100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

Samenvatting Hoofdstuk 6 BuiteNLand 6 vwo

Puntuación
-
Vendido
3
Páginas
6
Subido en
29-04-2021
Escrito en
2020/2021

Samenvatting van hoofdstuk 6 Herhaling Gebieden Zuid-Amerika BuiteNLand 6 vwo

Nivel
Grado









Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Libro relacionado

Escuela, estudio y materia

Institución
Escuela secundaria
Nivel
Grado
Año escolar
6

Información del documento

¿Un libro?
No
¿Qué capítulos están resumidos?
Hoofdstuk 6
Subido en
29 de abril de 2021
Número de páginas
6
Escrito en
2020/2021
Tipo
Resumen

Temas

Vista previa del contenido

Hoofdstuk 6 Herhaling: Gebieden Zuid-Amerika
§1 Landschappen en klimaten

Landschappen:

De belangrijkste landschapstypen zijn: het hoogland van de schilden van Guyana en Brazilië, het
plateau van Patagonië, het Andesgebergte, de Altiplano (hoogvlakte) en de laaglanden van de
Orinoco, de Amazone en de Paraná.
Hoogland/hoogvlakte = een gebied met weinig reliëf dat meer dan 500 meter boven zeeniveau ligt en meestal omringd wordt door
gebergten.

Schilden = de kern van het continent, waar de oudste gesteenten voorkomen.

Westkant:

- Vindt subductie plaats met actief vulkanisme en de vorming van andesiet
(= stollingsgesteente dat ontstaan bij vulkaanuitbarstingen in subductiezones).
- De vulkanische activiteit is niet overal even groot doordat de leeftijd van de wegduikende
Nazcaplaat niet overal even oud is -> hoe ouder en dus zwaarder de oceanische plaat is, hoe
verder deze de mantel in duikt en daar afsmelt. Waar de plaat minder oud en zwaar is vindt
wel vervorming van gesteente plaats, maar geen vulkanisme.

Oostkant:

- Is grotendeels een oude plaatrand.
- Door het openscheuren van het supercontinent Pangea ontstond de Atlantische Oceaan. Dat
ging langs de midoceanische rug gepaard met uitvloeiingen van basalt en het ontstaan van
afschuivingsbreuken in het continentale gesteente. Zo ontstond nieuwe oceanische korst en
reliëf. Voor de oostkust ligt nu de oude oceanische korst die inmiddels tektonisch in rust is.

De schilden in het noorden en oosten bestaan uit oude dieptegesteenten (graniet) en metamorfe
gesteenten (= onder invloed van temperatuur en druk gerekristalliseerde of gemetamorfoseerde
gesteenten). Zij zijn door optilling en vervolgens door verwering en erosie dicht aan het oppervlak
gekomen.

Bodemschatten:

Het Andesgebergte en de hooglanden zijn rijk aan ertsen, de voorlandbekkens en de kustzones aan
fossiele brandstoffen:

- De ertsen ontstaan bij vulkanisme en gebergtevorming zodra vloeibaar gesteente diep in de
aardkorst afkoelt of doordat ertshoudend sediment van dit gesteente wordt afgedekt en
onder druk verandert in ertshoudend gesteente.
- Olie en gas is ontstaan doordat tijdens het Krijt de zeespiegel veel hoger stond en in dit
gebied veel plankton leefde. Dood plankton werd ‘ingepakt’ door sedimentlagen en onder
deze druk ontstond olie- en gashoudend gesteente.
Of: in het begin van de scheiding van Zuid-Amerika en Afrika ontstonden er langs de
midoceanische rug moerassen met veel dood organisch materiaal. Het gebied bleef dalen en
daardoor overstroomde het door het stijgende zeewater. Een zoutlaag zorgde ervoor dat het
dode organische materiaal luchtdicht werd afgesloten waardoor het niet verging.

, Klimaten:

In Zuid-Amerika komen het tropisch regenwoud-, savanne-, steppe-, woestijn-, mediterrane, zee- en
hooggebergteklimaat voor.
De ligging van klimaat-, vegetatie- en landschapszones wordt bepaald door de geografische
breedteligging, hoogteligging, de noord-zuidligging van het Andesgebergte (loef-/lijzijde) en de
invloed van de zee- en luchtstromen.

Oost: de noordoost- en zuidoostpassaat zijn hier aanlandig waardoor de invloed van de Atlantische
Oceaan groot is, vooral doordat dit een relatief vlak gebied is. Ditzelfde gebied ondervindt ook
invloed van de warme Zuid-Equatoriale stroom. Hierdoor is de oostkust gemiddeld 5 graden warmer
dan de westkust op dezelfde geografische breedte.

West: hier waait meestal een aflandige wind. Daarnaast hindert het hoge Andesgebergte dat de
invloed van de Grote Oceaan ver landinwaarts reikt. Tel daar het koude water van de
Humboldstroom bij op en je kunt de ligging van de woestijnen aan de westkust van Zuid-Amerika
verklaren.

El Niño: het luchtdrukverschil tussen de westkust van Zuid-Amerika en Indonesië wordt kleiner,
waardoor de passaten verzwakken en de wind op een gegeven moment zelfs vanuit het westen gaat
waaien waardoor ook de zeestroom omkeert. Deze ongebruikelijke aanlandige wind zorgt dan voor
hevige regenval aan de westkust van Zuid-Amerika en droogte in het noordelijke deel van dit
continent. Het normale patroon is als het ware omgekeerd.



§2 Bevolking: spreiding, groei, verstedelijking

Spreiding:

Fysisch-geografische omstandigheden spelen een belangrijke rol bij de vestiging van mensen. De
spreiding van de bevolking is na 1950 beïnvloed door de sterke urbanisatie.

Samenstelling:

De bevolking van Zuid-Amerika is in hoge mate gemestizeerd (=afstammeling van een blanke en
Indiaanse (voor)ouder). Daarnaast zijn er van oorsprong inheemse, Afrikaanse, Europese en
Aziatische bevolkingsgroepen. De raciale en etnische diversiteit gaat gepaard met economische,
sociale en politieke tegenstellingen.
Discriminatie en soms zelfs racisme is historisch gegroeid en werd tot voor kort min of meer als een
vaststaand feit geaccepteerd. Door de grote culturele vermenging kent het continent geen grote
religieuze conflicten. De gelovigen wonen niet in één bepaald gebied, maar door elkaar. Daarom
staan territoriale claims los van het geloof. Territoriale conflicten spelen zich meer af tussen de
overheid, mijnen en grote landbouwbedrijven enerzijds en inheemse groepen anderzijds. Het gaat
dat vaak over de bedreiging van hun leefwijze en de zeggenschap over de grond en eventuele
bodemschatten. Integratie en assimilatie van de inheemse bevolkingsgroepen zijn geen succes
geworden.

Bevolkingsgroei:

De inheemse bevolking nam gedurende de koloniale tijd sterk in aantal af dor de strijd met de
kolonisten maar vooral door de door hen geïmporteerde ziekten.
In de jaren 1960 en 1970 behoorden de natuurlijke bevolkingsgroei in de noordelijke Andeslanden
$5.42
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada

Conoce al vendedor
Seller avatar
marrehuijsmans

Conoce al vendedor

Seller avatar
marrehuijsmans
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
13
Miembro desde
4 año
Número de seguidores
13
Documentos
28
Última venta
2 año hace

0.0

0 reseñas

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes