Ik heb zelf een 7.0 behaald! Alle colleges, werkgroepen en extra aantekeningen heb ik samengevoegd. De arresten zijn ook allemaal uitgewerkt en staan bij het juiste leerstuk.
Twee thema’s in dit vak:
- Goederenrecht algemeen: verkrijging/verlies van goederen & bevoegdheden
- Verhaalsrechten
Week 1: Herhaling Beginselen Goederenrecht
Overdracht van goederen (3:84)
Dit is de belangrijkste manier van verkrijging van goederen onder bijzondere titel. Het goed gaat van
het vermogen van de één naar het vermogen van de ander (derivatieve wijze van verkrijging).
NB: betaling is hier niet vereist voor geldige overdracht tenzij eigendomsvoorbehoud in de titel.
Derdenbescherming (tegen beschikkingsonbevoegdheid)
De overdracht heeft een constitutief karakter, er moet aan alle vereisten zijn voldaan. Er bestaan
echter uitzonderingen ter bescherming van derden.
- 3:86 derdenbescherming roerende zaken
Lid 2 = beperkt recht op roerende zaak
Lid 3 = diefstal
Schakelbepaling 3:98 = derdenbescherming kan ook bij beperkte rechten op roerende zaken
voor zover de wet niet anders bepaalt.
- 3:88 derdenbescherming registergoederen, vorderingsrechten of andere rechten die niet
onder 86 vallen.
De levering
De levering is enkel mogelijk op in de wet neergelegde wijzen (gesloten systeem). Omwille van de
rechtszekerheid staat het partijen niet vrij om hier zelf een regeling voor te treffen. De leveringswijze
wordt bepaald door het soort goed. Het goed moet voldoende bepaald zijn, hier wordt aan voldaan
als naar objectieve maatstaven vast te stellen is om welk goed het gaat bij de levering.
Onroerende zaken en andere registergoederen (3:89 lid 1 jo lid 4)
Roerende zaken niet-registergoederen (3:90 jo 3:114 jo 3:115)
Vorderingsrechten (3:94) = cessie
Vestiging beperkte rechten = dezelfde regels (3:98) tenzij lex specialis
- Wat is bepaald voor de overdracht van een goed, geldt ook voor de vestiging van beperkte
rechten op dat goed tenzij de wet anders bepaalt.
Restbepaling 3:95 = levering via een akte
Titel
1
,De titel is de rechtsgrond van de overdracht. In het geval van een ongeldige titel is er direct geen
rechtsgeldige overdracht (causaal stelsel).
NB: de overdracht blijft wél geldig als de titel zijn geldigheid verliest ná de levering (abstract stelsel).
Gevallen van ongeldigheid:
- Titel ontbreekt: meer geleverd dan afgesproken, geen mogelijkheid tot overdracht, putatieve
titel (verzonnen) of vermeende titel (verkeerde persoon)
- Titel is nietig: fiduciaverbod, vormgebrek, onvoldoende bepaald, strijd 3:40
- Titel is vernietigd: wilsgebrek, handelingsonbekwaam, actio pauliana terugwerkende
kracht (3:53)
Beschikkingsbevoegd
Beschikken houdt in dat je het goed kunt vervreemden of bezwaren. De rechthebbende kan
beschikken over het goed zoals dat zich in zijn vermogen bevindt.
NB: bij faillissement ben je wél rechthebbende, maar niet beschikkingsbevoegd. Belangrijke artikelen
uit de Faillissementswet (Fw) zijn 23, 35, 14.
Week 2: Verkrijging van goederen (eigendom, gemeenschap en mandeligheid)
Het gaat deze week om verkrijging van goederen. Er wordt specifiek ingegaan op de overige wijzen
van verkrijging, genoemd in artikel 3:80 lid 3 BW.
Verkrijging roerende zaken
Toe-eigening (5:4)
- Alleen bij zaken zonder eigenaar (res nullius)
- Het goed moet eerst prijsgegeven worden
- Een onroerende zaak heeft altijd een eigenaar (5:24) = de Staat
Vinderschap (5:5)
- Te goeder trouw
- Alleen bij roerende zaak die onbeheerd is (niet in macht ander)
- Onder zich nemen + aangifte bij gemeenteambtenaar
- Vindersloon bij opeising door eigenaar
- Na één jaar eigenaar (daarvoor houder)
- Indien jij eigenaar wordt vervallen de beperkte rechten op de zaak ook
Schatvinding (5:13)
- Een schat is een roerende zaak van waarde
- Het is zo lang verborgen geweest dat de eigenaar opsporen onmogelijk is
- Je dient aangifte te doen bij de gemeente.
- Bij archeologische vondsten geldt een andere regeling.
Vruchttrekking
- Natuurlijke vrucht: was eerst bestanddeel van andere zaak (3:9 jo 3:4) en wordt door
afscheiding zelfstandige zaak (3:9 lid 4)
- Eigenaar van zaak waaruit vrucht komt, ook eigenaar van de vrucht, behoudens enkele
uitzonderingen
2
, - Burgerlijke vrucht: vruchten van goederen (rente) en dit wordt door opeisbaarheid een
zelfstandig recht (3:9 lid 4)
Natrekking (5:14)
De vraag is of er sprake is van bestanddeelvorming: het gaat erom of de individuele roerende zaken
één zaak zijn geworden.
3:4 lid 1 Verkeersopvatting
HR Depex/Bergel 3.7:
- Afstemmingscriterium: constructief op elkaar afgestemd
- Onvoltooidheidscriterium: als ene zaak ontbreekt kan andere zaak dan nog gebruikt
worden
- Gaat NIET om functie van apparatuur in het productieproces
HR Prorail/Stichting Rijswijk
- Hulpfunctie in beginsel aanwijzing voor géén bestanddeel
- MAAR tijdelijke hulpfunctie kan naar omstandigheden van het geval toch wel een
bestanddeel zijn.
- Voorbeelden: annotatie pagina 165
3:4 lid 2 Schadecriterium
HR UTB/Glencore = fysieke verbondenheid vereist voor bestanddeelvorming
- Bij afscheiding moeten er fysieke gevolgen zijn die van betekenis zijn (voldoende
beschadiging fysiek)
- Niet relevant dat waarde daalt of dat er herstel kan plaatsvinden
- Ookal is het technisch mogelijk om met veel kosten en moeite (onevenredig) toch
scheiden zonder schade dan ook bestanddeelvorming (gelijkstelling).
- Noot 242 onder 3 en 4 nog uitgebreider over deze gelijkstelling
(verticale) Natrekking van de grond (5:20 lid 1 sub e)
- Duurzame vereniging (verticale natrekking)
- Uitzondering: horizontale natrekking ('voor zover’)
HR Portacabin = duurzame vereniging met de grond van een roerend zaak (onroerend geworden)
- Naar aard en inrichting bedoeld voor duurzaam ter plaatse
- Bedoeling bouwer voor zover deze naar buiten kenbaar
- Verkeersopvattingen niet zelfstandig argument maar wel als steunargument
Twee roerende zaken = 5:14
Roerend en onroerend = 5:3
Twee onroerende zaken: 5:20 lid 1 sub e
Zaaksvorming 5:16
- Nieuwe zaak (nieuwe identiteit)
- Een of meer roerende zaken (kan ook alleen één blok marmer zijn waar je iets uithakt)
- Er moet een zaak worden gevormd (scheppende arbeid; doordacht productieproces)
Lid 1 hoofdregel = mede-eigendom
Lid 2 uitzondering = vormen voor zichzelf en dan eigendom verkrijgen TENZIJ kosten van geringe aard
Belangrijke arresten:
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller CDN. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $14.00. You're not tied to anything after your purchase.