Hoofdstuk 1: Introductie cognitieve psychologie (Goldstein)............................2
Hoofdstuk 3: Perceptie (Goldstein).................................................................4
Hoofdstuk 4: Aandacht (Goldstein)..................................................................7
Hoofdstuk 5: Korte termijn en werkgeheugen (Goldstein)..............................11
Hoofdstuk 5: Zicht (Kalat).............................................................................14
Module 5.1: Visual Coding............................................................................................. 14
Module 5.2: How the Brain Processes Visual Information..............................................15
Module 5.3: Parallel Processing in the Visual Cortex.....................................................17
Hoofdstuk 6: Andere sensorische systemen (Kalat)........................................18
Module 6.1: Audition..................................................................................................... 18
Module 6.2: The Mechanical Senses.............................................................................20
Module 6.3: The Chemical Senses................................................................................22
Signaal-detectietheorie (SDT).......................................................................24
, Hoofdstuk 1: Introductie cognitieve psychologie (Goldstein)
Cognitieve psychologie: bestuderen van de geest
Cognitieve psychologie is de tak van de psychologie die zich bezighoudt
met de wetenschappelijke studie van de geest. Cognitie reflecteert niet
alleen ons hoger ‘denken’, daarnaast werken veel van de betrokken
processen buiten bewuste controle.
- De geest creëert en controleert mentale capaciteiten zoals
perceptie, aandacht en geheugen, en creëert voorstellingen van de
wereld die ons in staat stellen te functioneren.
Donders (1868): meten van de reactietijd. Simpele reactietijd, door zo snel
mogelijk een knop te drukken bij licht. En keuze reactietijd, door 2 lichten
te gebruiken één links en één rechts. Mentale reacties kunnen niet direct
gemeten worden, moeten afgeleid worden uit gedrag. Eerste cognitief
psychologisch experiment.
Wundt (1879): structuralisme (=onze algehele ervaring wordt bepaald
door het combineren van basiselementen van ervaring die sensaties
worden genoemd). Hij gebruikte analytische introspectie, een techniek
waarbij participanten processen van sensaties, gevoelens en gedachten
beschrijven. Eerste laboratorium van psychologie
De studie van de geest verlaten
Watson (1913): niet eens met de methode van analytische introspectie. →
Behaviorisme, objectief/observeerbaar. Zijn ideeën zijn geassocieerd met
klassieke conditionering (Pavlov 1927). Skinner (1938): operant
conditioneren, gedrag versterken door een positieve versterking.
- Algemene kritiek: een eenvoudige stimulus-responstheorie kan niet
verklaren dat mensen vaak reageren op verschillende aspecten van
dezelfde stimulus-gebeurtenis, en welk aspect dat is, is niet bekend
totdat de reactie is gemaakt.
Tolman (1948): ‘introduceerde’ cognitieve mappen. Chomsky (1959):
kritiek op Skinner over ontwikkeling taal bij kinderen, hij zag
taalontwikkeling als vastberadenheid (niet een resultaat van gedrag
versterkingen).
De wedergeboorte van de studie van de geest
Cognitieve revolutie = een verschuiving van psychologie van behaviorisme
naar begrijpen werking van de geest. Door o.a. introductie van de
computer (rond 1940), verwerken informatie in stages → informatie-
proces-aanpak voor het bestuderen van de geest (een benadering die
sequenties volgt van mentale operaties die betrokken zijn bij cognitie).
Het dichotic luister experiment → als mensen zich concentreerden op het
bezochte bericht, konden ze de geluiden van het onbeheerde bericht
horen, maar waren ze zich niet bewust van de inhoud van dat bericht:
Input → Filter → Detector → Output.
, Modern onderzoek in cognitieve psychologie
Structurele modellen zijn representaties van fysieke structuren, betrokken
bij specifieke functies. Doel van modellen is het simpeler maken. Proces
modellen representeren de processen die betrokken zijn in cognitieve
mechanisme, meestal boxen met specifieke processen en pijlen, die
connectie aangeven tussen processen.
- Sensorisch geheugen houdt inkomende informatie een fractie van
een seconde vast en geeft vervolgens een selectie van deze
informatie door aan kortetermijngeheugen, wat een kleine capaciteit
heeft. Sommige informatie wordt doorgegeven aan
langetermijngeheugen, met een hoge capaciteit.
Resource modellen zijn gerelateerd aan proces modellen, maar focussen
op de mentale Inspanning of de middelen die deze processen vereisen.
Processen delen vaak middelen en moeten er daarom voor strijden.
Multiple resource model: bestaat uit drie domeinen.
- Stages van verwerken, onderscheid maken tussen perceptie- en
cognitieprocessen en reageren op de ander → gebruiken
verschillende resources voor informatie.
- Codes van verwerken, ruimtelijke activiteiten vereisen andere
middelen dan verbale/linguïstische activiteiten.
- Modaliteiten, die aangeven dat auditieve perceptie andere middelen
gebruikt dan visuele waarneming
Ons grotere begrip van het functioneren van onze geest kan worden
gebruikt om:
- Goede bedieningspanelen en verkeerssituaties te ontwerpen.
- De besluitvorming en het consumentengedrag te beïnvloeden.
- Protocollen met betrekking tot het verhoor van ooggetuigen te
verbeteren.
- Werkgeheugen en trainingsprogramma's voor uitvoerende controle
te ontwikkelen
- Goede praktijken in het onderwijs te stimuleren.