Beroepsproduct bewegingsonderwijs
Naam student:
Studentnummer:
Portfolio beweginsonderwijs Fase 1B
Lesplaats: Groep 1/2
Leercoach:
Stagementor:
Naam stageschool:
Naam bestuur:
E-mail student:
Telefoon:
1
,Inhoud
1. Inleiding Blz.3
2. Verslaggeving ontwikkeling Blz.4 en 5
3. Twee bewegingsactiviteiten v.s. corona Blz.6
4. Vier lessen in vakken, leeuwenkooi en inleiding Blz.7 t/m 37
5. Bewijsmateriaal bewegingsactiviteit Blz. 38 t/m 40
6. Bewijsmateriaal lessen (filmpje) Bijlagen
2
,Inleiding
Op mijn werk beschikken wij over een vakdocent bewegingsonderwijs. Elke week krijgen de
kinderen twee keer driekwartier bewegingsonderwijs. Groep 3 t/m groep 8 moeten daarvoor
naar een andere locatie. Groep 1/2 krijgt les in de gymzaal bij ons op school. Echter is deze
zaal erg klein en beschikt over weinig materialen. Voor de lessen bewegingsonderwijs maak
ik een uitstap naar de kleuters. Dit is de eerste keer dat ik les geef aan kleuters en de eerste
dat ik bewegingslessen ga geven.
3
, Verslaggeving ontwikkeling
De voorbereiding
Er komt meer kijken bij een gymles dan ik dacht. Ik heb vooral geleerd van te voren na te
denken over de veiligheid, organisatie en intensiviteit. Met mijn stagementor zette ik van te
voren de gymzaal klaar. Ik maakte een positie van de onderdelen en een inventarisatie van
de materialen. Samen met mijn begeleidster heb ik goed gekeken naar de bevestiging van
materialen om de veiligheid te garanderen. De kinderen kleden zich om in de klas. Ze lopen
rustig naar de gymzaal en gaan op de bank zitten.
Instructie
Ik geef instructie, waarbij ik de uitlegmethode: praatje, plaatje, daadje gebruik. Door de
activiteit meteen voor te doen, zorg ik dat mijn instructie kort is. Tijdens de eerste les die ik
gaf, gebruikte ik verschillende leerlingen om een onderdeel voor te zien. De lessen later was
ik zelf één van die leerlingen, indien het geen nieuwe activiteit is voor de leerlingen. Tijdens
de instructie benoem ik de niveaus. Bijv. door het klimrek of eroverheen. De kinderen zitten
in de kleine gymzaal op de banken aan de zijkant. Dit geeft rust. In een grote gymzaal, moet
ik ervoor zorgen dat ik de kinderen meeneem naar het onderdeel.
Algemeen
De indeling is van te voren gemaakt. De kleutergroepen hebben vaste groepjes. De kinderen
zijn heterogeen ingedeeld, zodat de oudste kleuters de jongere kleuters mee kunnen
trekken. Ik benoem de namen van het groepje en plaats hen bij het juiste onderdeel. De
kinderen gaan zelfstandig aan de slag. Bij tikspellen en een hobbelbaan zijn alle kinderen
actief bezig, in tegenstelling tot het klimrek. Ik heb extra dingen bedacht voor het wachten bij
het klimrek. Ik legde bijv. springtouwen ernaast. Ik zorgde ervoor dat 80% van alle leerlingen
actief bezig waren. Ik loop eerst een rondje door de gymzaal. Zodra ik zie dat de leerlingen
zelfstandig aan het werk kunnen, ga ik vooral bij het onderdeel staan waar veel leerhulp
nodig is. Ik bied leerhulp met een open hand. De leerlingen die niet durven doen het alsnog
zelf. Ik ben flexibel en heb tijdens mijn lessen activiteiten moeten aanpassen. Er was een
onderdeel waarbij de leerlingen past startten, nadat de ander klaar was. Tussentijds stuur ik
dit bij, zodat het sneller doorloopt.
De wisselmomenten
De wisselmomenten gingen op het begin wat rommelig. Ik kwam er tijdens de eerste les
achter dat ik niet goed had nagedacht over de wisselmomenten. Ik heb toen met mijn
begeleider even kort overlegd om erachter te komen hoe ik dit beter kon aanpakken.
Eerste aanpak: Ik legde de activiteiten stil. Ik wachtte totdat ik alle aandacht had. Ik
evalueerde de activiteiten door te zeggen wat ik goed/minder goed vond gaan en hoe het
beter kan. Ik verduidelijkte de regels van het leeuwenkooi. Ik vertelde eerst waar alle
groepjes naartoe mochten, daarna wisselden ze door naar de volgende activiteit. Ik was het
opruimen vergeten. Tweede aanpak: De ronde later liep ik twee minuten van te voren naar
het groepje toe dit het meest moest opruimen, zij begonnen alvast. Dit scheelde veel
wachttijd voor de anderen.
4
Naam student:
Studentnummer:
Portfolio beweginsonderwijs Fase 1B
Lesplaats: Groep 1/2
Leercoach:
Stagementor:
Naam stageschool:
Naam bestuur:
E-mail student:
Telefoon:
1
,Inhoud
1. Inleiding Blz.3
2. Verslaggeving ontwikkeling Blz.4 en 5
3. Twee bewegingsactiviteiten v.s. corona Blz.6
4. Vier lessen in vakken, leeuwenkooi en inleiding Blz.7 t/m 37
5. Bewijsmateriaal bewegingsactiviteit Blz. 38 t/m 40
6. Bewijsmateriaal lessen (filmpje) Bijlagen
2
,Inleiding
Op mijn werk beschikken wij over een vakdocent bewegingsonderwijs. Elke week krijgen de
kinderen twee keer driekwartier bewegingsonderwijs. Groep 3 t/m groep 8 moeten daarvoor
naar een andere locatie. Groep 1/2 krijgt les in de gymzaal bij ons op school. Echter is deze
zaal erg klein en beschikt over weinig materialen. Voor de lessen bewegingsonderwijs maak
ik een uitstap naar de kleuters. Dit is de eerste keer dat ik les geef aan kleuters en de eerste
dat ik bewegingslessen ga geven.
3
, Verslaggeving ontwikkeling
De voorbereiding
Er komt meer kijken bij een gymles dan ik dacht. Ik heb vooral geleerd van te voren na te
denken over de veiligheid, organisatie en intensiviteit. Met mijn stagementor zette ik van te
voren de gymzaal klaar. Ik maakte een positie van de onderdelen en een inventarisatie van
de materialen. Samen met mijn begeleidster heb ik goed gekeken naar de bevestiging van
materialen om de veiligheid te garanderen. De kinderen kleden zich om in de klas. Ze lopen
rustig naar de gymzaal en gaan op de bank zitten.
Instructie
Ik geef instructie, waarbij ik de uitlegmethode: praatje, plaatje, daadje gebruik. Door de
activiteit meteen voor te doen, zorg ik dat mijn instructie kort is. Tijdens de eerste les die ik
gaf, gebruikte ik verschillende leerlingen om een onderdeel voor te zien. De lessen later was
ik zelf één van die leerlingen, indien het geen nieuwe activiteit is voor de leerlingen. Tijdens
de instructie benoem ik de niveaus. Bijv. door het klimrek of eroverheen. De kinderen zitten
in de kleine gymzaal op de banken aan de zijkant. Dit geeft rust. In een grote gymzaal, moet
ik ervoor zorgen dat ik de kinderen meeneem naar het onderdeel.
Algemeen
De indeling is van te voren gemaakt. De kleutergroepen hebben vaste groepjes. De kinderen
zijn heterogeen ingedeeld, zodat de oudste kleuters de jongere kleuters mee kunnen
trekken. Ik benoem de namen van het groepje en plaats hen bij het juiste onderdeel. De
kinderen gaan zelfstandig aan de slag. Bij tikspellen en een hobbelbaan zijn alle kinderen
actief bezig, in tegenstelling tot het klimrek. Ik heb extra dingen bedacht voor het wachten bij
het klimrek. Ik legde bijv. springtouwen ernaast. Ik zorgde ervoor dat 80% van alle leerlingen
actief bezig waren. Ik loop eerst een rondje door de gymzaal. Zodra ik zie dat de leerlingen
zelfstandig aan het werk kunnen, ga ik vooral bij het onderdeel staan waar veel leerhulp
nodig is. Ik bied leerhulp met een open hand. De leerlingen die niet durven doen het alsnog
zelf. Ik ben flexibel en heb tijdens mijn lessen activiteiten moeten aanpassen. Er was een
onderdeel waarbij de leerlingen past startten, nadat de ander klaar was. Tussentijds stuur ik
dit bij, zodat het sneller doorloopt.
De wisselmomenten
De wisselmomenten gingen op het begin wat rommelig. Ik kwam er tijdens de eerste les
achter dat ik niet goed had nagedacht over de wisselmomenten. Ik heb toen met mijn
begeleider even kort overlegd om erachter te komen hoe ik dit beter kon aanpakken.
Eerste aanpak: Ik legde de activiteiten stil. Ik wachtte totdat ik alle aandacht had. Ik
evalueerde de activiteiten door te zeggen wat ik goed/minder goed vond gaan en hoe het
beter kan. Ik verduidelijkte de regels van het leeuwenkooi. Ik vertelde eerst waar alle
groepjes naartoe mochten, daarna wisselden ze door naar de volgende activiteit. Ik was het
opruimen vergeten. Tweede aanpak: De ronde later liep ik twee minuten van te voren naar
het groepje toe dit het meest moest opruimen, zij begonnen alvast. Dit scheelde veel
wachttijd voor de anderen.
4
