Hoorcollege 2 6-11-‘25
Neurocriminologie
Brein in interactie
- Brein en zenuwstelsel reageren op omgeving waar ze in zitten.
-
Autonome zenuwstelsel
- Aansturen alle onvrijwillige/automatische fysiologische processen
o Hartslag
o Ademhaling
o Zweetproductie
- Geassocieerd met emotionele opwinding en emotieregulatie
- Rest-and-Digest vs. Fight or Flight
o Parasympatisch = rest and digest
o Sympatisch = fight of flight
- Relatief makkelijk te meten:
o In rust
o Tijdens opdracht
Autonome zenuwstelsel & crimineel gedrag
Huidgeleiding
Lage huidgeleiding in rust:
- Geassocieerd met psychopathie en conduct problemen
- Geassocieerd met agressie (bij volwassenen)
, Relatie minder sterk dan bij huidgeleiding
Hartslag in rust
- Lagere hartslag bij delinquenten
- Zowel man als vrouw
- Voorspelt toekomstig delinquent gedrag
Hartslag reactiviteit en tijdens taken:
- Minder eenduidige resultaten
Angstconditionering
- Conditioneren Pavlov
- Kan ook met negatieve stimuli
o Elektrische schokjes
o Dieren
o Soms bij mensen
- Wat blijkt: minder goede angstconditionering bij criminelen wanneer zij
drie jaar oud zijn, vergeleken met niet-delinquenten.
Crimineel gedrag
- Sensation seeking:
o Lage arousal, is onprettig. Je gaat uit op meer opwinding en daarom
extra/meer spanning
o Kan bijv. met bungeejumpen, maar ook met stelen of vernielen van
dingen.
Fearlessness
je ervaart de negatieve consequenties niet als vervelend
- Je voelt geen waarschuwingssignalen, van je hartslag of je zweetproductie
- Daardoor pas je je gedrag niet zo snel aan
o Leert niet van de nadelige consequenties
o Minder gevoelig voor straf.
Lage arousal: hufter of held
- Groep, ene helft wordt crimineel, andere politie, brandweer, ambulance
o Omgeving waar je in opgroeit verschilt (biosociale interactie)
Zenuwstelsel onderlinge communicatie
Zenuwcel
- Elektrische signalen binnen de cel
- Chemische signalen tussen de cellen
o Neurotransmitters
- Verschillende functies
Dopamine
- Neurotransmitter
- Plezierig gevoel (najagen)
o Eten, beloning etc.
- Vooral in situaties waarin je iets wil verkrijgen
o Craving
o Anticipatie op beloning
o Impulsief gedrag/agressie
- Lage dopamine
Neurocriminologie
Brein in interactie
- Brein en zenuwstelsel reageren op omgeving waar ze in zitten.
-
Autonome zenuwstelsel
- Aansturen alle onvrijwillige/automatische fysiologische processen
o Hartslag
o Ademhaling
o Zweetproductie
- Geassocieerd met emotionele opwinding en emotieregulatie
- Rest-and-Digest vs. Fight or Flight
o Parasympatisch = rest and digest
o Sympatisch = fight of flight
- Relatief makkelijk te meten:
o In rust
o Tijdens opdracht
Autonome zenuwstelsel & crimineel gedrag
Huidgeleiding
Lage huidgeleiding in rust:
- Geassocieerd met psychopathie en conduct problemen
- Geassocieerd met agressie (bij volwassenen)
, Relatie minder sterk dan bij huidgeleiding
Hartslag in rust
- Lagere hartslag bij delinquenten
- Zowel man als vrouw
- Voorspelt toekomstig delinquent gedrag
Hartslag reactiviteit en tijdens taken:
- Minder eenduidige resultaten
Angstconditionering
- Conditioneren Pavlov
- Kan ook met negatieve stimuli
o Elektrische schokjes
o Dieren
o Soms bij mensen
- Wat blijkt: minder goede angstconditionering bij criminelen wanneer zij
drie jaar oud zijn, vergeleken met niet-delinquenten.
Crimineel gedrag
- Sensation seeking:
o Lage arousal, is onprettig. Je gaat uit op meer opwinding en daarom
extra/meer spanning
o Kan bijv. met bungeejumpen, maar ook met stelen of vernielen van
dingen.
Fearlessness
je ervaart de negatieve consequenties niet als vervelend
- Je voelt geen waarschuwingssignalen, van je hartslag of je zweetproductie
- Daardoor pas je je gedrag niet zo snel aan
o Leert niet van de nadelige consequenties
o Minder gevoelig voor straf.
Lage arousal: hufter of held
- Groep, ene helft wordt crimineel, andere politie, brandweer, ambulance
o Omgeving waar je in opgroeit verschilt (biosociale interactie)
Zenuwstelsel onderlinge communicatie
Zenuwcel
- Elektrische signalen binnen de cel
- Chemische signalen tussen de cellen
o Neurotransmitters
- Verschillende functies
Dopamine
- Neurotransmitter
- Plezierig gevoel (najagen)
o Eten, beloning etc.
- Vooral in situaties waarin je iets wil verkrijgen
o Craving
o Anticipatie op beloning
o Impulsief gedrag/agressie
- Lage dopamine
