Macro- economie
05 Conjunctuur, groei en ontwikkeling
De conjunctuur
Conjunctuurbeweging
= een opeenvolging van periodes van snellere en tragere economische groei (/daling)
Hoogconjunctuur: ac= periode
waarin de groeivoeten hoger
liggen dan de trend
Laagconjunctuur: ce= periode
waarin de groeivoeten lager
liggen dan de trend
(technische) recessie: negatieve
groei van het bbp gedurende 2
opeenvolgende kwartalen
Depressie: langdurige recessie
Dubbeldip: 2 kwartalen
negatieve groei, volgende
kwartaal iets beter, daarna
terug gevolgd door een recessie
Reëel bbp als indicator van economische activiteit
via jaarlijkse verandering vh bbp
Indicatoren van de economische activiteit
Het bbp
Leading indicator: ‘voorspellend’ bv. # aanvragen bouwvergunningen, nieuwe orders, … Kwantitatieve
Lagging indicator -> ‘achterlopend’ bv. werkloosheidcijfers indicatoren:
Coïncidente indicatoren -> ‘gelijklopend’ bv. elektriciteitsverbruik o.b.v. cijfers
Conjunctuurbarometer NBB -> op basis van maandelijkse enquête bij ondernemers Kwalitatieve
ind.: o.b.v.
gevoel
, Consumentenvertrouwen -> op basis van maandelijkse enquête bij consumenten
Verklaringen van conjunctuurbewegingen
Exogene verklaringen: gekoppeld aan oorzaken buiten economische sfeer
Voorbeeld: Covid-19, oorlog, natuurramp…
Endogene verklaringen: gekoppeld aan oorzaken binnen economische sfeer
Voorbeeld: Financiële crisis
Conjunctuurpolitiek
= beleidsinstrumenten ter beschikking vd overheid met als doel de conjunctuurschommelingen af te
vlakken
overheid neemt maatregelen om diepste dalen minder erg te maken en om de felste pieken te
beperken
MONETAIR BELEID
BUDGETTAIR BELEID
in handen vd centrale banken
Economie stabiliseren door Economie stabiliseren door de
wijzigingen in overheidsinkomsten geldhoeveelheid in de maatschappij
en overheidsuitgaven te beïnvloeden
Instrumenten: G & T Instrumenten: M, r
(government= overheidesuitgaven),
(taxes= belastingen)
DOEL= anticyclisch beleid voeren
Economie stimuleren bij laagconjunctuur: expansief beleid
Economie afremmen bij hoogconjunctuur: restrictief beleid
05 Conjunctuur, groei en ontwikkeling
De conjunctuur
Conjunctuurbeweging
= een opeenvolging van periodes van snellere en tragere economische groei (/daling)
Hoogconjunctuur: ac= periode
waarin de groeivoeten hoger
liggen dan de trend
Laagconjunctuur: ce= periode
waarin de groeivoeten lager
liggen dan de trend
(technische) recessie: negatieve
groei van het bbp gedurende 2
opeenvolgende kwartalen
Depressie: langdurige recessie
Dubbeldip: 2 kwartalen
negatieve groei, volgende
kwartaal iets beter, daarna
terug gevolgd door een recessie
Reëel bbp als indicator van economische activiteit
via jaarlijkse verandering vh bbp
Indicatoren van de economische activiteit
Het bbp
Leading indicator: ‘voorspellend’ bv. # aanvragen bouwvergunningen, nieuwe orders, … Kwantitatieve
Lagging indicator -> ‘achterlopend’ bv. werkloosheidcijfers indicatoren:
Coïncidente indicatoren -> ‘gelijklopend’ bv. elektriciteitsverbruik o.b.v. cijfers
Conjunctuurbarometer NBB -> op basis van maandelijkse enquête bij ondernemers Kwalitatieve
ind.: o.b.v.
gevoel
, Consumentenvertrouwen -> op basis van maandelijkse enquête bij consumenten
Verklaringen van conjunctuurbewegingen
Exogene verklaringen: gekoppeld aan oorzaken buiten economische sfeer
Voorbeeld: Covid-19, oorlog, natuurramp…
Endogene verklaringen: gekoppeld aan oorzaken binnen economische sfeer
Voorbeeld: Financiële crisis
Conjunctuurpolitiek
= beleidsinstrumenten ter beschikking vd overheid met als doel de conjunctuurschommelingen af te
vlakken
overheid neemt maatregelen om diepste dalen minder erg te maken en om de felste pieken te
beperken
MONETAIR BELEID
BUDGETTAIR BELEID
in handen vd centrale banken
Economie stabiliseren door Economie stabiliseren door de
wijzigingen in overheidsinkomsten geldhoeveelheid in de maatschappij
en overheidsuitgaven te beïnvloeden
Instrumenten: G & T Instrumenten: M, r
(government= overheidesuitgaven),
(taxes= belastingen)
DOEL= anticyclisch beleid voeren
Economie stimuleren bij laagconjunctuur: expansief beleid
Economie afremmen bij hoogconjunctuur: restrictief beleid
