1e gelegenheid - Nakijkmodel
Celbiologie
B06CEL
Hogeschool Leiden
Applied Science
Naam: Studentnummer:
Klas: Datum:
Studiejaar : 2de jaar 2017-2018
Moduleleider : Ws
Toetsduur : 120 minuten
Aantal pagina’s : Deze toets bestaat uit 13 pagina’s
Antwoorden op : opgavepapier
Kladpapier : Nee
Bijlagen : Nee
Print ; Kleur
Benodigdheden : Potlood/gum/pen/liniaal.
Rekenmachine : Casio FX82MS
Cesuur : Bij 33 punten is het cijfer een 5,5.
Cijfer: ≥ 5,5 is voldoende.
Uitslag : Uitslag via Osiris uiterlijk 15 werkdagen na
toetsing.
Soort/aantal vragen : 24 open vragen.
Eventuele opmerkingen:
Lever na de toets zowel opgaven als antwoorden als eventuele
bijlagen en kladpapier in.
VEEL SUCCES!
Pagina 1 van 13 1
, Vraag 1 (kennis, 2 punten)
Noem 2 eigenschappen van gassen waardoor ze vrijelijk door het
membraan kunnen diffunderen in tegenstelling tot moleculen als suikers
en ionen.
Gassen hebben geen lading, zijn apolair, zijn klein en hydrofoob. 1 pt per
goede eigenschap. Verkeerde eigenschap is 1 pt eraf.
Vraag 2 (kennis, 2 punten)
Tijdens een experiment met algen in de koelcel (4 graden Celsius), ben je
’s avonds vergeten de kweekflessen terug te zetten. Hierdoor staan ze de
hele nacht op je labtafel (20 graden Celsius). Welke 2 aanpassingen
brengt de alg aan in z’n membraan om op de warme labtafel te overleven?
1) meer verzadigde vetzuurstaarten in de membraan plaatsen
2) langere vetzuurstaarten in de membraan plaatsen
3) meer cholesterol in de membraan plaatsen
1 pt per goede aanpassing. Verkeerde eigenschap is 1 pt eraf
Vraag 3 (Inzicht, 3 punten)
In de darm nemen de epitheelcellen glucose en natrium tegelijk op uit de
darmholte. Dit, terwijl deze epitheelcellen helemaal geen natrium nodig
hebben. Leg uit waarom de darmepitheelcellen op deze manier glucose
opnemen.
De Na+-glucose transporter transloceert glucose tegen de gradiënt in (1pt)
en Na+ met de concentratiegradiënt mee (1pt). Hierdoor wordt dus
gebruikt gemaakt van de energie die ligt vastgelegd in het
concentratiegradiënt van Na+ om glucose actief over de membraan te
transporteren (1pt).
Vraag 4 (Toepassing, 3 punten)
Tijdens je stage ga je onderzoek doen naar een eiwit. Er is echter nog
niets bekend over dit eiwit. Dus aan jou de opdracht om een aantal
eigenschappen te bestuderen.
a) Hoe kan je vaststellen of het een membraaneiwit is? (1 punt)
- De aminozuurvolgorde bepalen en kijken of er hydrofobe
domeinen zijn van ongeveer 20 az.
- Eiwitten isoleren uit membraan en kijken of deze er tussen zit.
- DNA sequencen en hydrofoob domein opzoeken
- Fluorescente tag aan eiwit koppelen en locatie bepalen
b) Hoe kan je vaststellen of het eiwit een extracellulair domein heeft?
(1 punt)
- Bepalen of er domeinen zijn met suikerketens (geglycosileerde
az). Deze zijn wel aanwezig aan de extracellulaire kant van het
eiwit maar niet aan de intracellulaire kant.
- Hydrofiel – hydrofoob – hydrofiel sequentie bepalen
- AB tegen het extracelluair domain gebruiken en daarna facs-en
Pagina 2 van 13 2
Celbiologie
B06CEL
Hogeschool Leiden
Applied Science
Naam: Studentnummer:
Klas: Datum:
Studiejaar : 2de jaar 2017-2018
Moduleleider : Ws
Toetsduur : 120 minuten
Aantal pagina’s : Deze toets bestaat uit 13 pagina’s
Antwoorden op : opgavepapier
Kladpapier : Nee
Bijlagen : Nee
Print ; Kleur
Benodigdheden : Potlood/gum/pen/liniaal.
Rekenmachine : Casio FX82MS
Cesuur : Bij 33 punten is het cijfer een 5,5.
Cijfer: ≥ 5,5 is voldoende.
Uitslag : Uitslag via Osiris uiterlijk 15 werkdagen na
toetsing.
Soort/aantal vragen : 24 open vragen.
Eventuele opmerkingen:
Lever na de toets zowel opgaven als antwoorden als eventuele
bijlagen en kladpapier in.
VEEL SUCCES!
Pagina 1 van 13 1
, Vraag 1 (kennis, 2 punten)
Noem 2 eigenschappen van gassen waardoor ze vrijelijk door het
membraan kunnen diffunderen in tegenstelling tot moleculen als suikers
en ionen.
Gassen hebben geen lading, zijn apolair, zijn klein en hydrofoob. 1 pt per
goede eigenschap. Verkeerde eigenschap is 1 pt eraf.
Vraag 2 (kennis, 2 punten)
Tijdens een experiment met algen in de koelcel (4 graden Celsius), ben je
’s avonds vergeten de kweekflessen terug te zetten. Hierdoor staan ze de
hele nacht op je labtafel (20 graden Celsius). Welke 2 aanpassingen
brengt de alg aan in z’n membraan om op de warme labtafel te overleven?
1) meer verzadigde vetzuurstaarten in de membraan plaatsen
2) langere vetzuurstaarten in de membraan plaatsen
3) meer cholesterol in de membraan plaatsen
1 pt per goede aanpassing. Verkeerde eigenschap is 1 pt eraf
Vraag 3 (Inzicht, 3 punten)
In de darm nemen de epitheelcellen glucose en natrium tegelijk op uit de
darmholte. Dit, terwijl deze epitheelcellen helemaal geen natrium nodig
hebben. Leg uit waarom de darmepitheelcellen op deze manier glucose
opnemen.
De Na+-glucose transporter transloceert glucose tegen de gradiënt in (1pt)
en Na+ met de concentratiegradiënt mee (1pt). Hierdoor wordt dus
gebruikt gemaakt van de energie die ligt vastgelegd in het
concentratiegradiënt van Na+ om glucose actief over de membraan te
transporteren (1pt).
Vraag 4 (Toepassing, 3 punten)
Tijdens je stage ga je onderzoek doen naar een eiwit. Er is echter nog
niets bekend over dit eiwit. Dus aan jou de opdracht om een aantal
eigenschappen te bestuderen.
a) Hoe kan je vaststellen of het een membraaneiwit is? (1 punt)
- De aminozuurvolgorde bepalen en kijken of er hydrofobe
domeinen zijn van ongeveer 20 az.
- Eiwitten isoleren uit membraan en kijken of deze er tussen zit.
- DNA sequencen en hydrofoob domein opzoeken
- Fluorescente tag aan eiwit koppelen en locatie bepalen
b) Hoe kan je vaststellen of het eiwit een extracellulair domein heeft?
(1 punt)
- Bepalen of er domeinen zijn met suikerketens (geglycosileerde
az). Deze zijn wel aanwezig aan de extracellulaire kant van het
eiwit maar niet aan de intracellulaire kant.
- Hydrofiel – hydrofoob – hydrofiel sequentie bepalen
- AB tegen het extracelluair domain gebruiken en daarna facs-en
Pagina 2 van 13 2
