Hoofdstuk 2.1
Macroniveau = de beschrijving van alles wat je waarneemt.
Microniveau = een beschrijving met behulp van deeltjes.
Metalen hebben op macroniveau een aantal algemene eigenschappen, zoals geleidbaarheid, die
kunnen worden verklaard aan de hand van de microstructuur van het materiaal.
De valentie-elektronen van een metaalatoom worden minder sterk door de kern aangetrokken, zo
ontstaat op microniveau een structuur van positieve atoomresten en negatieve elektronen die vrij
tussen de positieve atoomresten kunnen bewegen.
Metaalbinding = de sterke aantrekkingskracht tussen metaalatomen
Doordat metaal op microniveau vrij bewegende elektronen heeft is metaal elektrisch geleidbaar en
kan het ook goed warmte geleiden.
Metalen zijn vervormbaat en daardoor ook goed bewerkbaar. Deze eigenschap is op macroniveau te
verklaren aan de hand van het metaalrooster. Wanneer je druk uitoefent op een metaal en daarbij
op microniveau een rij atomen een of meer plaatsen laat opschuiven, verandert er aan het
metaalrooster feitelijk niets. (figuur 3 boek)
Corrosie = de aantasting op metalen door stoffen uit de lucht.
Onedele metalen = metalen die door stoffen uit de lucht worden aangetast.
Edelmetalen = metalen die niet worden aangetast door stoffen.
Legering = een mengsel van een vaste stof en een metaal.
Vaak is een legering een mengsel van twee of meer samengesmolten metaalsoorten. Soms wordt
een niet-metaal toegevoegd.
Erts = een gesteente of mineraal dat een economisch winbaar gehalte van een metaal bevat.
Alleen de edelmetalen zijn zo weinig reactief dat ze als niet-ontleedbare stof uit de aardkorst kunnen
worden gewonnen.
Macroniveau = de beschrijving van alles wat je waarneemt.
Microniveau = een beschrijving met behulp van deeltjes.
Metalen hebben op macroniveau een aantal algemene eigenschappen, zoals geleidbaarheid, die
kunnen worden verklaard aan de hand van de microstructuur van het materiaal.
De valentie-elektronen van een metaalatoom worden minder sterk door de kern aangetrokken, zo
ontstaat op microniveau een structuur van positieve atoomresten en negatieve elektronen die vrij
tussen de positieve atoomresten kunnen bewegen.
Metaalbinding = de sterke aantrekkingskracht tussen metaalatomen
Doordat metaal op microniveau vrij bewegende elektronen heeft is metaal elektrisch geleidbaar en
kan het ook goed warmte geleiden.
Metalen zijn vervormbaat en daardoor ook goed bewerkbaar. Deze eigenschap is op macroniveau te
verklaren aan de hand van het metaalrooster. Wanneer je druk uitoefent op een metaal en daarbij
op microniveau een rij atomen een of meer plaatsen laat opschuiven, verandert er aan het
metaalrooster feitelijk niets. (figuur 3 boek)
Corrosie = de aantasting op metalen door stoffen uit de lucht.
Onedele metalen = metalen die door stoffen uit de lucht worden aangetast.
Edelmetalen = metalen die niet worden aangetast door stoffen.
Legering = een mengsel van een vaste stof en een metaal.
Vaak is een legering een mengsel van twee of meer samengesmolten metaalsoorten. Soms wordt
een niet-metaal toegevoegd.
Erts = een gesteente of mineraal dat een economisch winbaar gehalte van een metaal bevat.
Alleen de edelmetalen zijn zo weinig reactief dat ze als niet-ontleedbare stof uit de aardkorst kunnen
worden gewonnen.