Voorblad
Dit formulier moet samen met de opdracht worden ingeleverd. Met dit ingevulde formulier heeft de
docent alle informatie die nodig is om de opdracht te beoordelen en de beoordeling te verwerken.
Zonder deze gegevens kan de docent de opdracht niet beoordelen.
Dit formulier is een toevoeging aan de opdracht maar telt niet mee als pagina in de opdracht.
Studentnummer: 995634330
Naam: Hanna Folkerts
Naam opleiding: HBO Pedagogiek
Opleidingscode: 7748
Modulenummer: 4453
Modulenaam: Onderzoeken en rapporteren in de
pedagogiek
Cohort: 0222
Versie (indien meerdere versies aanwezig): 1.0
Herkansing?: Nee
In de opdracht is de juiste bronvermelding* toegepast: Ja
In de opdracht zijn de verslagtechnieken toegepast: Ja
* Voor juridische modules is dit de Leidraad voor Juridische Auteurs. Voor niet-juridische
modules zijn dit de APA-richtlijnen.
Houd rekening met de knock-out criteria!
Je paper dient aan de onderstaande punten te voldoen. Is dit niet het geval, dan wordt je paper niet
beoordeeld.
✔ Het voorblad is professioneel opgemaakt (zie instructie verslagtechnieken NTI) en aanwezig;
✔ De bronvermelding is zowel in de tekst als in de aparte literatuurlijst opgenomen volgens de juiste
bronvermelding;
✔ Het verslag heeft een juiste paginanummering;
✔ Het verslag voldoet aan de vereisten m.b.t. het aantal pagina’s (in de opdracht wordt dit exact
benoemd) en is in lettertype Times New Roman 12 met regelafstand 1,5 opgemaakt;
, Paper
Onderzoeken en rapporteren in de
pedagogiek
Auteur: Hanna Folkerts
Datum: 01-10-2025
Plaats: Didam
Kader: Eindopdracht module ‘Onderzoeken en rapporteren in de pedagogiek’ in het kader van
de opleiding HBO Pedagogiek
,Voorwoord
Mijn naam is Hanna Folkerts, ik ben 36 jaar en werk als locatiemanager in de kinderopvang.
Vanuit mijn rol begeleid ik dagelijks collega’s binnen de kinderopvang (KDV) en de
buitenschoolse opvang (BSO). Een aantal maanden geleden kwam er vanuit de BSO een
hulpvraag over een casus waar een meisje veel moeite had met de overgang van school naar
de BSO. Ze vond het lastig om school ‘los te laten’ en de schakel te maken naar de BSO en
werd hier vaak emotioneel over. Dit uitte zich vaak in boosheid of verdriet.
Dit was voor mij de aanleiding om op onderzoek te gaan naar meer informatie over dit
onderwerp. Want wat is hierover beschreven in de literatuur? Zijn er wellicht simpele tools
die pedagogisch professionals kunnen inzetten om de kinderen beter te ondersteunen?
In mijn zoektocht naar mogelijke verklaringen ontdekte ik dat pedagogisch professionals
vaker moeite hebben met het omgaan van de emoties van kinderen. Dat inzicht maakte me
nieuwsgierig naar wat wij als pedagogisch professionals beter kunnen doen als het gaat om
inspelen op de behoefte om kinderen te kunnen ondersteunen bij het reguleren van hun
emoties.
Met dit onderzoek hoop ik meer inzicht te krijgen in hoe pedagogisch professionals nu
omgaan met de emoties van kinderen, wat mogelijke knelpunten zijn en welke tools er
aangereikt kunnen worden om kinderen beter te kunnen helpen zich emotioneel sterker te
voelen tijdens de dagelijkse overgang van school naar de BSO.
, Samenvatting
Het onderzoek is uitgevoerd bij BSO Kloosterke Actief in Arnhem, een buitenschoolse
opvang waar pedagogisch professionals verantwoordelijk zijn voor de opvang en begeleiding
van kinderen na schooltijd. Binnen deze locatie blijkt dat de overgang van school naar de
opvang een uitdagend moment vormt voor zowel kinderen als medewerkers.
Tijdens de overgangsmomenten van school naar de opvang ervaren pedagogisch professionals
het als moeilijk om goed om te gaan met de emoties van kinderen, zoals boosheid, verdriet of
frustratie. In een korte periode van ongeveer dertig minuten moeten 52 kinderen worden
aangemeld, veiligheidsvestjes krijgen en begeleid worden naar de opvanglocatie. Door deze
drukte is er weinig ruimte voor emotionele ondersteuning, terwijl dit moment juist cruciaal is
voor het welzijn van de kinderen.
De centrale vraag luidt: ‘Op welke manier kunnen pedagogisch professionals van BSO
Kloosterke Actief in Arnhem de kinderen van groep groen in de leeftijd van 4 tot 13 jaar
effectief ondersteunen bij hun emotieregulatie na een schooldag?’
Uit de literatuur blijkt dat effectieve ondersteuning bij emotieregulatie vooral ontstaat door
positieve, sensitieve en co-regulerende begeleiding. Kinderen leren hun emoties reguleren
door het voorbeeldgedrag van opvoeders die rust, nabijheid en begrip tonen. Een veilige
relatie, duidelijke communicatie en betrokkenheid zijn daarbij essentieel.
Voor dit onderzoek zijn vijf pedagogisch professionals van BSO Kloosterke Actief
geïnterviewd via semigestructureerde interviews. De groep bestond uit vier vrouwen en één
man, in de leeftijd van 22 tot 40 jaar, met uiteenlopende werkervaring binnen de BSO. De
interviews vonden plaats in een rustige ruimte binnen de organisatie en werden opgenomen,
getranscribeerd en geanonimiseerd. Door middel van transparante communicatie, consistente
uitvoering en verificatie door de respondenten is de betrouwbaarheid en validiteit van de
resultaten gewaarborgd.
Uit de analyse kwamen vier belangrijke inzichten naar voren:
1. Emoties van kinderen – Kinderen ervaren vooral basisemoties zoals blijdschap,
boosheid, verdriet, angst en spanning. Naarmate ze ouder worden, leren ze deze beter
herkennen en reguleren.
Dit formulier moet samen met de opdracht worden ingeleverd. Met dit ingevulde formulier heeft de
docent alle informatie die nodig is om de opdracht te beoordelen en de beoordeling te verwerken.
Zonder deze gegevens kan de docent de opdracht niet beoordelen.
Dit formulier is een toevoeging aan de opdracht maar telt niet mee als pagina in de opdracht.
Studentnummer: 995634330
Naam: Hanna Folkerts
Naam opleiding: HBO Pedagogiek
Opleidingscode: 7748
Modulenummer: 4453
Modulenaam: Onderzoeken en rapporteren in de
pedagogiek
Cohort: 0222
Versie (indien meerdere versies aanwezig): 1.0
Herkansing?: Nee
In de opdracht is de juiste bronvermelding* toegepast: Ja
In de opdracht zijn de verslagtechnieken toegepast: Ja
* Voor juridische modules is dit de Leidraad voor Juridische Auteurs. Voor niet-juridische
modules zijn dit de APA-richtlijnen.
Houd rekening met de knock-out criteria!
Je paper dient aan de onderstaande punten te voldoen. Is dit niet het geval, dan wordt je paper niet
beoordeeld.
✔ Het voorblad is professioneel opgemaakt (zie instructie verslagtechnieken NTI) en aanwezig;
✔ De bronvermelding is zowel in de tekst als in de aparte literatuurlijst opgenomen volgens de juiste
bronvermelding;
✔ Het verslag heeft een juiste paginanummering;
✔ Het verslag voldoet aan de vereisten m.b.t. het aantal pagina’s (in de opdracht wordt dit exact
benoemd) en is in lettertype Times New Roman 12 met regelafstand 1,5 opgemaakt;
, Paper
Onderzoeken en rapporteren in de
pedagogiek
Auteur: Hanna Folkerts
Datum: 01-10-2025
Plaats: Didam
Kader: Eindopdracht module ‘Onderzoeken en rapporteren in de pedagogiek’ in het kader van
de opleiding HBO Pedagogiek
,Voorwoord
Mijn naam is Hanna Folkerts, ik ben 36 jaar en werk als locatiemanager in de kinderopvang.
Vanuit mijn rol begeleid ik dagelijks collega’s binnen de kinderopvang (KDV) en de
buitenschoolse opvang (BSO). Een aantal maanden geleden kwam er vanuit de BSO een
hulpvraag over een casus waar een meisje veel moeite had met de overgang van school naar
de BSO. Ze vond het lastig om school ‘los te laten’ en de schakel te maken naar de BSO en
werd hier vaak emotioneel over. Dit uitte zich vaak in boosheid of verdriet.
Dit was voor mij de aanleiding om op onderzoek te gaan naar meer informatie over dit
onderwerp. Want wat is hierover beschreven in de literatuur? Zijn er wellicht simpele tools
die pedagogisch professionals kunnen inzetten om de kinderen beter te ondersteunen?
In mijn zoektocht naar mogelijke verklaringen ontdekte ik dat pedagogisch professionals
vaker moeite hebben met het omgaan van de emoties van kinderen. Dat inzicht maakte me
nieuwsgierig naar wat wij als pedagogisch professionals beter kunnen doen als het gaat om
inspelen op de behoefte om kinderen te kunnen ondersteunen bij het reguleren van hun
emoties.
Met dit onderzoek hoop ik meer inzicht te krijgen in hoe pedagogisch professionals nu
omgaan met de emoties van kinderen, wat mogelijke knelpunten zijn en welke tools er
aangereikt kunnen worden om kinderen beter te kunnen helpen zich emotioneel sterker te
voelen tijdens de dagelijkse overgang van school naar de BSO.
, Samenvatting
Het onderzoek is uitgevoerd bij BSO Kloosterke Actief in Arnhem, een buitenschoolse
opvang waar pedagogisch professionals verantwoordelijk zijn voor de opvang en begeleiding
van kinderen na schooltijd. Binnen deze locatie blijkt dat de overgang van school naar de
opvang een uitdagend moment vormt voor zowel kinderen als medewerkers.
Tijdens de overgangsmomenten van school naar de opvang ervaren pedagogisch professionals
het als moeilijk om goed om te gaan met de emoties van kinderen, zoals boosheid, verdriet of
frustratie. In een korte periode van ongeveer dertig minuten moeten 52 kinderen worden
aangemeld, veiligheidsvestjes krijgen en begeleid worden naar de opvanglocatie. Door deze
drukte is er weinig ruimte voor emotionele ondersteuning, terwijl dit moment juist cruciaal is
voor het welzijn van de kinderen.
De centrale vraag luidt: ‘Op welke manier kunnen pedagogisch professionals van BSO
Kloosterke Actief in Arnhem de kinderen van groep groen in de leeftijd van 4 tot 13 jaar
effectief ondersteunen bij hun emotieregulatie na een schooldag?’
Uit de literatuur blijkt dat effectieve ondersteuning bij emotieregulatie vooral ontstaat door
positieve, sensitieve en co-regulerende begeleiding. Kinderen leren hun emoties reguleren
door het voorbeeldgedrag van opvoeders die rust, nabijheid en begrip tonen. Een veilige
relatie, duidelijke communicatie en betrokkenheid zijn daarbij essentieel.
Voor dit onderzoek zijn vijf pedagogisch professionals van BSO Kloosterke Actief
geïnterviewd via semigestructureerde interviews. De groep bestond uit vier vrouwen en één
man, in de leeftijd van 22 tot 40 jaar, met uiteenlopende werkervaring binnen de BSO. De
interviews vonden plaats in een rustige ruimte binnen de organisatie en werden opgenomen,
getranscribeerd en geanonimiseerd. Door middel van transparante communicatie, consistente
uitvoering en verificatie door de respondenten is de betrouwbaarheid en validiteit van de
resultaten gewaarborgd.
Uit de analyse kwamen vier belangrijke inzichten naar voren:
1. Emoties van kinderen – Kinderen ervaren vooral basisemoties zoals blijdschap,
boosheid, verdriet, angst en spanning. Naarmate ze ouder worden, leren ze deze beter
herkennen en reguleren.
