OPI samenvatting 1 t/m 3
1
‘we willen iets zeggen over de populatie’
Antwoorden die respondenten geven – issue 1 steekproef van de populatie die de
antwoorden geven – issue 2 kenmerken van de populatie.
Issue 1: hoe goed weerspiegelt de steekproef de populatie.
Issue 2: hoe goed meten de antwoorden de kenmerken die beschreven moeten worden.
Je wilt geen bias en geen random fouten.
Random fout (je kan er niet echt wat aan doen) biased (systematische fout)
- Steekproef: steekproeffout - steekproef bias
o Het gebeurt - eerste rij studenten?
- Questions: invalide - questions: bais
o ‘honest mistake’ - ‘did you read the literature for
o Voorbeeld: hoeveel liedjes today?’ (Niet iedereen gaat
heb je op spotify geluisterd deze maand? eerlijk antwoorden invalide)
(vraag van spotify) Ookal was de vraag goed, kan het zo zijn dat je deze fout beantwoord.
Common sources of error in surveys:
- Een vraag met weinig woorden.
- De manier waarop de vraag door de interviewer gesteld wordt.
- Onbegrip van antwoord bij de interviewer.
- Geheugenproblemen bij de interviewer met betrekking tot het gegeven antwoord.
- De manier waarop de informatie is vastgesteld door de interviewer.
- De manier waarop de informatie is verwerkt, bijvoorbeeld wanneer antwoorden
worden gecodeerd of wanneer gegevens in de computer worden ingevoerd.
Een makkelijke vraag (hoe maak je die, denk hierbij aan:):
- Hebben de respondenten de vereiste kennis voor het beantwoorden van de vraag?
- Als je een ja/nee antwoord wilt (makkelijker), geef dan deze 2
antwoordmogelijkheden en niet meer. Maak het makkelijk voor de respondent.
- Heb je eraan gedacht om ‘ik weet het niet’ opties in te voeren? (Soms handig, maar
soms ook niet).
De optie ‘ik weet het niet’ kan cultureel gevoelig liggen, dat varieert over bvb de hoogte van
educatie. Soms meer schaamte om ‘ik weet het niet’ te antwoorden. (in die gevallen kan je
het beter niet gebruiken).
Zouden wij een MIDDENPUNT (I DON’T KNOW) moeten includeren?
- Als het aangeboden wordt, zullen mensen er gebruik van maken.
- Sommigen zullen door de ‘ik weet het niet’ optie minder tijd besteden om na te
denken over moeilijke vragen. Hetzelfde geldt voor middenpunten: ‘neutraal’.
, - Als je wilt bereiken dat mensen een keuze maken, zul je de middenoptie of ik weet
het niet optie er dus uit moeten laten.
- Als je wilt dat mensen een keuze maken, alleen als zij dat echt kunnen, dan zul je de
middenoptie of ik weet het niet optie erin moeten laten.
Pas op!:
- Het buiten laten van ‘ik weet het niet’ en middenopties kan irritatie bij de respondent
opwekken.
- Soms is de middenoptie ook een rendabele optie.
Antwoordcategorieën:
- Hoe preciezer hoe zwaarder voor de respondent om te antwoorden.
o Hoe veel liedjes gestreamd deze week? (is moeilijk om precies te
beantwoorden).
- Preciezer is niet altijd zwaarder:
o Hoe veel kinderen?
o Hoe veel sexuele partner? (wordt vaak afgerond, dus niet precies)
Het krijgen van antwoorden gaat vaak gepaard met sociale wenselijkheid
- Mensen antwoorden naar sociale wenselijkheid.
o Maak het ongewenste antwoord minder dreigend.
Sociale wenselijkheid varieert tussen groepen:
- Verschillende culturen en gewoontes zorgen voor verschillende opvattingen over
sociale wenselijkheid. (Normen variëren, ook tussen geslacht seks).
Je wilt gebalanceerde vragen: als er een positieve kant is, moet er ook de negatieve kant
naar voren komen. ben je het hiermee eens of ben je het hier niet mee eens
De presentatie van antwoorden beïnvloedt de keuze van antwoorden:
Primacy: first answer category (visueel – online)
Recency: last answer category (auditief bvb face2face)
Draai de antwoorden soms om:
- Bias zal hierdoor op individueel niveau plaatsvinden en niet op geaggregeerd niveau
Acquiescence: de neiging om ermee in te stemmen.
Geen /minder bias wordt veroorzaakt door antwoordopties.
- Vergrote validiteit en minder vermoeiend voor respondenten .
Explorerende vragen Leveren onverwachte reacties op.
Het is erg belangrijk om in de vraag aan te geven wat voor meetniveau er bedoeld wordt bij
het beantwoorden van de vraag: (cm, kg, week, etc).
Voordelen open vragen:
1
‘we willen iets zeggen over de populatie’
Antwoorden die respondenten geven – issue 1 steekproef van de populatie die de
antwoorden geven – issue 2 kenmerken van de populatie.
Issue 1: hoe goed weerspiegelt de steekproef de populatie.
Issue 2: hoe goed meten de antwoorden de kenmerken die beschreven moeten worden.
Je wilt geen bias en geen random fouten.
Random fout (je kan er niet echt wat aan doen) biased (systematische fout)
- Steekproef: steekproeffout - steekproef bias
o Het gebeurt - eerste rij studenten?
- Questions: invalide - questions: bais
o ‘honest mistake’ - ‘did you read the literature for
o Voorbeeld: hoeveel liedjes today?’ (Niet iedereen gaat
heb je op spotify geluisterd deze maand? eerlijk antwoorden invalide)
(vraag van spotify) Ookal was de vraag goed, kan het zo zijn dat je deze fout beantwoord.
Common sources of error in surveys:
- Een vraag met weinig woorden.
- De manier waarop de vraag door de interviewer gesteld wordt.
- Onbegrip van antwoord bij de interviewer.
- Geheugenproblemen bij de interviewer met betrekking tot het gegeven antwoord.
- De manier waarop de informatie is vastgesteld door de interviewer.
- De manier waarop de informatie is verwerkt, bijvoorbeeld wanneer antwoorden
worden gecodeerd of wanneer gegevens in de computer worden ingevoerd.
Een makkelijke vraag (hoe maak je die, denk hierbij aan:):
- Hebben de respondenten de vereiste kennis voor het beantwoorden van de vraag?
- Als je een ja/nee antwoord wilt (makkelijker), geef dan deze 2
antwoordmogelijkheden en niet meer. Maak het makkelijk voor de respondent.
- Heb je eraan gedacht om ‘ik weet het niet’ opties in te voeren? (Soms handig, maar
soms ook niet).
De optie ‘ik weet het niet’ kan cultureel gevoelig liggen, dat varieert over bvb de hoogte van
educatie. Soms meer schaamte om ‘ik weet het niet’ te antwoorden. (in die gevallen kan je
het beter niet gebruiken).
Zouden wij een MIDDENPUNT (I DON’T KNOW) moeten includeren?
- Als het aangeboden wordt, zullen mensen er gebruik van maken.
- Sommigen zullen door de ‘ik weet het niet’ optie minder tijd besteden om na te
denken over moeilijke vragen. Hetzelfde geldt voor middenpunten: ‘neutraal’.
, - Als je wilt bereiken dat mensen een keuze maken, zul je de middenoptie of ik weet
het niet optie er dus uit moeten laten.
- Als je wilt dat mensen een keuze maken, alleen als zij dat echt kunnen, dan zul je de
middenoptie of ik weet het niet optie erin moeten laten.
Pas op!:
- Het buiten laten van ‘ik weet het niet’ en middenopties kan irritatie bij de respondent
opwekken.
- Soms is de middenoptie ook een rendabele optie.
Antwoordcategorieën:
- Hoe preciezer hoe zwaarder voor de respondent om te antwoorden.
o Hoe veel liedjes gestreamd deze week? (is moeilijk om precies te
beantwoorden).
- Preciezer is niet altijd zwaarder:
o Hoe veel kinderen?
o Hoe veel sexuele partner? (wordt vaak afgerond, dus niet precies)
Het krijgen van antwoorden gaat vaak gepaard met sociale wenselijkheid
- Mensen antwoorden naar sociale wenselijkheid.
o Maak het ongewenste antwoord minder dreigend.
Sociale wenselijkheid varieert tussen groepen:
- Verschillende culturen en gewoontes zorgen voor verschillende opvattingen over
sociale wenselijkheid. (Normen variëren, ook tussen geslacht seks).
Je wilt gebalanceerde vragen: als er een positieve kant is, moet er ook de negatieve kant
naar voren komen. ben je het hiermee eens of ben je het hier niet mee eens
De presentatie van antwoorden beïnvloedt de keuze van antwoorden:
Primacy: first answer category (visueel – online)
Recency: last answer category (auditief bvb face2face)
Draai de antwoorden soms om:
- Bias zal hierdoor op individueel niveau plaatsvinden en niet op geaggregeerd niveau
Acquiescence: de neiging om ermee in te stemmen.
Geen /minder bias wordt veroorzaakt door antwoordopties.
- Vergrote validiteit en minder vermoeiend voor respondenten .
Explorerende vragen Leveren onverwachte reacties op.
Het is erg belangrijk om in de vraag aan te geven wat voor meetniveau er bedoeld wordt bij
het beantwoorden van de vraag: (cm, kg, week, etc).
Voordelen open vragen:
