Week VI
Leerdoelen:
Kennis van en inzicht in de kritiek op de normatieve vooronderstellingen die ten grondslag liggen aan
het recht in het algemeen en het strafrecht in het bijzonder.
Kennis van en inzicht in het verband tussen ethische theorieën en straftheorieën.
Kennis van en inzicht in de belangrijkste straftheorieën: de preventie- en vergeldings- en de gemengde
theorie.
Kennis van en inzicht in filosofische argumenten voor en tegen de doodstraf.
Kennis van en inzicht in de filosofische idee achter de koepelgevangenis en het model van het
Panoptisme.
Over misdaden en straffen – Beccaria
Straf moet noodzakelijk, proportioneel en menselijk zijn – gericht op preventie en rechtvaardigheid, niet op
wraak of macht.
Beccaria bekritiseert het 18e-eeuwse strafrecht, dat volgens hem gebaseerd is op willekeur, traditie en
machtsmisbruik. Hij pleit voor rationele, humane en rechtvaardige weten die gericht zijn op het algemeen
welzijn, niet op het belang van een bevoorrechte elite. Strafrechtshervorming is noodzakelijk om de
samenleving te verbeteren en wreedheid en ongelijkheid te bestrijden.
Oorsprong van de straffen
Wetten ontstaan uit een maatschappelijk verdrag: burgers dragen een deel van hun vrijheid over om veiligheid
en orde te waarborgen. De soeverein (staat) heeft de taak om deze veiligheid te beschermen. Straffen dienen
om burgers af te houden van handelingen die het algemeen belang schaden. Alleen noodzakelijke straffen zijn
gerechtvaardigd – hun doel is preventie, niet wraak.
Het recht om te straffen
Het strafrecht is gebaseerd op noodzaak en algemeen welzijn. Elke straf die verder gaat dan strikt noodzakelijk
is, is tiranniek. Burgers hebben slechts een klein deel van hun vrijheid afgestaan; de staat mag dus niet meer
macht uitoefenen dan nodig. Gerechtigheid is een menselijk, maatschappelijk principe, niet een goddelijk
gegeven. De legitimiteit van straf berust op de instemming van de burgers via het sociaal contract.
Conclusies over de wet en de rechter
Alleen de wetgever – vertegenwoordiger van het volk – mag straffen vaststellen. Rechters mogen enkel de wet
toepassen, niet interpreteren of verzwaren. Burgers zijn door het maatschappelijk contract aan elkaar
gebonden; dit geldt voor iedereen, ongeacht rang of macht. De soeverein maakt algemene wetten, maar
bepaalt niet of een individu schuldig is – dat is de taak van een onafhankelijke rechter.
Beccaria verzet zich tegen willekeur, geheime procedures en het ontbreken van rechtsbescherming.
Over de doodstraf
De doodstraf is volgens Beccaria onrechtvaardig, ineffectief en onmenselijk. Het recht om te doden maakt
geen deel uit van het maatschappelijk verdrag: niemand heeft dat recht vrijwillig afgestaan. Argumenten vóór
de doodstraf (gevaar van de dader, afschrikking) worden verworpen:
De doodstraf vermindert criminaliteit niet – er is geen empirisch bewijs.
Langdurige en zichtbare straffen (bv. dwangarbeid) zijn effectiever als afschrikmiddel.
De doodstraf bevordert geweld i.p.v. het te verminderen; wetten moeten juist geweld tegengaan. Afschaffing
van de doodstraf wordt gezien als een teken van maatschappelijke vooruitgang en humaniteit.
The Metaphysics of Morals – Immanuel Kant
Straf is bij Kant geen middel, maar een morele plicht tot vergelding die voortvloeit uit de rechtvaardigheid zelf –
steeds in overeenstemming met gelijkheid en menselijke waardigheid.
Het recht om te straffen