Deel 1: ontwikkelen algemeen spoedprotocol
ALGEMENE SPOEDSITUATIES
Inschatting v/d ernst:
- Patiëntenkaart erbij pakken
- Waar belt iemand voor?
- Wanneer heeft het zich plaatsgevonden/sinds wanneer zijn de klachten er al?
- Hoe ernstig is het/is de situatie stabiel?
- Diersoort/ras/geslacht/leeftijd?
- Voorgeschiedenis en medicatie?
- Waar is iemand nu?
- Check: telefoonnummer eigenaar
Onderzoek op de praktijk:
SPAR-onderzoek:
Slijmvliezen:
- Controleer oogslijmvliezen op: kleur, vochtigheid, laesies(beschadiging) en
bloedingen (kleur: roze)
- Controleer de mondslijmvliezen op kleur, vochtigheid, laesies, bloedingen en bepaal
de CRT (kleur: roze, CRT: binnen 1 sec weer roze)
Pols:
- Controleer de pols op KRESS
K = krachtig
R = regelmaat
E = equaal (alle opeenvolgende slagen dienen even krachtig te zijn)
S = symmetrisch (de polsslag moeten links en rechts gelijk zijn)
S = synchroon (elke hartslag dient te worden gevolgd door een polsslag)
- Hond → 60-120 slagen per minuut
- Kat → 100-160 slagen per minuut
Ademhaling
- Ademhalingsfrequentie, regelmaat en het type:
Costo-abdominaal (borst-buikademhaling) = normale ademhalingstype
Costale ademhaling (borstkas-ademhaling) = pijnlijke buik
Abdominale ademhaling (buik-ademhaling) = pijnlijke ribben
Pendelende ademhaling = middenrif functioneert niet meer
- Hond → 10-30 keer per minuut
- Kat → 20-40 keer per minuut
Reflexen
- Alert, sopor, stupor, coma
- Cerebrale reflexen; pupilreflex, ooglidreflex, dreigreflex, slik- en hoestreflex (evt.
corneareflex)
CRASH-protocol:
, - Circulatie
- Respiratie
- Arteriële bloedingen
- Shock
- Hersentrauma
Deel 2: schrijven eerste hulp protocollen
Protocol: maagtorsie
Casus 1: eigenaar belt aan het einde van de middag de praktijk met het verhaal dat zijn
Barsoi na het eten erg onrustig is en braakt. Bij navraag komt er alleen wit slijm uit en zijn
buik wordt dikker.
Informatie naar eigenaar