HOOFDSTUK 11 : INTELLIGENTIE
WAT VERSTAAN WE ONDER INTELLIGENTIE
3 componenten van intelligentie
- Analytische intelligentie
o Abstract redeneren
o Vaardigheid om met nieuwe dingen om te gaan
→ nodig bij schoolprestatie
- Praktische intelligentie
o Alledaagse en vertrouwde situaties → oplossingen zoeken voor dagelijkse problemen zowel
thuis als op het werk
- Sociaal-emotionele intelligentie
o Omgang met mensen in verschillende situaties
3 visies in de verschillende vormen van intelligentie
- Aangeboren potentieel
o Praktisch en SE intelligentie
o Geen feitelijk intelligent gedrag
o “het zit er in, maar het komt er niet uit”
- Effectief gedrag
o Gepaard met de geleverde inspanning om aanleg te kunnen uiten
o Extreme versie
Iedereen heeft dezelfde aanleg tot intelligentie
Verschillen in intelligentie → verschillen in leeromgeving
“iem vindt het lastig om vrienden te maken omdat hij/zij nooit heeft geleerd hoe het moet en
niet omdat die daar geen aanleg voor heeft”
- Prestatie-intelligentie
o Goed scoren op testen en/of examens
o Uiting in onderwijs
o “intelligent genoeg” → voldoende op alle mogelijke testen
o Toepassing Analytische intelligentie
“iem is as intelligent als deze hoog scoort op intelligentietest”
Beschouwd als “intelligent” → gn sprake v aangeboren aanleg of prestaties
Intelligentie is niet IQ!
ANALYTISCHE INTELLIGENTIE
Resing & Drenth (2007)
- Analytische intelligentie = verzameling van verstandelijke vermogens, processen en vaardigheden →
• abstract, logisch en consistent redeneren
• ontdekken van relaties
• probleemoplossing
• ontdekken van regelmaat in ongeordende analytische intelligentie
→ belangrijker in werkomgeving
- tests worden gebruikt bij het selecteren van kandidaten voor uitdagende functies
,Ontwikkeling van intelligentietest
- De eerste intelligentietest (Sir Francis Galton, 1884)
Zoeken naar relaties tss verstandelijke vermogens en vaardigheden (bv. Reactiesnelheid)
Meten van hoogste en laagste waarneembare toon bij mensen
Intelligentie bp. door:
o Kwaliteit van gewaarwording
o Kwaliteit van reacties
o Snelheid van informatieverwerking
→ relaties aanduiden via correlatiecoëfficiënt
→ niet bruikbaar = gebrek aan correlatie tss gemeten variabelen schoolresultaten van proefpersonen
- De eerste bruikbare intelligentietests (Binet & Simon, begin 20e eeuw)
Ontwerpen en uitvoeren van taken bij kinderen
Behoefte aan zo’n test wegens leerplicht in Frankrijk → zwak of normaal onderwijs volgend
Kinderen voeren taken uit die ze afhankelijk van hun leeftijd zouden moeten kunnen uitvoeren
Capaciteiten voor een 6-jarigen
o Taak lukt enkel door enkele 5-jarigen
o Taak lukt merendeel van 6-jarigen
o Taak lukt alle 7-jarigen
Een 5-jarige die taken van jaar 6 en 7 kan uitvoeren → begaafd
Een 5 jarige die amper taken van jaar 3 kan uitvoeren → zwakker begaafd
Eerste versie in 1905
- Bepalen van intelligentieniveau
Mentale Leeftijd (ML)
o Voorloper van IQ
o Niveau van vragen oplossen
o Kan een kind van 6 vragen oplossen voor een kind van 8 → ML = 8
Intelligentiequotiënt (IQ)
o Formule: IQ = ML/CL x 100
o CL= chronische leeftijd = “werkelijke” leeftijd
o Kind van 8 (CL) met prestaties van kind van 10 (ML)
→ 10/8 x 100 = IQ-score 125
- Moderne intelligentietests
- Stanford-Binet-test (1916)
Aangepast aan Amerikaanse cultuur
5x hernieuwd (verouderde items steeds vervangen door nieuwe items)
→ Vergelijking van mensen in de eigen generatie
- Wechslertests
Volwassenen (WAIS) Wechler Adult Intelligence Scale
Kinderen (WISC) Wechler Intelligence Scale for Children
o 2j 6m – 7j 3m
, - Verschillen W-Test & S-B-Test
1) Opgaven geordend per taak niet per leeftijd
2) Elke taak bevat makkelijke en moeilijke items → aparte score per taak
3) Totaalscores werden samengevoegd tot IQ
4) Andere berekening van IQ
- Nederlandstalige WISC V
10 taken, R intelligentievormen
o Verbaal begrip: Woorden uitleggen en overeenkomsten vinden.
o Visueel-ruimtelijk: Patronen leggen en figuren samenstellen.
o Fluïde redeneren: Logisch denken met figuren en weegschalen.
o Werkgeheugen: Cijfers en plaatjes onthouden en herhalen.
o Verwerkingssnelheid: Symbolen snel herkennen en overtekenen
- Raven Progressive Matrices
60 opgaven met verschillende moeilijkheidsgraad
Ontbrekend deel aanduiden bij opgaven waar een deel is weggelaten
Oorspronkelijk voor het leger → miljoenen gegevens
- Kenmerken van intelligentietests
Intelligentietests zijn psychometrische tests
→ traditionele benadering om analytische intelligentie te meten
- Normsteekproef
Resultaten ven individu vergeleken met referentiegroep van leeftijdsgenoten
→ individuele prestatie tov de gemiddelde prestatie
Populatie: volledige groep waaruit een steekproef kan worden getrokken
Normering: per leeftijdsgroep
Originele formule van Stern is onbruikbaar
o IǪ verschillen zijn groter voor jongere kinderen dan oudere kinderen
o ML en CL is irrelevant voor volwassenen
Normaalverdeling: gemiddelde verdeling van resultaten
WAT VERSTAAN WE ONDER INTELLIGENTIE
3 componenten van intelligentie
- Analytische intelligentie
o Abstract redeneren
o Vaardigheid om met nieuwe dingen om te gaan
→ nodig bij schoolprestatie
- Praktische intelligentie
o Alledaagse en vertrouwde situaties → oplossingen zoeken voor dagelijkse problemen zowel
thuis als op het werk
- Sociaal-emotionele intelligentie
o Omgang met mensen in verschillende situaties
3 visies in de verschillende vormen van intelligentie
- Aangeboren potentieel
o Praktisch en SE intelligentie
o Geen feitelijk intelligent gedrag
o “het zit er in, maar het komt er niet uit”
- Effectief gedrag
o Gepaard met de geleverde inspanning om aanleg te kunnen uiten
o Extreme versie
Iedereen heeft dezelfde aanleg tot intelligentie
Verschillen in intelligentie → verschillen in leeromgeving
“iem vindt het lastig om vrienden te maken omdat hij/zij nooit heeft geleerd hoe het moet en
niet omdat die daar geen aanleg voor heeft”
- Prestatie-intelligentie
o Goed scoren op testen en/of examens
o Uiting in onderwijs
o “intelligent genoeg” → voldoende op alle mogelijke testen
o Toepassing Analytische intelligentie
“iem is as intelligent als deze hoog scoort op intelligentietest”
Beschouwd als “intelligent” → gn sprake v aangeboren aanleg of prestaties
Intelligentie is niet IQ!
ANALYTISCHE INTELLIGENTIE
Resing & Drenth (2007)
- Analytische intelligentie = verzameling van verstandelijke vermogens, processen en vaardigheden →
• abstract, logisch en consistent redeneren
• ontdekken van relaties
• probleemoplossing
• ontdekken van regelmaat in ongeordende analytische intelligentie
→ belangrijker in werkomgeving
- tests worden gebruikt bij het selecteren van kandidaten voor uitdagende functies
,Ontwikkeling van intelligentietest
- De eerste intelligentietest (Sir Francis Galton, 1884)
Zoeken naar relaties tss verstandelijke vermogens en vaardigheden (bv. Reactiesnelheid)
Meten van hoogste en laagste waarneembare toon bij mensen
Intelligentie bp. door:
o Kwaliteit van gewaarwording
o Kwaliteit van reacties
o Snelheid van informatieverwerking
→ relaties aanduiden via correlatiecoëfficiënt
→ niet bruikbaar = gebrek aan correlatie tss gemeten variabelen schoolresultaten van proefpersonen
- De eerste bruikbare intelligentietests (Binet & Simon, begin 20e eeuw)
Ontwerpen en uitvoeren van taken bij kinderen
Behoefte aan zo’n test wegens leerplicht in Frankrijk → zwak of normaal onderwijs volgend
Kinderen voeren taken uit die ze afhankelijk van hun leeftijd zouden moeten kunnen uitvoeren
Capaciteiten voor een 6-jarigen
o Taak lukt enkel door enkele 5-jarigen
o Taak lukt merendeel van 6-jarigen
o Taak lukt alle 7-jarigen
Een 5-jarige die taken van jaar 6 en 7 kan uitvoeren → begaafd
Een 5 jarige die amper taken van jaar 3 kan uitvoeren → zwakker begaafd
Eerste versie in 1905
- Bepalen van intelligentieniveau
Mentale Leeftijd (ML)
o Voorloper van IQ
o Niveau van vragen oplossen
o Kan een kind van 6 vragen oplossen voor een kind van 8 → ML = 8
Intelligentiequotiënt (IQ)
o Formule: IQ = ML/CL x 100
o CL= chronische leeftijd = “werkelijke” leeftijd
o Kind van 8 (CL) met prestaties van kind van 10 (ML)
→ 10/8 x 100 = IQ-score 125
- Moderne intelligentietests
- Stanford-Binet-test (1916)
Aangepast aan Amerikaanse cultuur
5x hernieuwd (verouderde items steeds vervangen door nieuwe items)
→ Vergelijking van mensen in de eigen generatie
- Wechslertests
Volwassenen (WAIS) Wechler Adult Intelligence Scale
Kinderen (WISC) Wechler Intelligence Scale for Children
o 2j 6m – 7j 3m
, - Verschillen W-Test & S-B-Test
1) Opgaven geordend per taak niet per leeftijd
2) Elke taak bevat makkelijke en moeilijke items → aparte score per taak
3) Totaalscores werden samengevoegd tot IQ
4) Andere berekening van IQ
- Nederlandstalige WISC V
10 taken, R intelligentievormen
o Verbaal begrip: Woorden uitleggen en overeenkomsten vinden.
o Visueel-ruimtelijk: Patronen leggen en figuren samenstellen.
o Fluïde redeneren: Logisch denken met figuren en weegschalen.
o Werkgeheugen: Cijfers en plaatjes onthouden en herhalen.
o Verwerkingssnelheid: Symbolen snel herkennen en overtekenen
- Raven Progressive Matrices
60 opgaven met verschillende moeilijkheidsgraad
Ontbrekend deel aanduiden bij opgaven waar een deel is weggelaten
Oorspronkelijk voor het leger → miljoenen gegevens
- Kenmerken van intelligentietests
Intelligentietests zijn psychometrische tests
→ traditionele benadering om analytische intelligentie te meten
- Normsteekproef
Resultaten ven individu vergeleken met referentiegroep van leeftijdsgenoten
→ individuele prestatie tov de gemiddelde prestatie
Populatie: volledige groep waaruit een steekproef kan worden getrokken
Normering: per leeftijdsgroep
Originele formule van Stern is onbruikbaar
o IǪ verschillen zijn groter voor jongere kinderen dan oudere kinderen
o ML en CL is irrelevant voor volwassenen
Normaalverdeling: gemiddelde verdeling van resultaten