De student kan:
Benoemen hoe de fysiologie van pijn in elkaar steekt en weet daarbij aan te geven welke
soorten en oorzaken van pijn bestaan.
1. Daarbij aangeven welke categorieën pijn er bestaan
2. Hoe het eigen pijnstillingssysteem van het lichaam werkt
3. Welke vormen van hoofdpijn er bestaan
4. Aangeven welke hersengebieden / neurotransmitters betrokken zijn bij
pijnwaarneming
Kennisclip pijn
De definitie van pijn: Een onplezierige sensorische en emotionele ervaring, veroorzaakt door of
beschreven in termen van daadwerkelijke op potentiële weefselschade. (dus pijn kan er zijn zonder
oorzaak)
Pijn is wat degene die pijn heeft, zegt dat het is.
Nociceptie- perceptie= het gewaarworden van pijn
In de wond komen
ontstekingsmediatore
n (prostaglandine) vrij
In de hersenen vind Nociceptoren
perceptie plaats (zenuwuiteinden) geven
(waarneming) een signaal af
Het pijnsignaal wordt via
de perifere zenuwbanen
naar het CZS gestuurd
,Nociceptor: Een zenuwuiteinde dat gespecialiseerd is in het waarnemen van prikkels die een
schadelijke invloed hebben.
Route van pijn
1. De rode lijn is een afferente zenuwbaan (aanvoerend), van perifere zenuwstelsel naar het
CZS, daar wordt de pijn geïnterpreteerd
2. De blauwe lijn is de efferente zenuwbaan (afvoerend), van CZS naar perifeer en stuurt daarbij
de spieren aan.
3. Er zijn twee soorten brandende pijn
Snelle pijn- waarschuwing- A delta vezels
Langzame pijn-chronisch, dieper- C vezels (deze reactie komt net iets later)
Er spelen meerdere factoren een rol bij pijn.
Cirkel van loeser
,Nociceptoren: Deze representeert de dreigende verwonding, waarin pijnprikkels omgezet worden in
een zenuwsignaal (nog niet bewust van pijn)
Gewaarwording van pijn: De pijnprikkel is aangekomen in de hersenen
Pijnbeleving: Betekenis geven aan pijn door eerdere ervaringen (focussen op pijn kan het verergeren)
Pijngedrag: pijn kenbaar maken aan de omgeving
Soorten pijn
Nociceptieve pijn
Bij weefselschade (een snee) komen er door cellen in dat weefsel prostaglandines vrij
De prostaglandines prikkelen de pijnreceptoren (nociceptoren) door het actiepotentiaal dat
optreed
Pijnprikkel gaat via neurotransmitters richting het ruggenmerg
Via de thalamus gaat de prikkel naar de hersenen (sensorische schors, hier voel je de pijn)
Pijn aan de rechterkant van je lichaam, word links cerebraal verwerkt
De pijn wordt veroorzaakt door weefselschade, maar niet door weefsels van het CZS of
perifeer ZS
Bij nociceptieve pijn kun je een onderscheid maken in somatische en viscerale pijn
Somatische pijn gaat uit van de huid, spier of bot, dus duidelijk gelokaliseerd.
Viscerale pijn gaat uit van de organen, deze pijn is niet duidelijk gelokaliseerd.
Referred pain: wanneer viscerale pijn op een andere plaats word gevoeld, dan waar de pijn is
(uitstraling)
Een sensorische zenuwcel ontvangt van meerdere structuren in het lichaam signalen, er
word hierbij onderscheid gemaakt in oppervlakkige en diepe structuren. Voor de hersenen is
het lastig om onderscheid te maken in of het van de oppervlakkige of diepe structuren
vandaan komt.
, Neuropatische pijn (zenuwpijn)
Pijn die ontstaat of wordt veroorzaakt door primaire beschadiging of disfunctie van het
zenuwstelsel. Het is een chronische pijn zonder waarschuwingsfunctie voor het organisme als
geheel
Pijn ontstaat doordat er een beschadigde zenuw, zelf een actiepotentiaal afgeeft. (dus deze
pijnprikkels hebben geen functie)
Het is bijna altijd een chronische aandoening, dus de behandeling is erg lastig en de oorzaak is niet
bekend
Neuropatische pijn gaat gepaard met sensibiliteit stoornissen
Hyperalgesie: verhoogde gevoeligheid voor pijnlijke prikkels
Allodynie: normaal niet pijnlijke prikkels worden als pijnlijk ervaren
Bij neuropatische pijn maak je onderscheid in het CZS en het perifere ZS
Voorbeelden van pijn door CZS zijn pijn na een herseninfarct/bloeding of na een dwarslaesie
Voorbeelden van pijn door perifere ZS: HNP of carpaal tunnelsyndroom