Oefenopgave balans en resultatenrekening
Henk handelt in fietsen. Hij koopt ze in bij de fabriek en verkoopt ze aan zijn klanten. Af en
toe doet hij ook nog iets aan onderhoud als mensen daarom vragen. Hij huurt een schuurtje bij
zijn buurman, dat hij ingericht heeft als ‘winkelpand’. Hier betaalt hij per maand €200,- voor.
Hij heeft wat gereedschap gekocht voor het sleutelen. In totaal kostte dit €800,-. Op sommige
zaterdagen is het best wel druk in de winkel en daarom helpt Koos, de neef van Henk, bij het
klaarmaken van alle fietsen. Koos krijgt hiervoor €20,- per week. Hij werkt 30 weken per jaar.
Henk heeft een flinke voorraad fietsen staan. Wel 40 stuks, die allemaal €450,- kostten toen
hij ze van de fabrikant kocht. Verder heeft Henk nog een aparte bankrekening voor het bedrijf
opgericht, waar op dit moment €1.500,- op staat. Het bedrijf heeft ook nog €120,- aan kasgeld
in bezit.
Om wat meer financiële armslag te hebben heeft Henk een bedrijfslening bij de Postbank
afgesloten voor een bedrag van €7.000,- (rente: 6% per jaar, moet in december betaald
worden). Daarnaast heeft hij nog €1.000,- euro van zijn oma gekregen, die hij niet terug hoeft
te betalen.
Alle bedragen zijn geactualiseerd voor 1 januari 2004.
a. Stel de balans op van het bedrijf van Henk. Hoe groot is het eigen vermogen?
b. Geef aan wat het verschil is tussen een balans en een resultatenrekening.
Henk heeft in het januari 2004 de volgende transacties gedaan:
- 90 fietsen verkocht voor €650,- per stuk. (betaald via de bank).
- 80 fietsen ingekocht voor €450,- per stuk (betaald via de bank).
- Winkel schoon laten maken voor €200,- door een professioneel
schoonmaakbedrijf.
- €500,- van zijn lening afgelost.
- Een nieuwe schroevendraaierset gekocht voor €55,- (betaald uit de kas).
c. Stel voor januari 2004 de resultatenrekening van het bedrijf van Henk op. Hoe groot is
de winst?
d. Stel de balans op zoals die eruit ziet op 31 januari 2004.
Henk handelt in fietsen. Hij koopt ze in bij de fabriek en verkoopt ze aan zijn klanten. Af en
toe doet hij ook nog iets aan onderhoud als mensen daarom vragen. Hij huurt een schuurtje bij
zijn buurman, dat hij ingericht heeft als ‘winkelpand’. Hier betaalt hij per maand €200,- voor.
Hij heeft wat gereedschap gekocht voor het sleutelen. In totaal kostte dit €800,-. Op sommige
zaterdagen is het best wel druk in de winkel en daarom helpt Koos, de neef van Henk, bij het
klaarmaken van alle fietsen. Koos krijgt hiervoor €20,- per week. Hij werkt 30 weken per jaar.
Henk heeft een flinke voorraad fietsen staan. Wel 40 stuks, die allemaal €450,- kostten toen
hij ze van de fabrikant kocht. Verder heeft Henk nog een aparte bankrekening voor het bedrijf
opgericht, waar op dit moment €1.500,- op staat. Het bedrijf heeft ook nog €120,- aan kasgeld
in bezit.
Om wat meer financiële armslag te hebben heeft Henk een bedrijfslening bij de Postbank
afgesloten voor een bedrag van €7.000,- (rente: 6% per jaar, moet in december betaald
worden). Daarnaast heeft hij nog €1.000,- euro van zijn oma gekregen, die hij niet terug hoeft
te betalen.
Alle bedragen zijn geactualiseerd voor 1 januari 2004.
a. Stel de balans op van het bedrijf van Henk. Hoe groot is het eigen vermogen?
b. Geef aan wat het verschil is tussen een balans en een resultatenrekening.
Henk heeft in het januari 2004 de volgende transacties gedaan:
- 90 fietsen verkocht voor €650,- per stuk. (betaald via de bank).
- 80 fietsen ingekocht voor €450,- per stuk (betaald via de bank).
- Winkel schoon laten maken voor €200,- door een professioneel
schoonmaakbedrijf.
- €500,- van zijn lening afgelost.
- Een nieuwe schroevendraaierset gekocht voor €55,- (betaald uit de kas).
c. Stel voor januari 2004 de resultatenrekening van het bedrijf van Henk op. Hoe groot is
de winst?
d. Stel de balans op zoals die eruit ziet op 31 januari 2004.