samenvatting inleiding forensische psychiatrie en psychologie
inleiding forensische psychiatrie en psychologie
leerboek forensische psychiatrie
samenvatting leerboek forensische psychiatrie
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Algemene Sociale Wetenschappen
Samenvatting inleiding Forensische psychiatrie en psychologie
All documents for this subject (1)
1
review
By: nina6 • 2 year ago
Seller
Follow
FabienneHs
Reviews received
Content preview
Hoorcollege 1b: psychiatrie en strafrecht
Psychische stoornis
Kenmerken van een psychische stoornis: Wat maakt iets een psychiatrische stoornis?
1. Stoornis in de psychische functies (cognitief, affectief, conatief)
2. Abnormaal verschijnsel dat afwijkt van de sociale norm of hetgeen in de betreffende cultuur
als ‘normaal’ gedrag geldt
3. Ongemak, lijden of bezorgdheid teweegbrengt bij de betrokkene en/of omgeving
4. Het gedrag een aantal kenmerken vertoont die ook bij andere personen als ‘storend’ zijn
ervaren en binnen het gangbare begrippenkader van de psychiatrie worden beschreven
Abnormaal gedrag alleen is niet voldoende om te kunnen spreken van een psychiatrische stoornis.
Nadelen definitie:
1. Vage omschrijving
2. Abnormaal verschijnsel afwijkend van sociale norm en significant lijden zijn afhankelijk van
maatschappelijke interpretatie, er zijn verschillende percepties op wat significant sociaal
disfunctioneren/ lijden is bv. voorheen werden mensen met een politiek afwijkende mening
gezien als psychisch gestoord, omdat er sprake was van een sociaal disfunctioneren.
3. Veel mensen hebben en psychische stoornis, dus in hoeverre is het relevant om te spreken van
psychische stoornis.
Er is geen eenduidige verklaring voor psychische stoornissen. Het kan veroorzaakt worden door:
hormonale disbalans (stemming, psychose), neurodegeneratieve aandoening (dementie),
ontwikkelingsproblemen/genetica en omgevingsfactoren (geen slaap, tekortkoming van veiligheid).
Psychiater moet een geïndividualiseerd ‘verklaringsmodel’ bespreken: het verhaal moet passen bij de
patiënt en het doel is dus niet generaliseren.
Wat zijn psychische symptomen?
Cognitieve functies:
1. Bewustzijn: besef van het eigen bestaan en van de omgeving. Zonder helder bewustzijn, kan
er geen psychiatrisch onderzoek worden verricht
2. Aandacht: mogelijkheid om je aandacht ergens op te richten en te verschuiven
3. Concentratie: mogelijkheid om aandacht vast te houden
4. Oriëntatie in tijd, ruimte en persoon: wie ben ik, waar ben ik en wanneer ben ik? De oriëntatie
in tijd en plaats kan verstoord zijn zonder dat er sprake is van een psychische stoornis bv. niet
meer weten waar je bent of in welke tijd je leeft. Verstoringen in oriëntatie kunnen te maken
hebben met dementie en psychotische ontregelging.
5. Geheugen: bij episodisch geheugenverlies worden vaak dingen vergeten die emotioneel geen
grote invloed hebben. Geheugenverlies bij emotioneel beladen activiteiten komt zelden voor
bv. komt zelden voor dat iemand zich niet meer kan herinneren dat diegene zijn vrouw heeft
vermoord. Er kan sprake zijn van geheugenverlies door middelengebruik of slaapwandeling.
6. Waarneming: vervorming van waarnemingen, geluid en geur. Dit kan veroorzaakt worden
door middelengebruik, psychotische ontregeling en depressie/manie.
7. Denken: vorm en inhoud van denken. Vorm: versneld, vertraagd, associatief (woorden aan
elkaar koppelen die niks met elkaar te maken hebben), rigide (niet mogelijk om over te
stappen op een ander onderwerp). Inhoud: achterdocht, paranoïde.
8. Realiteitstoetsing: interpretatie van de realiteit; hierbij is er geen goede of verkeerde
interpretatie, maar ander moet wel kunnen inzien dat zijn realiteitstoetsing verkeerd is als
anderen hem daarop wijzen.
9. Intelligentie: IQ, aanpassingsvermogen, sociale vermogen, taalvermogen
Affectieve functies:
1. Stemming: grondtoon (vrolijk, somber, gejaagd)
2. Affect: hoorbare of zichtbare expressie van emotionele reacties op bepaalde situaties
Stemming is de grondtoon, die gaat over een langere periode. Affect is een directe reactie op een
bepaalde situatie, het is een uiting van gevoel. Komt niet altijd met elkaar overeen: als grondtoon
vrolijk zijn, maar als reactie op vervelend nieuws toch somber reageren.
,Conatieve functies: vermogen en wil om je in te zetten en te handelen. Kan verstoord zijn als er een
wil ontbreekt of als de wil niet omgezet kan worden in handelen
1. Psychomotoriek: bewuste, vanuit de hersenen gestuurde beweging
2. Motivatie
3. Gedrag: waarneembare handelingen
DSM-5
Volgens de DSM is een stoornis een syndroom waarbij een aantal klinisch significante symptomen op
het gebied van cognitieve functies, emotieregulatie of gedrag samenkomen die een uiting zijn van een
disfunctie in psychologisch, biologisch of ontwikkelingsprocessen en die gepaard gaan met een
significante lijdensdruk of beperkingen in sociaal/beroepsmatig functioneren. Er is geen sprake van
een stoornis wanneer een reactie te verwachten valt of cultureel geaccepteerd wordt. De DSM is een
classificatiesysteem, waarbij symptomen van gedrag worden ingedeeld in een categorie. Voordeel
DSM: psychologen hanteren dezelfde definities van verschillende stoornissen, richtlijnen voor
behandeling. Er zijn echter verschillende problemen met de DSM:
1. Stoornissen bestaan uit veel verschillende symptomen, waardoor verschillende personen die
aan dezelfde stoornis leiden andere symptomen ervaren en de stoornis die zij ervaren dus niet
op elkaar lijken.
2. De DSM richt zich voornamelijk op uitwendige gedragskenmerken en focust niet op de
inwendige beleving
3. De criteria waaraan voldaan moet worden om te kunnen spreken van een stoornis veranderen:
een persoon kan in de ene editie wel en in de andere editie niet voldoen aan de criteria voor
een stoornis
De antipsychiatrie is tegen het categorisatiesysteem van psychiatrische stoornissen, omdat diagnoses
vaag, willekeurig en stigmatiserend zijn terwijl ze klinisch en wetenschappelijk slecht onderbouwd
zijn.
H15: Relevante psychische stoornissen in de strafrechtspleging
Strafrechtelijke relevantie en aanvaardbaarheid psychische stoornis
Er is sprake van een psychische stoornis wanneer de dader lijdende is aan een gebrekkige
ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestesvermogens.
- Gebrekkige ontwikkeling van de geestesvermogens = problemen en/of stoornissen in de
sociale, emotionele, cognitieve, seksuele of persoonlijkheidsontwikkeling. Het gaat hierbij
meestal om verstandelijke beperkingen en persoonlijkheidsstoornissen
- Ziekelijke stoornis van de geestesvermogens = psychiatrische aandoeningen en psychiatrisch
toestandsbeeld
De comorbiditeit met andere psychische stoornissen en de omgevingsrisico’s moeten steeds in kaart
worden gebracht.
Het is van belang dat de strafrechtelijke classificatie onderscheiden wordt van de
psychopathologische: de diagnose mag niet gebaseerd zijn op het tenlastegelegde, het kan namelijk
niet zo zijn dat met vrijspraak van het tenlastegelegde de diagnose ook komt te vervallen. De
rechtelijke vraag richt zich op het specifieke risico in het licht van eerder handelen als gevolg van een
doorwerking van een stoornis in het handelen.
Psychotische stoornissen en schizofrenie
Drie fenotypen bij schizofrene patiënten die delicten plegen:
1. Individuen met het begin van een gedragsstoornis in de kindertijd, die zowel voor als na het
begin van de schizofrenie stoornis antisociaal en agressief gedrag vertonen: combinatie van
genen die de effecten van omgevingsfactoren op de hersenen veranderen
2. Individuen zonder geschiedenis van een gedragsstoornis, die agressief gedrag vertonen zodra
de stoornis begint: delinquent gedrag als gevolg van verandering in de hersenen die optreden
bij het begin van de stoornis en het gebruik van anti psychotische medicatie.
3. Individuen die na vele ziektejaren een ernstig fysiek agressief delict plegen
,Schizofrenie komt vaak in comorbiditeit met andere stoornissen voor
Autismespectrumstoornissen op volwassen leeftijd
De criteria voor een autismespectrumstoornis (ASS) naar de DSM-5 zijn de volgende:
1. Persisterende deficiënties in de sociale communicatie en sociale interactie in uiteenlopende
situaties: deficiënties in sociaal-emotionele wederkerigheid, deficiënties in non-verbale
communicatie, deficiënties in het begrijpen/ontwikkelen/onderhouden van relaties.
2. Beperkte, repetitieve gedragspatronen, interesses of activiteiten, zoals blijkt uit minstens twee
van de volgende kenmerken
a. Stereotiepe of repetitieve motorische bewegingen, gebruik van voorwerpen of spraak
b. Hardnekkig vasthouden aan hetzelfde, inflexibel gehecht zijn aan routines of
geritualiseerde patronen van verbaal of non-verbaal gedrag
c. Zeer beperkte, gefixeerde interesses die abnormaal intens of gefocust zijn
d. Hyper- of hyporactiviteit op zintuigelijke prikkels of ongewone belangstelling voor de
zintuigelijke aspecten van de omgeving
3. De symptomen moeten aanwezig zijn in de vroege ontwikkelingsperiode (maar kunnen soms
pas volledig tot uiting komen wanneer de sociale eisen de begrensde vermogens overstijgen;
sommige volwassenen met autismespectrumstoornis lopen vast tijdens hun studie, andere pas
in hun beroep en sommige in hun relatie)
4. De symptomen veroorzaken klinisch significante lijdensdruk of beperkingen in het sociale of
beroepsmatige functioneren of in het functioneren op andere belangrijke terreinen
5. De stoornissen kunnen niet beter worden verklaard door een verstandelijke beperking of een
ontwikkelingsachterstand: verstandelijke beperking en ASS komen vaak samen voor, om
comorbide verstandelijke beperking en ASS te kunnen classificeren moet de sociale
communicatie onder het verwachte algemene ontwikkelingsniveau liggen.
Het is moeilijk om autismespectrumstoornissen te herkennen, omdat er sprake is van comorbide
symptomen zoals angst, agressie, dwangmatigheid of depressiviteit.
Er zijn vier typen delicten die hoofdzakelijk voorkomen onder personen met ASS:
1. Een eenmalig gepleegd ‘bizar’ delict, dat geruime tijd en zeer gedetailleerd werd voorbereid;
de dader heeft vaak geen justitiële voorgeschiedenis en functioneert vaak als een eenling los
van zijn sociale omgeving. ‘Bizarre’ delicten of brandstichting kunnen het gevolg zijn van
beperkte, abnormale interesses.
2. Een heftige woede-uitbarsting, doorgaans op basis van lang bestaande irritaties die het
incasseringsvermogen te boven gaan bv. wraak als gevolg van voortdurend gepest worden
3. Delict voortkomend uit een starre en onredelijke opstelling
4. Seksueel delict dat een uiting is van een preoccupatie of van tekortkomingen in sociale
wederkerigheid
Delinquentie bij patiënten met ASS houdt vooral verband met tekortkomingen in de Theory of Mind
met een neiging tot egocentriciteit wat resulteert in een gebrek aan het besef van de invloed op
slachtoffers en van wat verkeerd is in de sociale en emotionele context. Ook kunnen patiënten met
ASS gedwongen worden om deel te nemen aan criminele activiteiten.
Kleptomanie
Kleptomanie is ondergebracht bij de disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen. De
diagnostische criteria zijn:
1. Een recidiverend onvermogen om weerstand te bieden aan de impulsen om voorwerpen te
stelen die niet nodig zijn voor eigen gebruik of vanwege de geldelijke waarde ervan
2. Toenemend gevoel van spanning vlak voor het plegen van diefstal
3. Gevoel van lust, voldoening of opluchting tijdens het plegen van diefstal
4. Het stelen gebeurt niet als een uiting van boosheid/wraak en is geen reactie op
wanen/hallucinaties
5. Het stelen kan niet beter worden verklaard door een normoverschrijdende gedragsstroornis,
manische episode of een antisociale-persoonlijkheidsstoornis.
, Pseudologia fantastica
Pseudologica fantastica is een groep aandoeningen die draait rondom leugens die ontwikkeld zijn in
complexe systemen van misleiding of bedrog. Pseudologica fantastica is niet opgenomen in de DSM.
De kenmerken van deze stoornis zijn:
1. Uitgebreide en grootste fantasieën
2. De inhoud en de uitgebreidheid van de leugens zijn disproportioneel ten behoeve van een
persoonlijk voordeel
3. De leugens misleiden niet alleen de feitelijkheden, maar pogen een nieuwe en valse identiteit
van de leugenaar te creëren
4. De patiënt lijkt ingehaald te worden door zijn eigen fantasieën, die een eigen leven gaan leiden
en waarin hij of zij zelf eventueel lijkt te geloven
5. Het liegen is een centraal en persisterend kenmerk in het leven van de patiënt
Pseudologica fantastica kan voorkomen als afzonderlijke stoornis, maar het liegen kan ook een
symptoom zijn van een psychische stoornis. Peusdologica fantastica komt voor bij daders van fraude
of zwendel en bij personen die valse beschuldigingen of bekentenissen uiten. De leugens van personen
met peusodologica fantastica zijn niet bedoeld om hun delicten goed te praten, maar om aandacht te
trekken.
Munchausen-by-proxy syndrome
Munchausen-by-proxy syndrome is een nagebootste stoornis die opgedrongen is aan iemand anders.
Criteria:
1. Het voorwenden van lichamelijke of psychische klachten bij een ander, waarbij aantoonbaar
sprake is van misleiding
2. De betrokkene presenteert het slachtoffer tegenover anderen als ziek, gehandicapt of verwond
3. Het misleidende gedrag is evident, ook als duidelijke externe beloningen ontbreken
4. Het gedrag kan niet beter worden verklaard door een andere psychische stoornis
De daders zijn vaak belast met de zorg van het slachtoffer; verpleegsters, moeders. Zij doen naar
anderen voorkomen alsof het kind ziek, beperkt of gewond is. Het motief is vaak eenzaamheid en
isolement.
Extended suicide
Bij extended suicide volgt een suïcide na een filicide; er wordt zelfmoord gepleegd nadat het eigen
kinds is vermoord. Motieven extended suicide:
1. Pseudoaltruïstisch: een ouder vindt dat niemand anders beschikbaar zou zijn om het kind te
verzorgen na de suïcide.
2. Partner laten lijden
3. Dreiging van de symbiotische band tussen ouder en kind bijvoorbeeld in het kader van
scheiding of in een psychotische toestand: de dader denkt dat het kind vermoord moet worden
en daarna zelfmoord moet worden gepleegd om de symbiotische band te handhaven, die na de
dood kan worden voortgezet
Doorwerking psychische stoornis
Bij de doorwerking van psychische stoornissen in het ten laste gelegde wordt gekeken in hoeverre en
op welke wijze aspecten van de stoornis de keuzevrijheid hebben beïnvloed en hoe dit van invloed was
op het tenlastegelegde. Er wordt hierbij een retrospectief perspectief gehanteerd, waarbij er gekeken
wordt naar stoornis die ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde aanwezig waren. Op basis
hiervan wordt een beslissing gemaakt over toerekeningsvatbaarheid, waarbij tevens rekening wordt
gehouden met gevaar voor herhaling.
Specifieke kennis, vaardigheden en attitudes (Drost)
De verhouding tussen cliënt en hulpverlener kenmerkt zich door een wettelijk vastgelegde
gelijkwaardigheid: de cliënt is een consument die op een volwassen manier eigen keuzes maakt, na
voldoende voorgelicht te zijn over de verschillende behandelingsmogelijkheden en de eventuele
nadelen en risico’s. De cliënt is een onderhandelingspartner met wie een behandelingsovereenkomst
wordt afgesloten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller FabienneHs. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.60. You're not tied to anything after your purchase.