100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Europees recht samenvatting compleet

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
88
Geüpload op
26-11-2025
Geschreven in
2025/2026

Deze samenvatting van het Europees recht is volledig en zorgvuldig uitgewerkt. Alle leereenheden zijn behandeld, inclusief alle leerdoelen, kernbegrippen, jurisprudentie, hoorcolleges en oefenvragen. Ook zijn alle kennisclips volledig getranscribeerd en verwerkt in de tekst, zodat geen enkel belangrijk detail ontbreekt. De samenvatting is overzichtelijk opgebouwd: elke leereenheid begint op een nieuwe pagina, waardoor je gemakkelijk kunt navigeren door de stof. Belangrijke begrippen zijn rood en vetgedrukt, alle wetsartikelen zijn blauw gemarkeerd en de arresten zijn groen gemarkeerd. Dankzij de duidelijke structuur en opmaak is deze samenvatting ideaal om snel, efficiënt en met vertrouwen te studeren. Alles wat je moet weten voor het vak Europees recht staat erin. Het is een compleet, overzichtelijk en tentamenproof samenvatting.

Meer zien Lees minder











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
26 november 2025
Aantal pagina's
88
Geschreven in
2025/2026
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

0 - De EU als rechtsorde
0.1 Inleiding
Arresten
- Arrest Titaandioxide
- Arrest Tabaksreclame
- Arrest Van Gend en Loos
- Arrest Costa/ENEL
- Arrest Inter-Environment

Quiz - 0.2 Europese integratie: primair en secundair recht

1. Wat is het verschil tussen intergouvernementele en supranationale samenwerking?

Bij intergouvernementele samenwerking blijft ieder land de baas over zijn eigen beslissingen. Ze overleggen
wel, maar uiteindelijk kan elk land zelf kiezen of het meedoet of niet. Als één land het niet ziet zitten, kan het de
boel tegenhouden. Zo blijft iedereen zijn eigen vrijheid houden, maar kan het soms moeilijk zijn om snel samen
iets te bereiken.

Bij supranationale samenwerking spreken landen af om een deel van hun macht af te staan aan een
gezamenlijke organisatie die boven hen staat. Die organisatie mag dan besluiten nemen die voor alle landen
gelden, ook als sommige landen het er niet mee eens zijn. Dat betekent dat landen minder vrijheid hebben om
zelf te beslissen, maar dat er wel sneller en duidelijker gezamenlijke regels en oplossingen komen.

2. Is de Europese Unie een staat?

Nee, de Europese Unie is géén staat.

3. Waarom is de EEG opgericht?

De EEG is opgericht om vrede te bewaren door economische samenwerking, en om Europa welvarender en
invloedrijker te maken.

4. In de loop van de Europese communautaire geschiedenis hebben zich nogal wat verdragswijzigingen
voorgedaan. Zet de onderstaande verdragen in de juiste chronologische volgorde en noem bij elk van de
verdragen één belangrijke wijziging/verandering ten opzichte van de situatie direct voorafgaand aan de
betreffende verdragswijziging.

- Europese Akte
- Fusieverdrag
- Verdrag van Amsterdam
- Verdrag van Lissabon
- Verdrag van Nice

1. Fusieverdrag (1965, in werking 1967)
→ De drie bestaande gemeenschappen (EGKS, EEG en Euratom) kregen voortaan één gezamenlijke Raad en één
Commissie. Dat maakte de samenwerking overzichtelijker.

2. Europese Akte (1986, in werking 1987)
→ Legde de basis voor de interne markt, waarin goederen, diensten, kapitaal en personen vrij konden bewegen.
Ook werd het Europees Parlement sterker door uitbreiding van de medebeslissingsrechten.

3. Verdrag van Amsterdam (1997, in werking 1999)
→ Meer samenwerking op het gebied van justitie en binnenlandse zaken, zoals asiel en immigratie. Ook kreeg
het Europees Parlement meer invloed via uitbreiding van de medebeslissingsprocedure.

4. Verdrag van Nice (2001, in werking 2003)
→ Hervormde de instellingen van de EU om de uitbreiding naar Oost-Europa mogelijk te maken. Denk aan
aanpassingen in de stemverhoudingen in de Raad en het aantal zetels in het Europees Parlement.

,5. Verdrag van Lissabon (2007, in werking 2009)
→ Zorgde voor meer democratische legitimiteit en slagvaardigheid: de Europese Raad kreeg een vaste
voorzitter, het Europees Parlement kreeg meer macht, en het Handvest van de Grondrechten werd juridisch
bindend.

0.2 Europese integratie: primair en secundair recht
Europese integratie
Een van de aanleidingen voor het ontstaan van de EU was de wens om – na de Tweede Wereldoorlog – een
langdurige vrede te creëren. Een belangrijke overweging hierbij was dat Duitsland niet weer zo machtig zou
moeten worden op basis van haar sterke industrie (en daarmee economie). Tevens speelde mee dat voor het
Marshallplan (de financiële hulp van de VS aan Europa voor wederopbouw) onder de voorwaarde van Europese
integratie werd gegeven.

Vanuit het plan van Schuman (1950) en de oprichting van een gemeenschappelijke markt voor kolen en staal
(EGKS), en vervolgens het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (EEG) en de
Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) werd de interne markt neergezet als de kern van de
communautaire gemeenschap. Vanuit deze kern is die gemeenschap zich met steeds meer beleidsterreinen
gaan bezighouden, zoals de justitiële en politiële samenwerking.

Bijzonder aan de Europese integratie is dat bij de oprichting van de Europese Gemeenschap
bewust werd gekozen voor een supranationale structuur, waarbij een Hoge Autoriteit boven de lidstaten werd
geplaatst en niet aan hen verantwoording hoefde af te leggen. Dit betekende een breuk met het klassieke
intergouvernementele model van internationale samenwerking, zoals dat werd gehanteerd door de Raad van
Europa (opgericht in 1949). Onder 0.4 in deze leereenheid wordt verder ingegaan op de betekenis hiervan voor
de soevereiniteit van de lidstaten en de verhouding tussen de lidstaten en de Unie.

De ontwikkeling van de EU en de steeds verdergaande Europese integratie beslaat inmiddels meer dan zeventig
jaar. De zes oprichtingsstaten waren Frankrijk, Duitsland, Italië, België, Nederland en Luxemburg. Inmiddels telt
de EU 27 lidstaten, nadat het Verenigd Koninkrijk in 2020 officieel uit de Unie is getreden.

Het recht – naast politieke en economische overwegingen – speelt een essentiële rol in de vormgeving van de
Europese integratie. Wanneer we spreken over het Europees recht, maken we een onderscheid tussen het
primair en secundair recht.

Primair recht
Het primair recht vormt het juridische fundament van de Europese Unie. Het primair recht is overeengekomen
tussen de lidstaten ter oprichting van de Europese Gemeenschap (nu Europese Unie) en heeft zich over de jaren
ontwikkeld.

Het primair recht bestaat uit de belangrijkste verdragen die de werking en structuur van de EU bepalen. De
volgende verdragen worden tot het primaire EU-recht gerekend:
- het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU);
- het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU);
- het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie (sinds 2009).

Deze verdragen leggen vast welke bevoegdheden de EU-instellingen bezitten, welke doelstellingen de Unie
nastreeft, en welke grondrechten en rechtsbeginselen binnen de Unie gelden. Je vindt ze allemaal terug in je
wettenbundel en ze vormen de basis van vrijwel alle juridische informatie in de cursus.

Het VEU schetst de institutionele en ideologische contouren van de Unie. Het regelt de oprichting van
instellingen, de toetreding van lidstaten en de fundamentele waarden waarop de Unie is gebaseerd, zoals
democratie, rechtsstaat en mensenrechten. Ook het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid is
hierin verankerd.

Het meer omvangrijke VWEU regelt het dagelijkse beleid van de Unie. Het bevat bepalingen over onder meer
de interne markt, landbouw, milieu, mededinging en sociale zaken. Tevens bepaalt het welke bevoegdheden de

,instellingen hebben om wetgeving vast te stellen en beleid uit te voeren. Daarmee vormt het de kern van het
concrete, toepasbare EU-recht.

Het Handvest bevat de fundamentele rechten en vrijheden die binnen de EU gelden, waaronder menselijke
waardigheid, privacy, non-discriminatie en sociale rechten. Sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van
Lissabon heeft het Handvest dezelfde juridische waarde als het VEU en VWEU (art. 6 lid 1 VEU). Het fungeert als
toetssteen voor zowel EU-wetgeving als nationale maatregelen die binnen het toepassingsgebied van het EU-
recht vallen.

Secundair recht
De Verdragen hebben een raamwerkkarakter. Terwijl zeker het VWEU ook inhoudelijke bepalingen kent, is
voorzien dat veel Europese integratie nader inhoudelijke invulling nodig zou hebben. Dit gebeurt op basis van
het secundair recht.

Het secundair recht vloeit voort uit het primair recht en wordt vastgesteld door de instellingen van de Europese
Unie, zoals het Europees Parlement, de Raad en de Europese Commissie. Onder 0.3 van deze leereenheid wordt
verder ingegaan op deze institutionele actoren en de verschillende besluitvormingsprocessen.

Het bestaat uit verschillende rechtsinstrumenten, elk met een eigen juridische werking (zie art. 288 VWEU):
- Verordeningen zijn rechtstreeks van toepassing in alle lidstaten en vereisen geen omzetting in nationale
wetgeving. Een bekend voorbeeld is de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) (2016/679).
- Richtlijnen moeten binnen een bepaalde termijn worden omgezet in nationale wetgeving. Voorbeelden zijn de
richtlijn inzake arbeidstijden (2003/88/EG) en de richtlijn inzake consumentenrechten (2011/83/EU).
- Besluiten zijn gericht tot specifieke lidstaten, ondernemingen of personen en zijn bindend voor de
geadresseerden. Een voorbeeld is het besluit tot het opleggen van een boete aan Google in 2017.
- Aanbevelingen en adviezen zijn niet bindend, maar geven richting aan het beleid en de interpretatie van het
recht.

Het is van belang te weten dat secundair recht doorgaans niet is opgenomen in de collegebundel, aangezien het
om afgeleide wetgeving gaat die buiten het nationale wetgevingsproces tot stand komt.

Quiz - 0.3 Institutionele actoren en besluitvorming

1. Noem de belangrijkste vijf instellingen van de Europese Unie en geef aan wat hun taken zijn.

1. De Europese Raad
Taken: bepaalt de algemene politieke richting en prioriteiten van de EU. Neemt geen wetgevende besluiten,
maar zet de grote lijnen uit.

2. De Europese Commissie
Taken:
- Ontwerpen van wetsvoorstellen.
- Toezien op naleving van EU-wetgeving.
- Uitvoeren van het dagelijks beleid van de EU.
- Beheren van het EU-budget.

3. De Raad van de Europese Unie (Raad van Ministers)
Taken:
- Samen met het Europees Parlement goedkeuren van EU-wetgeving.
- Coördineren van beleid van lidstaten.
- Sluiten van internationale overeenkomsten.

4. Het Europees Parlement
Taken:
- Wetgeving vaststellen samen met de Raad van de EU.
- Controleren van de Europese Commissie.
- Goedkeuren van de EU-begroting.

, 5. Het Europees Hof van Justitie
Taken:
- Toepassen en interpreteren van EU-wetgeving.
- Zorgen dat EU-recht uniform wordt toegepast in alle lidstaten.
- Beslissen over geschillen tussen lidstaten, EU-instellingen of burgers.

2. Welke belangen worden door de bij vraag 1 bedoelde vijf instellingen van de Europese Unie
vertegenwoordigd?

1. De Europese Raad: vertegenwoordigt de politieke belangen van de lidstaten.
Staat bovenaan de besluitvorming en geeft de EU de grote politieke lijnen, gebaseerd op wat de regeringen van
de lidstaten belangrijk vinden.

2. De Europese Commissie: vertegenwoordigt het algemene belang van de EU als geheel.
Werkt onafhankelijk van de lidstaten en ziet erop toe dat EU-wetgeving wordt uitgevoerd en dat de hele Unie
vooruitgaat, niet slechts individuele landen.

3. De Raad van de Europese Unie (Raad van Ministers): vertegenwoordigt de nationale belangen van de
lidstaten.
Elke minister brengt het standpunt van zijn of haar land in bij besluitvorming over wetgeving en beleid.

4. Het Europees Parlement: vertegenwoordigt de belangen van de burgers van de EU.
Leden van het Europees Parlement worden direct gekozen door Europese burgers, waardoor hun werk in
principe gericht is op wat de inwoners van de EU willen.

5. Het Europees Hof van Justitie: vertegenwoordigt het belang van het Europese recht en de rechtszekerheid.
Zorgt dat EU-wetgeving uniform wordt toegepast in alle lidstaten, zodat iedereen binnen de EU gelijke rechten
heeft.

3. Is de Raad van Europa een orgaan van de EU?

Nee, de Raad van Europa is géén orgaan van de Europese Unie.

4. Wat is de Europese Raad, wie maken er deel van uit en wat zijn haar bevoegdheden?

De Europese Raad is één van de belangrijkste instellingen van de Europese Unie. Het is het hoogste politieke
orgaan van de EU en bepaalt de algemene politieke richting en prioriteiten van de Unie. Het neemt geen wetten
aan, maar zet de grote lijnen uit voor het beleid van de EU.

De Europese Raad bestaat uit:
- De staatshoofden of regeringsleiders van alle lidstaten (bijvoorbeeld de minister-president of president van elk
land).
- De voorzitter van de Europese Raad (gekozen voor 2,5 jaar, hernieuwbaar): leidt de vergaderingen en
vertegenwoordigt de EU op hoog niveau.
- De voorzitter van de Europese Commissie: neemt deel om beleid en voorstellen toe te lichten.

Bevoegdheden van de Europese Raad:
- Bepalen van de algemene politieke richting en prioriteiten van de EU.
- Beslissen over belangrijke kwesties, zoals uitbreiding van de EU of wijziging van verdragen.
- Opstellen van strategieën voor buitenlands beleid en veiligheid.
- Aansturen van de EU op lange termijn, bijvoorbeeld door politieke agenda’s vast te stellen.

5. Wat is de verhouding tussen de Europese Commissie en het Europees Parlement?

De verhouding tussen de Europese Commissie en het Europees Parlement is er één van samenwerking én
controle. De Europese Commissie heeft het initiatiefrecht: zij bedenkt en doet voorstellen voor nieuwe wetten
en beleid in de Europese Unie. Ook ziet de Commissie toe op de uitvoering van de wetten en beheert zij het EU-
budget. Ze vertegenwoordigt het algemene belang van de EU, niet dat van één land.
€9,64
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
Angelina2001

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
Angelina2001 Open Universiteit
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
3
Lid sinds
4 weken
Aantal volgers
0
Documenten
2
Laatst verkocht
2 weken geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen