14 dagen)
De baby (15 dagen – 15 maand)
De peuter ( 15 maand- 30 maand)
De kleuter (2.5j- 6j)
Het lagere schoolkind (6j- 12j)
Puberteit en adolescentie (11j – 18 j)
Jongvolwassene (18j- 25j)
Volwassenheid
Oudere leeftijd
Ontwikkelingsgebieden:
Bio-psycho-sociaal model:
1. Lichamelijke ontwikkeling
2. Cognitieve ontwikkeling
3. Emotionele ontwikkeling
4. Sociale ontwikkeling
5. Seksuele ontwikkeling
Ontwikkeli Lichamelijke Cognitieve Emotionele Sociale seksualiteit
ngsfase ontwikkeling ontwikkeling ontwikkeling ontwikkeling
Prenatale Prenatale Erecties/
emotionele seksuele
invloeden activiteiten van
de ouders.
Perinatale
Pasgebore Fontanellen- Overleven in een Belang van Lust- en
n (0-14 relatief groot vreemd milieu: moederfiguur, en onlustgevoelens
dagen) hoofd- gewenning, haar partner.
opvallend conditionering,
grote balzak en sociaal leren. Hechtingsontwik
(jongetjes). keling!
Slaap-
posturaal
gedrag
(houding)-
beweging
(‘mass-
activity’).
1
, Reflexen:
archaïsche
reflexen vs.
Bestendige
reflexen.
Baby (15 Sterke groei Voorwaarde voor Evolutie van Hechten of De fase in het
dagen- 15 ontwikkeling van primitieve lust- binden aan de eerste levensjaar
maanden) Van reflexief gedrag en vaste verzorger: noemt Freud de
ongecoördine naar inzichtelijk onlustgevoelens belang van alle orale fase:
erd, reflexief handelen. naar geleidelijke ouders/
gedrag naar differentiatie van partners= Mond als
gedifferentiee Rijping van de gevoelens: angst, hechtingsfiguur. erogene zone.
rd, hersenschors: woede, onmacht,
gecoördineerd sensoriële plezier, fierheid, 8m: Mond als manier
en bewust mogelijkheden- affectie, vreemdenangst om te
gestuurd motorische opgewondenheid of de exploreren.
gedrag. ontwikkeling. . achtmaandenan
gst Mond als manier
Grijpen en ! voldoende (éénkenning). om veiligheid te
manipuleren. stimulatie vanuit ervaren:
Van liggen het milieu. 9-12m: (borst)voeding.
naar lopen. separatie- of
Conditionering – scheidingsangst.
Spel. imitatief leren. Na 1j: ontstaan
van
basisvertrouwe
n.
Peuter Motorische Aandacht en groeiende peuter ervaart (Freud) anale
(15mnd- ontwikkeling- concentratie kan beheersing van “ik” tegenover fase:
30mnd) 1j6m: vlot al langer. de emoties “jij”
gaan zonder Anus als erogene
steun- 1j8m: Weglopen, om te emoties bij de bepaalde zone
poging tot ontdekken en/of peuter zijn autonomie in
lopen- 2j: om loyaliteiten afhankelijk van relaties Anale thema’s,
soepele te testen. de volwassene: oa macht,
bewegingen, zichzelf als een controle
evt trapje Symbolische aanvaarden van eigen
aflopen- 3j: op functies, bv. gevoelens persoontje
tenen staan, Knuffeldier.
springen, met geven van zindelijkheidstra
de driewieler Cognitieve: voorbeelden ining
rijden. taalontwikkeling:
Spel en 15-16 ma:
motoriek: éénwoordzin en
motorisch ‘brabbelen’ krijgt
functiespel betekenis
(oefenspel)-
illusiespel 18 ma:
(fantasiespel)- tweewoordzinne
receptief spel- n met echte
constructiespe communicatieve
l. doelstellingen
later evolutie
naar
meerwoordzinne
2
, n, en dus
verhoogd
communicatief
gebruik, met
vertrouwde
personen en
tegen zichzelf:
“bed-time-
monologen”
2 jaar:
benoemingsdran
g, vooral naam-
vraag en leeftijd
taal is erg
belangrijk voor
de ontwikkeling
van de
autonomie:
“neen”:
eigenheid tonen,
autonomie
“ik”: afgrenzing
tegenover de
buitenwereld
“is van mij”:
eigendom,
persoonlijke
ruimte leren
kennen en
afgrenzen
! denken:
animistisch
denken: de
dingen leven en
hebben een ziel,
een bewustzijn
bv. de trui bloedt
!knuffeldier !
poppenkast met
een sok
magisch denken:
alles kan, je kan
de werkelijkheid
veranderen in de
richting die je
zelf wenst door
dit erg hevig te
verlangen
3
ONTWIKKELING
Ontwikkelingsfasen:
Prenatale
Perinatale
De pasgeborene (0-14 dagen)
De baby (15 dagen – 15 maand)
De peuter ( 15 maand- 30 maand)
De kleuter (2.5j- 6j)
Het lagere schoolkind (6j- 12j)
Puberteit en adolescentie (11j – 18 j)
Jongvolwassene (18j- 25j)
Volwassenheid
Oudere leeftijd
Ontwikkelingsgebieden:
Bio-psycho-sociaal model:
1. Lichamelijke ontwikkeling
2. Cognitieve ontwikkeling
3. Emotionele ontwikkeling
4. Sociale ontwikkeling
5. Seksuele ontwikkeling
Ontwikkeli Lichamelijke Cognitieve Emotionele Sociale seksualiteit
ngsfase ontwikkeling ontwikkeling ontwikkeling ontwikkeling
Prenatale Prenatale Erecties/
emotionele seksuele
invloeden activiteiten van
de ouders.
Perinatale
Pasgebore Fontanellen- Overleven in een Belang van Lust- en
n (0-14 relatief groot vreemd milieu: moederfiguur, en onlustgevoelens
dagen) hoofd- gewenning, haar partner.
opvallend conditionering,
grote balzak en sociaal leren. Hechtingsontwik
(jongetjes). keling!
Slaap-
posturaal
gedrag
(houding)-
beweging
(‘mass-
activity’).
1
, Reflexen:
archaïsche
reflexen vs.
Bestendige
reflexen.
Baby (15 Sterke groei Voorwaarde voor Evolutie van Hechten of De fase in het
dagen- 15 ontwikkeling van primitieve lust- binden aan de eerste levensjaar
maanden) Van reflexief gedrag en vaste verzorger: noemt Freud de
ongecoördine naar inzichtelijk onlustgevoelens belang van alle orale fase:
erd, reflexief handelen. naar geleidelijke ouders/
gedrag naar differentiatie van partners= Mond als
gedifferentiee Rijping van de gevoelens: angst, hechtingsfiguur. erogene zone.
rd, hersenschors: woede, onmacht,
gecoördineerd sensoriële plezier, fierheid, 8m: Mond als manier
en bewust mogelijkheden- affectie, vreemdenangst om te
gestuurd motorische opgewondenheid of de exploreren.
gedrag. ontwikkeling. . achtmaandenan
gst Mond als manier
Grijpen en ! voldoende (éénkenning). om veiligheid te
manipuleren. stimulatie vanuit ervaren:
Van liggen het milieu. 9-12m: (borst)voeding.
naar lopen. separatie- of
Conditionering – scheidingsangst.
Spel. imitatief leren. Na 1j: ontstaan
van
basisvertrouwe
n.
Peuter Motorische Aandacht en groeiende peuter ervaart (Freud) anale
(15mnd- ontwikkeling- concentratie kan beheersing van “ik” tegenover fase:
30mnd) 1j6m: vlot al langer. de emoties “jij”
gaan zonder Anus als erogene
steun- 1j8m: Weglopen, om te emoties bij de bepaalde zone
poging tot ontdekken en/of peuter zijn autonomie in
lopen- 2j: om loyaliteiten afhankelijk van relaties Anale thema’s,
soepele te testen. de volwassene: oa macht,
bewegingen, zichzelf als een controle
evt trapje Symbolische aanvaarden van eigen
aflopen- 3j: op functies, bv. gevoelens persoontje
tenen staan, Knuffeldier.
springen, met geven van zindelijkheidstra
de driewieler Cognitieve: voorbeelden ining
rijden. taalontwikkeling:
Spel en 15-16 ma:
motoriek: éénwoordzin en
motorisch ‘brabbelen’ krijgt
functiespel betekenis
(oefenspel)-
illusiespel 18 ma:
(fantasiespel)- tweewoordzinne
receptief spel- n met echte
constructiespe communicatieve
l. doelstellingen
later evolutie
naar
meerwoordzinne
2
, n, en dus
verhoogd
communicatief
gebruik, met
vertrouwde
personen en
tegen zichzelf:
“bed-time-
monologen”
2 jaar:
benoemingsdran
g, vooral naam-
vraag en leeftijd
taal is erg
belangrijk voor
de ontwikkeling
van de
autonomie:
“neen”:
eigenheid tonen,
autonomie
“ik”: afgrenzing
tegenover de
buitenwereld
“is van mij”:
eigendom,
persoonlijke
ruimte leren
kennen en
afgrenzen
! denken:
animistisch
denken: de
dingen leven en
hebben een ziel,
een bewustzijn
bv. de trui bloedt
!knuffeldier !
poppenkast met
een sok
magisch denken:
alles kan, je kan
de werkelijkheid
veranderen in de
richting die je
zelf wenst door
dit erg hevig te
verlangen
3