WEEK 1 → Staatsrecht Kern
VRAAG 1
- volgens artikel 50 vertegenwoordigd de staten generaal de gehele volk, maar
in de tijd van de republiek der verenigde nederlanden was het zo dat zij enkel
de gewesten/provincies vertegenwoordigde en niet het gehele volk. de
beslissingen werden toen genomen door de provincies en niet door het
gehele volk. representanten spraken slechts namens bestuur van eigen
provincie dus niet namens gehele nederlandse volk.
- volgens artikel 67 lid 3 volgt dat de leden stemmen zonder last, dat was in die
tijd niet zo want daar stemden ze met last en ruggespraak en met een
eenstemmigheid vereiste. ze mochten niet zonder toestemming toen
stemmen.
antwoord:
VRAAG 2
,antwoord:
de 5 eisen van een democratische rechtsstaat zijn:
1. onafhankelijke rechters, rechters komen onder druk te staan ze kunnen hun
werk als onafhankelijke partij niet meer juist uitvoeren en toetsen
2. machten scheiding,positie van rechterlijke macht wordt verzwakt, geen
checks and balances, geen controle op elkaar kunnen uitvoeren als 1 orgaan
meer macht heeft
3. grondrechten, worden niet beschermd als rechter iets ongegrond vindt en de
meerderheid van parlement dit weer kan omdraaien
4. legaliteitsbeginsel, wetten aannemen die ongrondwettelijk zijn, dus er is geen
legitieme basis, dit komt in probleem
5. democratie, door de meerderheid van kabinet worden de wetten aangenomen
,
, VRAAG 3
1579 stond voor de opkomst van unie van utrecht
voor:
- Daaruit bleek dat er een confederatie ontstond waarbij de staten hun eigen
gezag en soevereiniteit over hun staat hielden maar bij bepaalde
aangelegenheden gemeenschappelijk besluiten namen zoals defensie.
- op basis van de unie van utrecht ontstond de republiek der verenigde
nederlanden, de noordelijke gewesten sloten zich aan om samen te werken
om de spanjaarden te verdrijven.
tegen:
- de republiek van toen is vergeleken met de huidige eenheidsstaat van nu
echter heel verschillend. daar hadde ze confederatie met deelstaten maar dat
kennen wij nu de dag niet meer in nederland. er was toen geen erkenning van
zelfstandigheid
VRAAG 1
- volgens artikel 50 vertegenwoordigd de staten generaal de gehele volk, maar
in de tijd van de republiek der verenigde nederlanden was het zo dat zij enkel
de gewesten/provincies vertegenwoordigde en niet het gehele volk. de
beslissingen werden toen genomen door de provincies en niet door het
gehele volk. representanten spraken slechts namens bestuur van eigen
provincie dus niet namens gehele nederlandse volk.
- volgens artikel 67 lid 3 volgt dat de leden stemmen zonder last, dat was in die
tijd niet zo want daar stemden ze met last en ruggespraak en met een
eenstemmigheid vereiste. ze mochten niet zonder toestemming toen
stemmen.
antwoord:
VRAAG 2
,antwoord:
de 5 eisen van een democratische rechtsstaat zijn:
1. onafhankelijke rechters, rechters komen onder druk te staan ze kunnen hun
werk als onafhankelijke partij niet meer juist uitvoeren en toetsen
2. machten scheiding,positie van rechterlijke macht wordt verzwakt, geen
checks and balances, geen controle op elkaar kunnen uitvoeren als 1 orgaan
meer macht heeft
3. grondrechten, worden niet beschermd als rechter iets ongegrond vindt en de
meerderheid van parlement dit weer kan omdraaien
4. legaliteitsbeginsel, wetten aannemen die ongrondwettelijk zijn, dus er is geen
legitieme basis, dit komt in probleem
5. democratie, door de meerderheid van kabinet worden de wetten aangenomen
,
, VRAAG 3
1579 stond voor de opkomst van unie van utrecht
voor:
- Daaruit bleek dat er een confederatie ontstond waarbij de staten hun eigen
gezag en soevereiniteit over hun staat hielden maar bij bepaalde
aangelegenheden gemeenschappelijk besluiten namen zoals defensie.
- op basis van de unie van utrecht ontstond de republiek der verenigde
nederlanden, de noordelijke gewesten sloten zich aan om samen te werken
om de spanjaarden te verdrijven.
tegen:
- de republiek van toen is vergeleken met de huidige eenheidsstaat van nu
echter heel verschillend. daar hadde ze confederatie met deelstaten maar dat
kennen wij nu de dag niet meer in nederland. er was toen geen erkenning van
zelfstandigheid