Samenvatting van het ademhalingsstelsel waar onder andere het volgende in voor komt:
AP, de pleura, endocard myocard en pericard, shock, decompensatie cordis, en nog veel meer.
Uitleg over de pleura.
Beide longen worden omgeven door een longvlies (pleura). Deze longvliezen bestaan uit een binnenblad en een
buitenblad. Longvlies zit vast aan de buitenzijde van de longen. Borstvlies zit vast aan de binnenzijde van de borstwand,
het middenrif (diafragma) en andere structuren in de borstholte, zoals het hartzakje (pericard).
Inhoud van de pleuraholte.
In de pleuraholte zit een klein beetje vocht. Tussen de longvliezen zit geen lucht, er heerst vacuüm.
De functie van de pleuraholte.
Doordat er vacuüm heerst kunnen de pleurabladen langs elkaar glijden, maar kunnen ze niet van elkaar afgetrokken
worden. De longen bewegen hierdoor mee met de structuren waar het borstvlies aan vastzit. Wanneer lucht in de
pleuraholte terechtkomt, worden de longvliezen van elkaar gescheiden. Dit is bijvoorbeeld het geval als de longbladen
beschadigd raken. De long zal op dat moment door zijn elasticiteit inklappen. Dit noem je een klaplong.
Hoe werken de pleura en pleuraholte samen?
De pleura en de pleuraholte werken samen om ervoor te zorgen dat de ademhalingsbeweging soepel verlopen, de
longen kunnen uitzetten en samentrekken, en dat de longen worden beschermd tegen schade en infecties.
De samenwerking tussen de pleura en de pleuraholte is essentieel voor het ademhalingsproces en het behoud van de
stabiliteit van de longen en de borstholte. Hier is hoe ze samenwerken:
Smering en vermindering van wrijving: de pleuraholte is gevuld met pleuravocht, dat fungeert als een smeermiddel
tussen de viscerale en pariëtale pleura. Dit vermindert de wrijving tussen de oppervlakken van de longen en de
borstwand tijdens ademhalingsbewegingen, waardoor de longen soepel kunnen uitzetten en samentrekken tijdens het
ademen.
Ademhaling: tijdens ademhaling zorgt de pleuraholte ervoor dat de longen kunnen uitzetten door de negatieve druk die
wordt gecreëerd in de pleuraholte. Deze negatieve druk trekt de longen naar buiten, waardoor ze zich met lucht kunnen
vullen. Bij uitademing ontspant de borstwand en de longen keren terug naar hun oorspronkelijke positie door de
elastische eigenschappen van de longen en het samenwerkende effect van de pleura en de pleuraholte.
Bescherming: de pleuraholte helpt de longen te beschermen tegen infecties en schokken door een barrière te vormen
tegen externe deeltjes en micro-organismen.
Onze luchtwegen worden verdeeld in bovenste en onderste luchtwegen. De stembanden is hierin de grens.
Het eerste deel van de onderste luchtwegen bestaat uit 1 holle buis: de luchtpijp (trachea) de luchtpijp splitst zich in een
linker en een rechtervertakking, deze worden de linker hoofdbronchus en rechter hoofdbronchus genoemd. Deze 2
vertakkingen splitsen zich ook weer waarna uiteindelijk een systeem van steeds meer en kleinere vertakkingen ontstaat.
Uiteindelijk komt elke vertakking uit op een longblaasje (alveoli).
Inspiratie en de expiratie
Bij inademing (inspiratie) wordt door de spierkracht het volume van de borsthole vergroot. Verkleining van het volume
van de borstholte zorgt voor uitademing (expiratie). Passieve ademhaling gebeurt zonder bewuste spiercontracties,
terwijl actieve ademhaling optreedt wanneer specifieke ademhalingsspieren actief worden gebruikt om lucht in en uit
de longen te verplaatsen.
Hoe en waar wordt de ademhaling gereguleerd?
Het ademhalingscentrum bevindt zich in het verlengde merg en deels in de hersenstam. Vanuit het
ademhalingscentrum worden signalen gestuurd naar de ademhalingsspieren.
Ademminuutvolume is de hoeveelheid lucht die in 1 minuut wordt in of uitgeademd. (12-16)
, Extra inspiratoir reserve volume is wanneer men na een normale inademing probeert om zo diep mogelijk extra in te
ademen.
Extra expiratoir reserve volume is de maximale hoeveelheid lucht die na een normale uitademing extra kan worden
uitgeademd.
Restvolume is lucht dat overblijft in de longen.
Ventilatie is een automatisch proces dat wordt gereguleerd door het ademhalingscentrum in de hersenstam. Dit
centrum past de ademhalingssnelheid en diepte aan op basis van signalen van chemoreceptoren die veranderingen in
de zuurstof en kooldiocideconcentraties in het bloed detecteren. Deze regulatie zorgt ervoor dat het lichaam voldoende
zuurstof krijgt en overtollige kooldioxide kan verwijderen.
Het uitwisselen van gassen gebeurt in de kleinste en nauwste delen van de luchtwegen op basis van verschillen in
concentratie. Het transport vindt plaats van hoge naar lage concentratie. Deze manier van transport betekent diffusie.
De doorbloeding van de longen ten behoeve van de gasuitwisseling wordt perfusie genoemd. Het doel van perfusie is
om zuurstof en voedingsstoffen aan de cellen te leveren en afvalproducten, zoals kooldioxide, uit het weefsel te
verwijderen.
Hemoglobine is een ijzerhoudend eiwit in rode bloedcellen. Hemoglobine vervoert zuurstof in het bloed. Het eiwit
bestaat uit 4 eiwitketens. Elke eiwitketen bevat een heemgroep waar een ijzerion aan gebonden is . zuurstof kan binden
aan dit ijzerion waardoor het door het bloed vervoerd kan worden. Hemoglobine kan naast zuurstof ook koolstofdioxide
vervoeren.
De hoeveelheid hemoglobine gebonden aan zuurstof wordt de saturatie genoemd. Hoe hoger de zuurstofconcentratie,
hoe meer zuurstof er gebonden is aan hemoglobine.
Dyspnoe (benauwdheid) bij inspanning is de medische term voor kortademigheid of ademhalingsproblemen die
optreden tijdens fysieke activiteit of inspanning. Het kan variëren van milde kortademigheid tot ernstige ademnood en
het kan het gevolg zijn van verschillende medische aandoeningen. Bij inspanningsdyspnoe kunnen verschillende dingen
gebeuren, afhankelijk van de onderliggende oorzaak, bijvoorbeeld: verminderde luchttoevoer, verminderde
zuurstofopname, spierzwakte of vermoeidheid, overgewicht, of psychologische factoren.
Dyspnoe in rust betekent kortademigheid zonder fysieke inspanning. Oorzaken kunnen zijn: longaandoeningen,
hartproblemen, bloedziekten, neurologische aandoeningen, psychologische aandoening of obesitas.
Een normale ademhalingsfrequentie van een volwassene in rust ligt tussen de 12 en 20 ademhalingen per minuut.
Minder dan 12 ademhalingen per minuut wordt bradypnoe genoemd, en bij meer dan 20 ademhalingen per minuut
wordt tachypnoe genoemd.
De diepte van de ademhaling kan afwijken doordat deze te oppervlakkig of juist te diep is. Een oppervlakkige
ademhaling kun je bij veel aandoeningen zien, zoals bij pijn, astma en COPD. Bij symmetrie van de ademhaling wordt
gekeken of de beweging van de ademhaling gelijk is. Bij een klaplong kan bijvoorbeeld worden gezien dat 1 kant van de
borstkas minder beweegt dan de andere kant. Wanneer iemand gebruik maakt van de hulpademhalingsspieren zie je
dat iemand de schouders optrekken, of de spieren in de hals aangespannen zijn.
Het belangrijkste onderdeel van het lichamelijk onderzoek bij de longen is het luisteren naar de longen. Bij de beweging
van lucht door de longen ontstaat geluid. Een stridor is een piepend, gierend of schavend geluid bij de ademhaling dat
ontstaat door vernauwing in de ademweg. Rhonchi geluiden zijn reutelende geluiden die zowel bij inademen als
uitademen te horen zijn. Ze ontstaan door te veel slijm in de longen. Crepitaties zijn fijne, poppende geluiden die
kunnen worden gehoord over de kleinere luchtwegen.
Bij COPD spreken we altijd van bronchitis . Soms gaat bronchitis over in longemfyseem.
Bij COPD zijn de 3 processen in de longen aangetast:
1. Ventilatie: Ventilatie verwijst naar het proces van luchtverplaatsing in en uit de longen. In COPD zijn de luchtwegen
chronisch ontstoken en vernauwd, wat de luchtstroom beperkt. Dit leidt tot moeite met ademhalen en kortademigheid,
vooral tijdens fysieke activiteiten. De verminderde luchtstroom kan zowel in als uit ademen bemoeilijken, waardoor de
ventilatie beperkt wordt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller th5. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.60. You're not tied to anything after your purchase.