Algemene psychologie- H9
PERSOONLIJKHEID
SITUERING EN DEFINITIE
HET BEGRIP PERSOONLIJKHEID IN PSYCHOLOGIE
Persona= masker
‘Evenveel definities van persoonlijkheid als psychologen bestaan’
Afhankelijk van mensvisie/ stroming
Gedragswijzen: de persoonlijkheid uit zich in gedrag (in ruime zin van het woord)
Interindividuele verschillen: de ene persoon reageert anders dan de andere
Duurzame eigenschappen: min of meer vaste gedragspatronen (tijd/ situatie)
Samenhangende structuren: de persoonlijkheidseigenschappen vormen een min
of meer logisch geheel
Eigenheid van het individu: iedereen is uniek
Persoonlijkheid is het geheel van stabiele eigenschappen die het
gedrag initiëren en dat een persoon uniek maakt
KARAKTER EN TEMPERAMENT
Karakter
o De richting van het gedrag
o Aangeleerd
o Sociale en emotionele eigenschappen, maar
ook denken en handelen
Temperament
o De intensiteit van het gedrag
o Aangeboren (biologisch bepaald)
ONTWIKKELING VAN DE PERSOONLIJKHEID
Deels aangeboren, deels leerprocessen
Maar: onder ‘aangeleerd’ verstaan we ook fysische omgevingsinvloeden (bv. Foetaal
alcoholsyndroom), deinvloed van significant others die niet de ouders zijn, hersenrijping
en hormonale invloeden
Persoonlijkheid is meestal gevormd rond leeftijd van 25à 30 jaar
‘Gipsmodel’: karakteristieke eigenschappen krijgen meer en meer vorm, tot ze op den
duur ‘ingebakken’ geraken
Maar: er kunnen nog wijzigingen optreden, bv. Door fysieke letsels of
levensgebeurtenissen, maar ook nieuwe inzichten of nieuwe levensfasen
Onderscheid:
Rangordestabiliteit: onderlinge posities tussen de personen blijft ongeveer gelijk
Niveaustabiliteit: een eigenschap wijzigt bij de hele groep doorheen de tijd
, Algemene psychologie- H9
PERSOONLIJKHEIDSTHEORIEËN
DE TYPOLOGISCHE BENADERINGSWIJZE
De temperamentenleer van Galenus
Oudheid: persoonlijkheid en lichamelijke gezondheid linken aan
Verhoudingen tussen de oerelementen (aarde, lucht, water en vuur) zoals
Empedocles deed
Verhoudingen van lichaamssappen (gele gal, zwarte
gal, bloed en slijm) zoals Hippocrates deed
Galenus: combinatie van beide, met 4
temperamenten als resultaat
o Het cholerische temperament: lichtgeraakt,
driftig, opvliegend
o Het sanguinische temperament: vurig,
levendig, levenslustig
o Het flegmatische temperament: kalm,
gelijkmatig, onberoerd
o Het melancholische temperament: zwartgallig,
somber, droefgeestig
Typologieën: mensen indelen in types en daardoor ook stigmatiseren
Stuk van de werkelijkheid verliezen
o Is makkelijk, maar tegelijk onrechtvaardigheid en onwetenschappelijk
o Geen twee mensen zijn identiek, dus ook geen twee ‘melancholici’ zijn
identiek
Stigmatisering zorgt voor vooroordelen
o Je ziet wat je verwacht te zien
o Selffulfilling prophecies
o Ook uitlokken van gedrag, bv: iemand saai vinden, zal die ook saai
‘worden’
DE FACTORANALYTISCHE BENADERINGSWIJZE
Gerard Heymans: drie dimensies die leiden tot 8 types, maar ook
plaats ergens op de dimensies ‘dus tussen de types of binnen de
kubus)
Trekkentheorieën
Trekken of traits, waarop iedereen een positie inneemt
Vaak na factoranalyse op een grote hoeveelheid eigenschappen:
Correlaties (statistische samenhang) tussen bepaalde eigenschappen: hierop
wordt factoranalyse toegepast, waarbij de correlaties verklaard worden door
middel van onderliggende dimensies (factoren)
Bepaalde eigenschappen hebben een hoge of lage (of omgekeerde) lading op die
factoren.
PERSOONLIJKHEID
SITUERING EN DEFINITIE
HET BEGRIP PERSOONLIJKHEID IN PSYCHOLOGIE
Persona= masker
‘Evenveel definities van persoonlijkheid als psychologen bestaan’
Afhankelijk van mensvisie/ stroming
Gedragswijzen: de persoonlijkheid uit zich in gedrag (in ruime zin van het woord)
Interindividuele verschillen: de ene persoon reageert anders dan de andere
Duurzame eigenschappen: min of meer vaste gedragspatronen (tijd/ situatie)
Samenhangende structuren: de persoonlijkheidseigenschappen vormen een min
of meer logisch geheel
Eigenheid van het individu: iedereen is uniek
Persoonlijkheid is het geheel van stabiele eigenschappen die het
gedrag initiëren en dat een persoon uniek maakt
KARAKTER EN TEMPERAMENT
Karakter
o De richting van het gedrag
o Aangeleerd
o Sociale en emotionele eigenschappen, maar
ook denken en handelen
Temperament
o De intensiteit van het gedrag
o Aangeboren (biologisch bepaald)
ONTWIKKELING VAN DE PERSOONLIJKHEID
Deels aangeboren, deels leerprocessen
Maar: onder ‘aangeleerd’ verstaan we ook fysische omgevingsinvloeden (bv. Foetaal
alcoholsyndroom), deinvloed van significant others die niet de ouders zijn, hersenrijping
en hormonale invloeden
Persoonlijkheid is meestal gevormd rond leeftijd van 25à 30 jaar
‘Gipsmodel’: karakteristieke eigenschappen krijgen meer en meer vorm, tot ze op den
duur ‘ingebakken’ geraken
Maar: er kunnen nog wijzigingen optreden, bv. Door fysieke letsels of
levensgebeurtenissen, maar ook nieuwe inzichten of nieuwe levensfasen
Onderscheid:
Rangordestabiliteit: onderlinge posities tussen de personen blijft ongeveer gelijk
Niveaustabiliteit: een eigenschap wijzigt bij de hele groep doorheen de tijd
, Algemene psychologie- H9
PERSOONLIJKHEIDSTHEORIEËN
DE TYPOLOGISCHE BENADERINGSWIJZE
De temperamentenleer van Galenus
Oudheid: persoonlijkheid en lichamelijke gezondheid linken aan
Verhoudingen tussen de oerelementen (aarde, lucht, water en vuur) zoals
Empedocles deed
Verhoudingen van lichaamssappen (gele gal, zwarte
gal, bloed en slijm) zoals Hippocrates deed
Galenus: combinatie van beide, met 4
temperamenten als resultaat
o Het cholerische temperament: lichtgeraakt,
driftig, opvliegend
o Het sanguinische temperament: vurig,
levendig, levenslustig
o Het flegmatische temperament: kalm,
gelijkmatig, onberoerd
o Het melancholische temperament: zwartgallig,
somber, droefgeestig
Typologieën: mensen indelen in types en daardoor ook stigmatiseren
Stuk van de werkelijkheid verliezen
o Is makkelijk, maar tegelijk onrechtvaardigheid en onwetenschappelijk
o Geen twee mensen zijn identiek, dus ook geen twee ‘melancholici’ zijn
identiek
Stigmatisering zorgt voor vooroordelen
o Je ziet wat je verwacht te zien
o Selffulfilling prophecies
o Ook uitlokken van gedrag, bv: iemand saai vinden, zal die ook saai
‘worden’
DE FACTORANALYTISCHE BENADERINGSWIJZE
Gerard Heymans: drie dimensies die leiden tot 8 types, maar ook
plaats ergens op de dimensies ‘dus tussen de types of binnen de
kubus)
Trekkentheorieën
Trekken of traits, waarop iedereen een positie inneemt
Vaak na factoranalyse op een grote hoeveelheid eigenschappen:
Correlaties (statistische samenhang) tussen bepaalde eigenschappen: hierop
wordt factoranalyse toegepast, waarbij de correlaties verklaard worden door
middel van onderliggende dimensies (factoren)
Bepaalde eigenschappen hebben een hoge of lage (of omgekeerde) lading op die
factoren.