Week 1: Psychische stoornis in het strafrecht
SD H1 en HC1
Stoornis
Stoornis volgens het wetboek van Strafrecht:
1. Gebrekkige ontwikkeling = aangeboren afwijkingen of in de jeugd opgelopen gebreken
die psychisch ontwikkeling structureel hebben verstoord. Criteria:
a. Er is sprake van een ‘abnormaal’ verschijnsel in die zin dat het afwijkt van een
sociale norm met betrekking tot normaal ontwikkeld gedrag
b. Het verschijnsel brengt ongemak en beperkingen met zich mee in het functioneren
van de betrokkene als dan niet in relatie tot zijn sociale omgeving
c. Het verschijnsel vertoont een aantal kenmerken die ook bij anderen worden herkend
als gebrekkig ontwikkeld en die te beschrijven en te ordenen zijn binnen het
begrippenkader van de (ontwikklings)psychologie en psychopathologie
2. Ziekelijke stoornis = verstoringen die tijdens het leven van een psychisch ‘gezond’
persoon zijn opgetreden. Criteria:
a. Er is sprake van een ‘abnormaal’ verschijnsel in die zin dat het afwijkt van een
sociale norm met betrekking tot normaal gedrag
b. Het verschijnsel brengt ongemak, lijden of bezorgdheid teweeg bij de betrokkene en/
of diens omgeving
c. Het verschijnsel vertoont een aantal kenmerken die ook bij anderen als ‘storend’ zijn
ervaren en die te beschrijven zijn binnen het begrippenkader van de
psychopathologie
Het stoornis begrip wordt zo breed mogelijk beschreven, zodat veranderende
psychopathologische inzichten kunnen worden meegenomen.
Besluitvorming rechter en inschakelen gedragsdeskundige
De wegen die de rechter in een strafzaak moet volgen om tot zijn beslissing te komen
(‘Beslisboom’):
1. Waarheidsvinding: is er een bewezenverklaring voor het tenlastegelegde feit? Dit gaat
om de mate waarin er wettig en overtuigende bewijs kan worden geleverd voor het
tenlastegelegde.
2. Is het bewezen verklaarde een strafbaar feit?
3. Strafbaarheid dader: wordt de wilsvrijheid/handelingsvrijheid beperkt als gevolg van
een stoornis of als gevolg van omstandigheden?
Wilsvrijheid: realiteitstoetsing, empathie, geweten.
- Gebrek aan empathie en geweten worden als pathologisch geduid, maar hoeven
niet perse wilsinperkend te zijn: is men in staat geweest om anders te handelen?
Handelingsvrijheid: impulsen beheersen, frustratie tolerantie
Psychische kwetsbaarheid: identiteitszwakte, instabiliteit in stemming, angsten
Dan kan er sprake zijn van ontoerekeningsvatbaarheid of strafuitsluitingsgronden.
Strafuitsluitingsgronden
Centrale gedachte strafrecht: pleger van een delict verdient slechts straf wanneer hij
verantwoordelijk kan worden gehouden voor wat hij doet (of laat). Toerekeningsvatbaarheid is
een juridisch uitgangspunt en hoeft niet te worden aangetoond. Strafuitsluitingsgronden = grond
waardoor de schuld aan een bepaalde feitelijke handeling ontbreekt
1. (gedeeltelijke) Ontoerekeningsvatbaarheid = ‘Niet strafbaar is hij die een feit begaat dat
hem wegens de gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestesvermogen
niet kan worden toegerekend’ (Art. 39 Sr.). Toerekeningsvatbaarheid is geen kenmerk
van dader of delict, maar gaat om de samenhang tussen stoornis van de dader en het
daarmee samenhangende gedrag tot uiting komend in een bepaald delict:
a. Stoornisperspectief: kenmerken/symptomen van de stoornis vertalen naar met de
stoornis samenhangende gedragskenmerken bv. agressieve prikkelbaarheid;
, impulsiviteit; frustratietolerantie; realiteitstoetsing; vermogen tot empathie,
reflectie, anticipatie en introspectie.
b. Delictperspectief: manier waarop de disfuncties doorwerken en ten tijde van het
delict tot uiting komen. Beschrijven van de doorwerking van combinatie van persoon
en omstandigheden in het delict bv. verslag feitelijke gebeurtenis; redengeving
delict; voelen, denken en handelen tijdens delict; uitingen van schaamte, spijt.
De vaststelling van een stoornis op zich is niet voldoende om verminderde
toerekeningsvatbaarheid aan te nemen: de stoornis moet zich voorgedaan hebben ten
tijde van het delict en er moet een verklarend verband bestaan tussen stoornis en delict.
Bv. een psychotisch persoon steelt een brood, omdat de honger hem daartoe gedreven heeft.
In dit geval houdt het delict geen verband met de psychose en is diegene dus
toerekeningsvatbaar.
Volledige ontoerekeningsvatbaarheid ontslag rechtsvervolging, er kan eventueel
wel een strafrechtelijke maatregel opgelegd worden omwille de veiligheid van de
maatschappij (bv. TBS, plaatsing in psychiatrisch ziekenhuis).
2. Overmacht = ‘Niet strafbaar is hij die een feit begaat waartoe hij door overmacht is
gedrongen’. Strafrechtelijke overtreding als gevolg van conflict tussen plichten; plicht om
de noodtoestand op te heffen en plicht om de wet na te leven. Bv. snelheidslimiet
overschrijden omdat iemand met spoed naar het ziekenhuis gebracht moet worden.
a. Psychische overmacht = omstandigheden van dien aard dat het te rechtvaardigen is
dat een ‘normaal mens’ onder zodanige psychische druk komt te staan dat hij
overgaat tot het plegen van een strafbaar feit
Ontslag van rechtsvervolging
3. Noodweer = ‘Niet strafbaar is hij, die een feit begaat, geboden door de noodzakelijke
verdediging van eigen of eens anders lijf, eerbaarheid of goed, tegen ogenblikkelijke,
wederrechtelijke aanranding’. Er is sprake van noodweer, wanneer het geweld gebruikt
door het slachtoffer proportioneel is aan het geweld gebruikt door de aanvaller. Bv.
iemand wordt met een mes bedreigd, diegene kan niet vluchten dus brengt de aanvaller
letsel toe om zichzelf te verdedigen.
o Noodweerexces = ‘Niet strafbaar is de overschrijving van de grenzen van
noodzakelijke verdediging, indien zij het onmiddellijke gevolg is geweest van een
hevige gemoedsbeweging, door aanranding veroorzaakt.
Ontslag rechtsvervolging
4. Ontbreken van opzet = verdachte van een strafbare gedraging heeft geen enkele schuld
aan deze gedraging. Verdachte is bij het plegen van het feit van elk inzicht in de
draagwijdte van zijn gedragingen en de mogelijke gevolgen daarvan verstoken bv.
veranderd bewustzijn door slaapwandelen en epileptische schemertoestand. Iemand die
aan een psychische stoornis lijdt ten tijde van het delict pleegt deze opzettelijk onder een
‘gestoorde wil’.
Ontslag rechtsvervolging
Het juridische onderscheid tussen de stoornisgerelateerde factoren enerzijds en de invloed van
externe factoren op psychische toestand is voor gedragsdeskundige moeilijk te hanteren.
Gevaarsprognose
Strafrecht is vergelend maar heeft ook een preventieve doelstelling. Een straf kan gebaseerd zijn
op de gevaarsprognose = kan sop recidive. Strafrechtelijke kaders:
1. Strafrechtelijke maatregel: doel van strafrechtelijke maatregelen is beveiliging van de
samenleving. Wettelijke gevaarscriterium: verwachting dat betrokkene in de toekomst
wederom een gevaar oplevert voor anderen of voor de algemene veiligheid van
personen.
a. TBS: maatschappelijke beveiliging staat centraal. Het is van belang dat ten tijde van
het plegen van het strafbare feit sprake was van een psychische stoornis. Oplegging
is slechts mogelijk wanneer er een causaal verband bestaat tussen stoornis en gevaar
voor herhaling van het delict. Er hoeft geen causaal verband te zijn tussen stoornis
, en delict en TBS kan ook opgelegd worden wanneer verdachte gedeeltelijk
toerekeningsvatbaar is.
b. PPZ1: zorg voor betrokkene staat centraal. Kan ook worden opgelegd wanneer
betrokkene een gevaar voor zichzelf vormt. Het is van belang dat ten tijde van het
plegen van het strafbare feit sprake was van een psychische stoornis. Oplegging is
slechts mogelijk wanneer:
i. Causaal verband tussen stoornis en delict
ii. Causaal verband tussen stoornis en gevaar voor herhaling delict
iii. Feit wegens gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van het
geestervermogen van betrokkene niet kan worden toegerekend.
c. PIJ2 en isd-maatregel3: aanwezigheid van stoornis is geen vereiste voor oplegging
van deze maatregelen. Oplegging van de PIJ moet in het belang zijn van een zo
gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van betrokkene. Een isd-maatregel mag
alleen opgelegd worden als de betrokkene in de afgelopen vijf jaar ten minste
driemaal is veroordeeld tot een vrijheidsbenemende straf.
2. Voorwaardelijk kader = straffen en maatregelen kunnen voorwaardelijk worden
opgelegd, wat inhoudt dat niet-naleving van de voorwaarden de onderliggende straf of
maatregel doen herleven. In ieder geval geldt het niet plegen van strafbare feiten als
voorwaarde, daarnaast kunnen voorwaarden betrekking hebben op schadevergoeding,
contactverbod en behandeling etc. Aanwezigheid van psychische stoornis is geen
criterium voor het stellen van voorwaarden. De te stellen voorwaarden mogen geen
beperking opleveren voor de vrijheid van godsdienst, levensovertuiging of staatskundige
vrijheid van betrokkene. De voorwaarden dienen ‘strafrechtelijk relevant’ te zijn: de
maatregelen moeten de kans op recidive verminderen.
SD H15: Simulatie
Simulatie = het opzettelijk produceren van onware of sterk overdreven lichamelijke of
psychische verschijnselen, waarbij externe motieven de aanleiding vormen, zoals het ontlopen
van militaire dienst, vermijden van werk, verkrijgen van financiële tegemoetkoming, ontlopen
van gerechtelijke vervolging of het verkrijgen van drugs. Dissimulatie = bestaande symptomen
onderraporteren. Subtypes simulatie:
1. Zuivere simulatie = het simuleren van een ziekte of gebrek dat helemaal niet bestaat
2. Partiële simulatie = bewust overdrijven van een aanwezige ziekte of gebrek
3. Onjuiste verbanden leggen = het bewust toeschrijven van actuele ziekte of huidig gebrek
aan een oorzaak die daar geen relatie mee heeft bv. rugklachten toeschrijven aan een
bedrijfsongeval.
Zuivere simulatie en dissimulatie komen vaker voor in een forensisch psychiatrische context,
partiële simulatie en onjuiste verbanden leggen komen vaker voor bij letselschadeprocedures en
arbeidsongeschiktheidsrapportage.
Indicatoren voor simulatie zijn ernstige, ongebruikelijke klachten met een veelheid aan
symptomen; die vaak van aard wisselen. De patiënt geeft vaak tegenstrijdige informatie. Vaak
ontstaan er in de loop van het onderzoek nieuwe symptomen. Ook is er vaak sprake van een
voorgeschiedenis met verschillende behandelaren en niet-succesvolle behandelingen, de patiënt
is vaak overdreven bereid of opmerkelijk onverschillig ten opzichte van onderzoek.
Bij onderzoek naar simulatie wordt gebruik gemaakt van vragenlijsten, interviews bij de patiënt.
Daarnaast is het van belang er informatie verzameld wordt die niet afkomstig is van de patiënt
zelf zoals gerechtelijke stukken, oude rapportages gedragskundige, interviews met familie,
informatie van voormalige behandelaars.
1
Plaatsing psychiatrisch ziekenhuis
2
Plaatsing in inrichting voor jeugdigen
3
Plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller FabienneHs. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.03. You're not tied to anything after your purchase.