Geschiedenis van recht en
rechtvaardigheid
Weekopdracht 4
‘Gerechtvaardigde eigendom’
Julie Smeyers 2055362
1e bachelor in de rechten 2020-2021
Taak 8: max 750 woorden
Taak 9: max 1500 woorden
, Taak 8: het ontstaan van privé-eigendom (max. 750 woorden)
John Locke zijn verklaring voor het ontstaan van eigendom ligt voornamelijk bij de mens zelf.
Want als God de wereld aan de mens in het geheel gaf om te kunnen overleven, eten en
drinken hoe kan de individuele mens dan ooit iets bezitten? En als de aarde door God aan
Adam is gegeven, hoe kan iemand dan iets in zijn individueel bezit hebben behalve Adam
zelf? Het antwoord daarop ligt volgens Locke in het bewerken van producten. De mens krijgt
basisproducten tot zijn beschikking maar voordat ze bruikbaar kunnen zijn moet hij ze zelf
toepasselijk maken. Door jouw arbeid te gebruiken en te mengen met de producten die de
mens heeft gekregen van God kan hij een gemeenschappelijk goed omvormen naar een
individueel goed. De inspanning of toevoeging die iemand levert, levert de mens het
voordeel van zijn privébezit. De tweede vraag kan simpel beantwoord worden doordat de
mens zou uitgestorven zijn door verhongering als al het voedsel in Adam zijn bezit was en
het beschouwd zou worden als diefstal telkens de mens voedsel tot zich nam. Er zijn ook
grenzen gebonden aan het privé-eigendom volgens Locke, de mens kan objecten benutten
zolang hij er zelf van kan genieten en niet om zich te verwennen of anderen te vernietigen.
Zijn privé-eigendom moet zijn leven bevoordelen en hij kan maar maximaal bezitten als
datgene hij kan gebruiken. Voor land kan hij maar maximaal bezitten als datgene hij kan
verzorgen, planten of verbeteren. Zelfs als de mens zich hier niet aan zou houden zou er nog
meer dan genoeg land zijn voor iedereen zonder dispuut te veroorzaken aangezien de
wereld land voorziet voor dubbel zoveel mensen als er zijn maar het ontstaan van het geld
heeft dat verstoort.
Fukuyama spreekt over een ander ontstaan van privé-eigendom. Hij zegt dat veel theorieën
gebaseerd zijn op de ‘tragedie van de meen’. Waar land een collectief karakter had dat
niemand kon ontzegd worden werd er roofbouw gepleegd op de weilanden en brachten ze
uiteindelijk niets meer op door overexploitatie. De oplossing hiervoor is dat ze geprivatiseerd
werden om de eigenaren meer te motiveren voor hun eigen onderhoud. Máár er bestonden
voor de moderne eigendomsrechten ook al andere vormen van grondbezit die niet altijd tot
de tragedie van de meent leidden en daarnaast worden moderne eigendomsrechten
meestal niet op een vreedzame manier verkregen. De vroegste vormen van het private
eigendom waren niet in het bezit van personen maar van verwantschapsgroepen. De Griekse
en Romeinse huishoudens waren gebonden aan een bepaald stuk grond door de haard met
het heilige vuur en door de tombes waar hun voorouders begraven lagen. De eigenaar van
dat stuk land was de gemeenschap van levende en dode familieleden. In bepaalde delen van
prekoloniaal Afrika waren er vergelijkbare manieren zoals bij de Grieken en Romeinen maar
er waren ook delen waar er aardheiligdommen in de handen van aardpriesters waren en je
pas recht op land had als je lid werd van de rituele gemeenschap. Zo werd er collectief aan
voedselvoorziening gedaan. Ook was land soms in het bezit van de stam zoals bij de
Keltische stammen waar de bezittingen verspreid werden voorbij grenzen van dorpen.
Families kregen een eigen stuk land toegewezen om te bewerken of men was wel
landeigenaar wat gepaard ging met vele sociale verplichtingen. Andere samenlevingen zoals
die van de Nuer leefden van de veeteelt dus hadden geen recht op een perceel maar wel
toegangsrechten en een systeem om weiderechten gemeenschappelijk te benutten. Het
huidige eigendomsrecht en het niet begrijpen van die traditionele eigendomsrechten door
de westerlingen heeft al tot meerdere problemen geleid. In Afrika was de westerlingen ervan
overtuigd dat de Afrikanen niet konden ontwikkelen zonder de moderne eigendomsrechten
rechtvaardigheid
Weekopdracht 4
‘Gerechtvaardigde eigendom’
Julie Smeyers 2055362
1e bachelor in de rechten 2020-2021
Taak 8: max 750 woorden
Taak 9: max 1500 woorden
, Taak 8: het ontstaan van privé-eigendom (max. 750 woorden)
John Locke zijn verklaring voor het ontstaan van eigendom ligt voornamelijk bij de mens zelf.
Want als God de wereld aan de mens in het geheel gaf om te kunnen overleven, eten en
drinken hoe kan de individuele mens dan ooit iets bezitten? En als de aarde door God aan
Adam is gegeven, hoe kan iemand dan iets in zijn individueel bezit hebben behalve Adam
zelf? Het antwoord daarop ligt volgens Locke in het bewerken van producten. De mens krijgt
basisproducten tot zijn beschikking maar voordat ze bruikbaar kunnen zijn moet hij ze zelf
toepasselijk maken. Door jouw arbeid te gebruiken en te mengen met de producten die de
mens heeft gekregen van God kan hij een gemeenschappelijk goed omvormen naar een
individueel goed. De inspanning of toevoeging die iemand levert, levert de mens het
voordeel van zijn privébezit. De tweede vraag kan simpel beantwoord worden doordat de
mens zou uitgestorven zijn door verhongering als al het voedsel in Adam zijn bezit was en
het beschouwd zou worden als diefstal telkens de mens voedsel tot zich nam. Er zijn ook
grenzen gebonden aan het privé-eigendom volgens Locke, de mens kan objecten benutten
zolang hij er zelf van kan genieten en niet om zich te verwennen of anderen te vernietigen.
Zijn privé-eigendom moet zijn leven bevoordelen en hij kan maar maximaal bezitten als
datgene hij kan gebruiken. Voor land kan hij maar maximaal bezitten als datgene hij kan
verzorgen, planten of verbeteren. Zelfs als de mens zich hier niet aan zou houden zou er nog
meer dan genoeg land zijn voor iedereen zonder dispuut te veroorzaken aangezien de
wereld land voorziet voor dubbel zoveel mensen als er zijn maar het ontstaan van het geld
heeft dat verstoort.
Fukuyama spreekt over een ander ontstaan van privé-eigendom. Hij zegt dat veel theorieën
gebaseerd zijn op de ‘tragedie van de meen’. Waar land een collectief karakter had dat
niemand kon ontzegd worden werd er roofbouw gepleegd op de weilanden en brachten ze
uiteindelijk niets meer op door overexploitatie. De oplossing hiervoor is dat ze geprivatiseerd
werden om de eigenaren meer te motiveren voor hun eigen onderhoud. Máár er bestonden
voor de moderne eigendomsrechten ook al andere vormen van grondbezit die niet altijd tot
de tragedie van de meent leidden en daarnaast worden moderne eigendomsrechten
meestal niet op een vreedzame manier verkregen. De vroegste vormen van het private
eigendom waren niet in het bezit van personen maar van verwantschapsgroepen. De Griekse
en Romeinse huishoudens waren gebonden aan een bepaald stuk grond door de haard met
het heilige vuur en door de tombes waar hun voorouders begraven lagen. De eigenaar van
dat stuk land was de gemeenschap van levende en dode familieleden. In bepaalde delen van
prekoloniaal Afrika waren er vergelijkbare manieren zoals bij de Grieken en Romeinen maar
er waren ook delen waar er aardheiligdommen in de handen van aardpriesters waren en je
pas recht op land had als je lid werd van de rituele gemeenschap. Zo werd er collectief aan
voedselvoorziening gedaan. Ook was land soms in het bezit van de stam zoals bij de
Keltische stammen waar de bezittingen verspreid werden voorbij grenzen van dorpen.
Families kregen een eigen stuk land toegewezen om te bewerken of men was wel
landeigenaar wat gepaard ging met vele sociale verplichtingen. Andere samenlevingen zoals
die van de Nuer leefden van de veeteelt dus hadden geen recht op een perceel maar wel
toegangsrechten en een systeem om weiderechten gemeenschappelijk te benutten. Het
huidige eigendomsrecht en het niet begrijpen van die traditionele eigendomsrechten door
de westerlingen heeft al tot meerdere problemen geleid. In Afrika was de westerlingen ervan
overtuigd dat de Afrikanen niet konden ontwikkelen zonder de moderne eigendomsrechten
