geneeskunde Utrecht.
Inleiding
Deze oefentoets is bedoeld om meer inzicht te krijgen in de fysiologie rond het hart. Het hoofdstuk is
vrij lastig en het is belangrijk dat je op de selectietoets inzicht hebt in alle processen zodat je de
vragen optimaal kunt beantwoorden. In deze oefentoets zijn alle antwoorden duidelijk uitgelegd
zodat je aan het eind van deze toets het hele hoofdstuk goed kent en de principes die je niet goed
kent worden bij de antwoorden uitgelegd.
Om een goed beeld te krijgen zou ik aanbevelen om eerst de hele toets te maken en dan pas na te
kijken. Om de selectietoets te halen moeten ongeveer 80% van de vragen goed worden beantwoord,
dat betekent dat voor deze oefentoets 26 vragen goed beantwoord moeten worden.
Heel erg veel succes met de laatste loodjes! Bij vragen over de stof of over de oefentoets kunnen
jullie mij een berichtje sturen.
, Vragen
1. Hoe heet de klep tussen de rechterkamer en boezem?
a. De tricuspidalisklep
b. De bicuspidalisklep
c. De mitralisklep
d. De semilunaire klep
2. Welke stelling is juist/onjuist?
Stelling 1: De aortakleppen openen wanneer de druk in het ventrikel groter is dan de druk in
de aorta.
Stelling 2: De druk in het ventrikel is hoger op het moment dat het eind diastolisch volume
wordt gemeten dan dat het eind systolisch volume wordt gemeten.
a. Stelling 1 is juist en stelling 2 is onjuist.
b. Stelling 1 in onjuist en stelling 2 is juist.
c. Stelling 1 en 2 zijn beide juist.
d. Stelling 1 en 2 zijn beide onjuist.
3. Juist of onjuist?
Stelling 1: om calcium het RYR in te krijgen is er ATP nodig.
Stelling 2: om calcium de cel uit te krijgen via de Na/Ca-pomp is er ATP nodig.
a. Beiden juist
b. Beiden onjuist
c. Stelling 1 is juist en stelling 2 is onjuist
d. Stelling 1 is onjuist en stelling 2 is juist