Burgerlijk procesrecht – Week 1
Structuur van het Wetboek van Rechtsvordering
Wetboek bestaat uit vier boeken
- Vier boeken
1. Van proces tot uitspraak
2. Tenuitvoerlegging
3. Bijzondere typen procedures
4. Arbitrage
- Structuur Boek 1
Steeds twee vragen stellen
o Gaat de casus over procederen in eerste aanleg, tweede aanleg (appel) of derde aanleg
(cassatie)?
Titel 1: algemene bepalingen
o Gaat de casus over procederen op basis van een vordering (dagvaardingsprocedure) of
een verzoek (verzoekschriftprocedure)!
Dagvaarding: titel 2
Verzoekschrift: titel 3
Bevoegdheden
Stappenplan
- De rechtsmacht van de Nederlandse rechter (de nationale ‘waar’-vraag)
Alleen relevant als zich internationale aspecten voordoen in de voorliggende casus!
Komt aan de Nederlandse rechter rechtsmacht toe of is een buitenlandse rechter bevoegd?
o Art. 1 Rv: verdragen en EG/EU-Verordeningen hebben voorrang boven de bepalingen
neergelegd in de eerste afdeling van Boek 1 Rv
Eerst kijken of er een verdrag of verordening van toepassing is
Zo ja, kijken in Brussel I bis-verordening (EEX-verordening II)
Zo nee, kijken naar art. 1-14 Rv
o Wanneer is de EEX-Vo II van toepassing?
Art. 1 EEX-Vo II: materieel toepassingsgebied
Deze verordening wordt toegepast in burgerlijke en handelszaken, ongeacht de
aard van het gerecht
Uitzonderingen (echtscheiding)
Art. 4 EEX-Vo II: formeel toepassingsgebied
Onverminderd deze verordening worden zij die woonplaats hebben op het
grondgebied van een lidstaat, ongeacht hun nationaliteit, opgeroepen voor de
gerechten van die lidstaat woonplaats van gedaagde in lidstaat (jo. art. 62
EEX Vo jo. art. 1:10 lid 2 BW)
Als aan art. 1 en 4 EEX Vo II is voldaan, is de rechter van de woonplaats (dus niet
nationaliteit) van de verweerder (gedaagde) bevoegd (art. 4 EEX-Vo II)
Let op: art 5 EEX-Vo II
Er kan nog een andere rechter bevoegd worden gekozen
Art. 7 EEX-Vo II: alternatieve bevoegdheid (naast de hoofdregel)
Je kan ook ergens anders worden opgeroepen als het gaat om
Dan op de woonplaats van de eiser (indien die in een lidstaat woont)
Verbintenissen uit overeenkomst voor het gerecht van de plaats waar de
verbintenis die aan de eis ten grondslag ligt, is uitgevoerd of moet worden
uitgevoerd (lid 1)
, Verbintenissen uit onrechtmatige daad voor het gerecht van de plaats
waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan of zich kan
voordoen (lid 2)
Art. 24 EEX-Vo: bevoegdheid rechter woonplaats verweerder bij huur
De gerechten van de lidstaat waar de verweerder woonplaats heeft zijn
bevoegd, indien
Het gaat om huur en verhuur van onroerende goederen
Voor tijdelijk particulier gebruik
Voor ten hoogste zes aaneensluitende maanden
Als de huurder een natuurlijk persoon is;
En de eigenaar en de huurder woonplaats hebben in dezelfde lidstaat
- De hiërarchie in Nederland – de absolute competentie (de ‘wie’-vraag)
Art. 2 RO
o De tot de rechterlijke macht behorende gerechten zijn
De rechtbanken
De gerechtshoven
De Hoge Raad
Art. 42 RO rechtbank
o De rechtbanken nemen in eerste aanleg kennis van alle burgerlijke zaken, behoudens bij
de wet bepaalde uitzonderingen
Art. 60 lid 1 RO gerechtshof
o De gerechtshoven oordelen in hoger beroep over de daarvoor vatbare vonnissen,
beschikkingen en uitspraken in burgerlijke zaken, strafzaken en belastingzaken van de
rechtbanken in hun ressort.
Art. 78 lid 1 RO Hoge Raad
o De Hoge Raad neemt kennis van het beroep in cassatie tegen de handelingen, arresten,
vonnissen en beschikkingen van de gerechtshoven en de rechtbanken, ingesteld hetzij
door een partij, hetzij «in het belang der wet» door de procureur-generaal bij de Hoge
Raad.
Art. 72 en 73 Rv: regels van openbare orde
o De burgerlijke rechter is lijdelijk, hij mag geen uitspraak doen over iets wat niet op zijn
bordje is gekomen. Het moet wel gevorderd zijn door partijen (art. 24 Rv)
o De rechter moet altijd ambtshalve kijken of partijen wel bij het juiste gerecht zitten
(uitzondering op art. 24 Rv dus)
Partijen kunnen er geen onderlinge afspraken over maken
- Dagvaardings- of verzoekschriftprocedure (art. 78 en 261 Rv)?
Met welk processtuk moet de procedure worden ingeleid? Een dagvaarding of een
verzoekschrift?
o Art. 261 jo. art. 78 lid 1 Rv: dagvaardingsprocedure
Van toepassing op zaken waarop niet ingevolge art. 261 Rv de derde titel van
toepassing is
o Art. 261 lid 1 en 2 Rv: verzoekschriftprocedure
Ook verwijzen naar het artikel dat in casu van belang is!
Verzoek nodig als dit uit de wet voortvloeit
Dit moet in de wet zelf staan
“Op verzoek”, “verzoekschrift”, “verzoekt”
Als dit er niet staat, is het een dagvaardingsprocedure o.g.v. art. 78 Rv
Wettelijke grondslag van de vordering / het verzoek (bijv. art. 1:150, 3:296 (niet),
6:74, 6:162 BW)
Verschillen
o Dagvaardingsprocedure
, Via gerechtsdeurwaarder, gericht aan de wederpartij
Accent vaak meer op schriftelijke vorm
Gefragmenteerder dan een verzoekschriftprocedure: meer processtukken gewisseld
Rechter van de woonplaats van de gedaagde is bevoegd
Terminologie: ‘vordering, ‘vonnis of arrest’
o Verzoekschriftprocedure
Ingediend ter griffie, gericht aan de rechter
Accent vaak meer op mondelinge vorm
Er worden vaak minder stukken uitgewisseld dan in een dagvaardingsprocedure
Verloopt vaak sneller en is goedkoper
Rechter van de woonplaats van de verzoeker is bevoegd
Terminologie: ‘verzoek, ‘beschikking’
- Kamer kanton of civiel? – de sectorcompetentie
Dagvaardingsprocedure (art. 93 e.v. Rv)
o Vier gevallen waarin de kantonrechter bevoegd is, anders kamer civiel
Andere zaken ten aanzien waarvan de wet dit bepaalt (sub d)
Arbeidsovereenkomst, consumentenzaak of huurzaak (sub c)
Zaak van onbepaalde waarde (sub b)
Vorderingen met een beloop van ten hoogste €25.000 (sub a)
Vorderingen mogen bij elkaar worden opgeteld (art. 94 lid 1 Rv: totale waarde)
Rente wordt meegenomen in dit bedrag
Je mag in de loop van je procedure je eis veranderen, maar als je dan op/onder
de grens van €25.000 komt, heeft dit invloed op de sectorcompetentie (art. 95
Rv)
o Geen advocaat nodig bij de kamer kanton
Verzoekschriftprocedure (materiële wet!)
o Als een kantonrechter bevoegd is, staat dit erbij
Als dit niet zo is, is de kamer civiel bevoegd
- De reis naar de rechter toe? – de relatieve competentie (de regionale ‘waar’-vraag)
Dagvaardingsprocedure (art. 99 e.v. Rv)
o Tenzij de wet anders bepaalt, is de rechter van de woonplaats van de gedaagde bevoegd
Jo. art. 1:10-1:15 BW (hoeft niet per se benoemd te worden)
Art. 1:10 lid 2 BW: rechtspersoon (zie ook art. 1:14 BW)
o Let op: art. 100-108 Rv regels over exclusief bevoegde of alternatief bevoegde
rechters
Art. 102 Rv: bij onrechtmatige daad is ook de rechter van de plaats waar het feit zich
heeft voorgedaan bevoegd
Verzoekschriftprocedure (art. 262 Rv e.v.)
o Tenzij de wet anders bepaald is de rechter van de woonplaats van de eiser of een van de
belanghebbenden bevoegd
Jo. art. 1:10-1:15 BW
Art. 1:10 lid 2 BW: rechtspersoon (zie ook art. 1:14 BW)
In een echtscheidingsprocedure (art. 1:150 BW) is de andere echtgenoot
belanghebbende (art. 815 e.v. Rv)
o Let op: art. 263-268 Rv regels over exclusief bevoegde, of alternatief bevoegde
rechters)
Geen regels van openbare orde in eerste aanleg, maar zie art. 110 Rv
Partijen kunnen een forumkeuzebeding maken
o Art. 110 Rv
, Als het gaat om zaken van ten hoogste €25.000, zaken betreffende individuele
arbeidsovereenkomsten of zaken als bedoeld in art. 101 en 103, verwijst de rechter
de zaak wel ambtshalve naar de bevoegde rechter
o Wel regels van openbare orde in hoger beroep
Forumkeuzebeding
Stappenplan
- Wijkt het forumkeuzebeding af van de normale regels van bevoegdheid?
Afgaan schema bevoegdheden
- Is een forumkeuzebeding toegestaan?
Onredelijke bezwarendheid (art. 6:233a jo. art. 6:236 aanhef en onder n BW)
Ambtshalve beroep op de Richtlijn of afdeling 6.5.3 BW door de rechter
HR Heesakkers/Voets
o De nationale rechter is gehouden ambtshalve na te gaan of een contractueel beding valt
onder Richtlijn 93/13 en, zo ja, te onderzoeken of dit oneerlijk is, indien hij over de
daartoe noodzakelijke gegevens, feitelijk en rechtens, beschikt
Is de richtlijn van toepassing?
Art. 1 en art. 3: verkoper en consument én als het gaat over een beding
waarover niet individueel is onderhandeld
Is het beding dat onder de reikwijdte van de richtlijn valt oneerlijk?
Rechter kan niet zeggen ‘o.g.v. de richtlijn is het beding oneerlijk en daarom
vernietig ik het beding’, omdat richtlijnen geen rechtstreekse werking hebben
Richtlijnconforme uitleg van het Nederlandse recht brengt mee dat de
Nederlandse rechter o.g.v. art. 6:233 BW gehouden kan zijn onderzoek naar het
beding te verrichten (dus nagaan of het beding oneerlijk is)
Als het beding oneerlijk is, moet het worden vernietigd o.g.v. art. 6:233 sub a
BW, tenzij de consument zich daartegen verzet
Het forumkeuzebeding is dan van tafel en dan moet je terugvallen op de
hoofdregel
o Als de Richtlijn niet van toepassing is, dan mag een forumkeuzebeding (art. 108 lid 1 Rv),
maar uitzonderingen in lid 2
Dit moet de rechter toetsen o.g.v. art. 110 lid 1 Rv
In zaken waarin de vordering ten hoogste €25.000 beloopt, zaken betreffende
een individuele arbeidsovereenkomst en zaken als bedoeld in art. 101 en 103
tweede zin, beoordeelt de rechter ook zonder daartoe strekkend verweer of hij
relatief bevoegd is (en dat is hij niet o.g.v. art. 108 Rv)
Uitzonderingen (lid 2)
Indien zij is aangegaan na het ontstaan van het geschil, of
De werknemer, de partij die niet handelt in de uitoefening van beroep of bedrijf
dan wel de huurder zich tot de aangewezen rechter wendt
Structuur van het Wetboek van Rechtsvordering
Wetboek bestaat uit vier boeken
- Vier boeken
1. Van proces tot uitspraak
2. Tenuitvoerlegging
3. Bijzondere typen procedures
4. Arbitrage
- Structuur Boek 1
Steeds twee vragen stellen
o Gaat de casus over procederen in eerste aanleg, tweede aanleg (appel) of derde aanleg
(cassatie)?
Titel 1: algemene bepalingen
o Gaat de casus over procederen op basis van een vordering (dagvaardingsprocedure) of
een verzoek (verzoekschriftprocedure)!
Dagvaarding: titel 2
Verzoekschrift: titel 3
Bevoegdheden
Stappenplan
- De rechtsmacht van de Nederlandse rechter (de nationale ‘waar’-vraag)
Alleen relevant als zich internationale aspecten voordoen in de voorliggende casus!
Komt aan de Nederlandse rechter rechtsmacht toe of is een buitenlandse rechter bevoegd?
o Art. 1 Rv: verdragen en EG/EU-Verordeningen hebben voorrang boven de bepalingen
neergelegd in de eerste afdeling van Boek 1 Rv
Eerst kijken of er een verdrag of verordening van toepassing is
Zo ja, kijken in Brussel I bis-verordening (EEX-verordening II)
Zo nee, kijken naar art. 1-14 Rv
o Wanneer is de EEX-Vo II van toepassing?
Art. 1 EEX-Vo II: materieel toepassingsgebied
Deze verordening wordt toegepast in burgerlijke en handelszaken, ongeacht de
aard van het gerecht
Uitzonderingen (echtscheiding)
Art. 4 EEX-Vo II: formeel toepassingsgebied
Onverminderd deze verordening worden zij die woonplaats hebben op het
grondgebied van een lidstaat, ongeacht hun nationaliteit, opgeroepen voor de
gerechten van die lidstaat woonplaats van gedaagde in lidstaat (jo. art. 62
EEX Vo jo. art. 1:10 lid 2 BW)
Als aan art. 1 en 4 EEX Vo II is voldaan, is de rechter van de woonplaats (dus niet
nationaliteit) van de verweerder (gedaagde) bevoegd (art. 4 EEX-Vo II)
Let op: art 5 EEX-Vo II
Er kan nog een andere rechter bevoegd worden gekozen
Art. 7 EEX-Vo II: alternatieve bevoegdheid (naast de hoofdregel)
Je kan ook ergens anders worden opgeroepen als het gaat om
Dan op de woonplaats van de eiser (indien die in een lidstaat woont)
Verbintenissen uit overeenkomst voor het gerecht van de plaats waar de
verbintenis die aan de eis ten grondslag ligt, is uitgevoerd of moet worden
uitgevoerd (lid 1)
, Verbintenissen uit onrechtmatige daad voor het gerecht van de plaats
waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan of zich kan
voordoen (lid 2)
Art. 24 EEX-Vo: bevoegdheid rechter woonplaats verweerder bij huur
De gerechten van de lidstaat waar de verweerder woonplaats heeft zijn
bevoegd, indien
Het gaat om huur en verhuur van onroerende goederen
Voor tijdelijk particulier gebruik
Voor ten hoogste zes aaneensluitende maanden
Als de huurder een natuurlijk persoon is;
En de eigenaar en de huurder woonplaats hebben in dezelfde lidstaat
- De hiërarchie in Nederland – de absolute competentie (de ‘wie’-vraag)
Art. 2 RO
o De tot de rechterlijke macht behorende gerechten zijn
De rechtbanken
De gerechtshoven
De Hoge Raad
Art. 42 RO rechtbank
o De rechtbanken nemen in eerste aanleg kennis van alle burgerlijke zaken, behoudens bij
de wet bepaalde uitzonderingen
Art. 60 lid 1 RO gerechtshof
o De gerechtshoven oordelen in hoger beroep over de daarvoor vatbare vonnissen,
beschikkingen en uitspraken in burgerlijke zaken, strafzaken en belastingzaken van de
rechtbanken in hun ressort.
Art. 78 lid 1 RO Hoge Raad
o De Hoge Raad neemt kennis van het beroep in cassatie tegen de handelingen, arresten,
vonnissen en beschikkingen van de gerechtshoven en de rechtbanken, ingesteld hetzij
door een partij, hetzij «in het belang der wet» door de procureur-generaal bij de Hoge
Raad.
Art. 72 en 73 Rv: regels van openbare orde
o De burgerlijke rechter is lijdelijk, hij mag geen uitspraak doen over iets wat niet op zijn
bordje is gekomen. Het moet wel gevorderd zijn door partijen (art. 24 Rv)
o De rechter moet altijd ambtshalve kijken of partijen wel bij het juiste gerecht zitten
(uitzondering op art. 24 Rv dus)
Partijen kunnen er geen onderlinge afspraken over maken
- Dagvaardings- of verzoekschriftprocedure (art. 78 en 261 Rv)?
Met welk processtuk moet de procedure worden ingeleid? Een dagvaarding of een
verzoekschrift?
o Art. 261 jo. art. 78 lid 1 Rv: dagvaardingsprocedure
Van toepassing op zaken waarop niet ingevolge art. 261 Rv de derde titel van
toepassing is
o Art. 261 lid 1 en 2 Rv: verzoekschriftprocedure
Ook verwijzen naar het artikel dat in casu van belang is!
Verzoek nodig als dit uit de wet voortvloeit
Dit moet in de wet zelf staan
“Op verzoek”, “verzoekschrift”, “verzoekt”
Als dit er niet staat, is het een dagvaardingsprocedure o.g.v. art. 78 Rv
Wettelijke grondslag van de vordering / het verzoek (bijv. art. 1:150, 3:296 (niet),
6:74, 6:162 BW)
Verschillen
o Dagvaardingsprocedure
, Via gerechtsdeurwaarder, gericht aan de wederpartij
Accent vaak meer op schriftelijke vorm
Gefragmenteerder dan een verzoekschriftprocedure: meer processtukken gewisseld
Rechter van de woonplaats van de gedaagde is bevoegd
Terminologie: ‘vordering, ‘vonnis of arrest’
o Verzoekschriftprocedure
Ingediend ter griffie, gericht aan de rechter
Accent vaak meer op mondelinge vorm
Er worden vaak minder stukken uitgewisseld dan in een dagvaardingsprocedure
Verloopt vaak sneller en is goedkoper
Rechter van de woonplaats van de verzoeker is bevoegd
Terminologie: ‘verzoek, ‘beschikking’
- Kamer kanton of civiel? – de sectorcompetentie
Dagvaardingsprocedure (art. 93 e.v. Rv)
o Vier gevallen waarin de kantonrechter bevoegd is, anders kamer civiel
Andere zaken ten aanzien waarvan de wet dit bepaalt (sub d)
Arbeidsovereenkomst, consumentenzaak of huurzaak (sub c)
Zaak van onbepaalde waarde (sub b)
Vorderingen met een beloop van ten hoogste €25.000 (sub a)
Vorderingen mogen bij elkaar worden opgeteld (art. 94 lid 1 Rv: totale waarde)
Rente wordt meegenomen in dit bedrag
Je mag in de loop van je procedure je eis veranderen, maar als je dan op/onder
de grens van €25.000 komt, heeft dit invloed op de sectorcompetentie (art. 95
Rv)
o Geen advocaat nodig bij de kamer kanton
Verzoekschriftprocedure (materiële wet!)
o Als een kantonrechter bevoegd is, staat dit erbij
Als dit niet zo is, is de kamer civiel bevoegd
- De reis naar de rechter toe? – de relatieve competentie (de regionale ‘waar’-vraag)
Dagvaardingsprocedure (art. 99 e.v. Rv)
o Tenzij de wet anders bepaalt, is de rechter van de woonplaats van de gedaagde bevoegd
Jo. art. 1:10-1:15 BW (hoeft niet per se benoemd te worden)
Art. 1:10 lid 2 BW: rechtspersoon (zie ook art. 1:14 BW)
o Let op: art. 100-108 Rv regels over exclusief bevoegde of alternatief bevoegde
rechters
Art. 102 Rv: bij onrechtmatige daad is ook de rechter van de plaats waar het feit zich
heeft voorgedaan bevoegd
Verzoekschriftprocedure (art. 262 Rv e.v.)
o Tenzij de wet anders bepaald is de rechter van de woonplaats van de eiser of een van de
belanghebbenden bevoegd
Jo. art. 1:10-1:15 BW
Art. 1:10 lid 2 BW: rechtspersoon (zie ook art. 1:14 BW)
In een echtscheidingsprocedure (art. 1:150 BW) is de andere echtgenoot
belanghebbende (art. 815 e.v. Rv)
o Let op: art. 263-268 Rv regels over exclusief bevoegde, of alternatief bevoegde
rechters)
Geen regels van openbare orde in eerste aanleg, maar zie art. 110 Rv
Partijen kunnen een forumkeuzebeding maken
o Art. 110 Rv
, Als het gaat om zaken van ten hoogste €25.000, zaken betreffende individuele
arbeidsovereenkomsten of zaken als bedoeld in art. 101 en 103, verwijst de rechter
de zaak wel ambtshalve naar de bevoegde rechter
o Wel regels van openbare orde in hoger beroep
Forumkeuzebeding
Stappenplan
- Wijkt het forumkeuzebeding af van de normale regels van bevoegdheid?
Afgaan schema bevoegdheden
- Is een forumkeuzebeding toegestaan?
Onredelijke bezwarendheid (art. 6:233a jo. art. 6:236 aanhef en onder n BW)
Ambtshalve beroep op de Richtlijn of afdeling 6.5.3 BW door de rechter
HR Heesakkers/Voets
o De nationale rechter is gehouden ambtshalve na te gaan of een contractueel beding valt
onder Richtlijn 93/13 en, zo ja, te onderzoeken of dit oneerlijk is, indien hij over de
daartoe noodzakelijke gegevens, feitelijk en rechtens, beschikt
Is de richtlijn van toepassing?
Art. 1 en art. 3: verkoper en consument én als het gaat over een beding
waarover niet individueel is onderhandeld
Is het beding dat onder de reikwijdte van de richtlijn valt oneerlijk?
Rechter kan niet zeggen ‘o.g.v. de richtlijn is het beding oneerlijk en daarom
vernietig ik het beding’, omdat richtlijnen geen rechtstreekse werking hebben
Richtlijnconforme uitleg van het Nederlandse recht brengt mee dat de
Nederlandse rechter o.g.v. art. 6:233 BW gehouden kan zijn onderzoek naar het
beding te verrichten (dus nagaan of het beding oneerlijk is)
Als het beding oneerlijk is, moet het worden vernietigd o.g.v. art. 6:233 sub a
BW, tenzij de consument zich daartegen verzet
Het forumkeuzebeding is dan van tafel en dan moet je terugvallen op de
hoofdregel
o Als de Richtlijn niet van toepassing is, dan mag een forumkeuzebeding (art. 108 lid 1 Rv),
maar uitzonderingen in lid 2
Dit moet de rechter toetsen o.g.v. art. 110 lid 1 Rv
In zaken waarin de vordering ten hoogste €25.000 beloopt, zaken betreffende
een individuele arbeidsovereenkomst en zaken als bedoeld in art. 101 en 103
tweede zin, beoordeelt de rechter ook zonder daartoe strekkend verweer of hij
relatief bevoegd is (en dat is hij niet o.g.v. art. 108 Rv)
Uitzonderingen (lid 2)
Indien zij is aangegaan na het ontstaan van het geschil, of
De werknemer, de partij die niet handelt in de uitoefening van beroep of bedrijf
dan wel de huurder zich tot de aangewezen rechter wendt