Week 1A – introductie
Dagvaarding- (vermogensrecht) vs. verzoekschriftprocedure (personen- en familierecht)
Dagvaarding (art. 78 Rv) Verzoekschrift (art. 261 Rv)
inleidend stuk De dagvaarding is gericht Schriftelijk verzoek ingediend
via een deurwaarder aan bij de griffie van de
de wederpartij rechtbank civiel of kanton
termen ‘vorderen’ ‘vordering’ ‘verzoeken’ ‘verzoek’
Uitspraak Vonnis Beschikking
Bevoegde In beginsel de woonplaats In beginsel de woonplaats
rechter van gedaagde (art. 99 Rv) van de verzoeker (art. 262
Rv)
plaats Eerste boek, Tweede titel Rv Eerste boek, Derde titel Rv
procesverloop dagvaarding -> gedaagde verzoekschrift ->
reageert met conclusie van belanghebbenden kunnen
antwoord -> mondelinge verweerschriften indienen ->
behandeling -> (repliek en mondelinge behandeling ->
dupliek) -> vonnis beschikking uitvaardigen
aard eigenlijke rechtspraak Oneigenlijke rechtspraak
partijen eiser en gedaagde verzoeker en
verweerder/belanghebbende
rechter minder actieve houding door actievere houding
de partijautonomie
rechtsmiddelen hoger beroep en cassatie
(niet tegen tussenuitspraak)
fouten leiden tot nietigheid (art. 120 Rv) niet-ontvankelijkheid
Bij het Personen- en familierecht gaat het om oneigenlijke rechtspraak, dus hoeft er
geen sprake te zijn van een geschil en wordt de verzoekschriftprocedure gebruikt.
De beginselen van burgerlijk procesrecht (art. 6 EVRM)
● Recht op toegang tot de rechter
● Recht op eerlijke behandeling
❖ Hoor en wederhoor (art. 19 Rv)
❖ HR Schook/vergeer : in zijn vrije tijd ging de rechter op eigen houtje kijken
naar een pand en deze beoordelen. Hij gaf daaraan een bepaalde juridische
kwalificatie. Het was helemaal geen winkel maar een pakhuis. Van deze
, bezichtiging en kwalificatie brengt de rechter de partijen niet op de hoogte.
Deze kwalificatie gebruikt de rechter vervolgens wel voor zijn oordeel. Hij vond
daarom dat het oordeel van de kantonrechter vernietigd moest worden. De HR
vond dat er geen sprake was van hoor en wederhoor door beide partijen en
daarom had de rechter niet zelf langs mogen fietsen.
● Behandeling en uitspraak in het openbaar
● Uitspraak binnen redelijke termijn
HR Schook/vergeer
De rechter mag geen gegevens, die niet van algemene bekendheid zijn, aan zijn beslissing
ten grondslag leggen als hij zich deze buiten aanwezigheid van partijen heeft verschaft,
bijvoorbeeld bij een niet-officiële bezichtiging, zonder partijen in de gelegenheid te stellen
daarvan kennis te nemen en zich daarover uit te laten (art. 19 Rv)
,Week 1B – bevoegdheid van de rechter
Bevoegdheid
Internationale bevoegdheid
Is de Nederlandse rechter of een buitenlandse rechter bevoegd?
1. Is er een internationaal element? Woont gedaagde in het buitenland?
2. Toepassing van art. 2 Rv.
3. Betreft de zaak een internationaal aspect, moet er worden gekeken of het gaat om
een verdrag of een EU-verordening. Het belangrijkste is de Brussel-I-bis
Verordening.
4. Is er geen EU-regeling van toepassing, gelden de nationale regels uit art. 1 Rv e.v.
5. Is er sprake van forumkeuze?
Europese Unie
Wanneer gedaagde woonplaats heeft in EU-land, begint het vraagstuk bij art. 1 Rv.
● Handels- en civiele zaken: de Brussel I bis-verordening van toepassing
● Huwelijkszaken: de Brussel II ter-verordening van toepassing
● Gedaagde heeft woonplaats in Noorwegen, IJsland of Zwitserland: Verdrag van
Lugano van toepassing (parallelverdrag van Brussel I)
Bijzondere rechtsmacht
Is er een andere rechtsgang afgesproken?
Absolute bevoegdheid
● De rechtbank behandelt alle burgerlijke zaken in eerste aanleg (art. 2 jo. 42 RO)
● De gerechtshoven behandelen hoger beroep (art. 60 RO)
● De Hoge Raad behandelt cassatie (art. 78 RO)
Absolute bevoegdheid is een vraag van openbare orde, dus de rechter moet ambtshalve
toetsen of hij bevoegd is (art. 72 en 73 Rv)
Sector competentie
Binnen de rechtbanken zijn er 2 kamers: de civiele kamer en de kamer voor kantonzaken.
Sector kanton behandelt kleinere of specifieke zaken art. 93 Rv
▪ Vorderingen tot €25000 (sub a.b)
▪ Waardevorderingen (sub b)
▪ Aardvorderingen (sub c)
▪ Zaken over arbeid, huur, consumentenkoop etc, (sub c)
▪ Bepaalde wettelijke uitzonderingen (sub d)
Art. 94 lid 1 Rv: meer vorderingen en/of meer partijen
● Objectieve cumulatie van waardevorderingen: als een zaak meer vorderingen betreft,
is de totale waarde van deze vorderingen beslissend ( > €25.000 -> sector civiel)
● Objectieve cumulatie van aard- en waardevorderingen: als een zaak meer
vorderingen betreft en ten minste één daarvan is een vordering ex. art. 93 onder c of
d, dan worden deze vorderingen allemaal door de kantonrechter behandeld.
, Relatieve bevoegdheid
Bij dagvaardingszaken
● art. 99 Rv: hoofdregel: woonplaats van de gedaagde
● art. 100 t/m 107 Rv: mede-bevoegdheid
Bij verzoekschriftprocedures
● art. 262 Rv: woonplaats van de verzoeker.
● art. 263 t/m 268 Rv ook van belang voor specifieke bevoegdheid
Dagvaarding- (vermogensrecht) vs. verzoekschriftprocedure (personen- en familierecht)
Dagvaarding (art. 78 Rv) Verzoekschrift (art. 261 Rv)
inleidend stuk De dagvaarding is gericht Schriftelijk verzoek ingediend
via een deurwaarder aan bij de griffie van de
de wederpartij rechtbank civiel of kanton
termen ‘vorderen’ ‘vordering’ ‘verzoeken’ ‘verzoek’
Uitspraak Vonnis Beschikking
Bevoegde In beginsel de woonplaats In beginsel de woonplaats
rechter van gedaagde (art. 99 Rv) van de verzoeker (art. 262
Rv)
plaats Eerste boek, Tweede titel Rv Eerste boek, Derde titel Rv
procesverloop dagvaarding -> gedaagde verzoekschrift ->
reageert met conclusie van belanghebbenden kunnen
antwoord -> mondelinge verweerschriften indienen ->
behandeling -> (repliek en mondelinge behandeling ->
dupliek) -> vonnis beschikking uitvaardigen
aard eigenlijke rechtspraak Oneigenlijke rechtspraak
partijen eiser en gedaagde verzoeker en
verweerder/belanghebbende
rechter minder actieve houding door actievere houding
de partijautonomie
rechtsmiddelen hoger beroep en cassatie
(niet tegen tussenuitspraak)
fouten leiden tot nietigheid (art. 120 Rv) niet-ontvankelijkheid
Bij het Personen- en familierecht gaat het om oneigenlijke rechtspraak, dus hoeft er
geen sprake te zijn van een geschil en wordt de verzoekschriftprocedure gebruikt.
De beginselen van burgerlijk procesrecht (art. 6 EVRM)
● Recht op toegang tot de rechter
● Recht op eerlijke behandeling
❖ Hoor en wederhoor (art. 19 Rv)
❖ HR Schook/vergeer : in zijn vrije tijd ging de rechter op eigen houtje kijken
naar een pand en deze beoordelen. Hij gaf daaraan een bepaalde juridische
kwalificatie. Het was helemaal geen winkel maar een pakhuis. Van deze
, bezichtiging en kwalificatie brengt de rechter de partijen niet op de hoogte.
Deze kwalificatie gebruikt de rechter vervolgens wel voor zijn oordeel. Hij vond
daarom dat het oordeel van de kantonrechter vernietigd moest worden. De HR
vond dat er geen sprake was van hoor en wederhoor door beide partijen en
daarom had de rechter niet zelf langs mogen fietsen.
● Behandeling en uitspraak in het openbaar
● Uitspraak binnen redelijke termijn
HR Schook/vergeer
De rechter mag geen gegevens, die niet van algemene bekendheid zijn, aan zijn beslissing
ten grondslag leggen als hij zich deze buiten aanwezigheid van partijen heeft verschaft,
bijvoorbeeld bij een niet-officiële bezichtiging, zonder partijen in de gelegenheid te stellen
daarvan kennis te nemen en zich daarover uit te laten (art. 19 Rv)
,Week 1B – bevoegdheid van de rechter
Bevoegdheid
Internationale bevoegdheid
Is de Nederlandse rechter of een buitenlandse rechter bevoegd?
1. Is er een internationaal element? Woont gedaagde in het buitenland?
2. Toepassing van art. 2 Rv.
3. Betreft de zaak een internationaal aspect, moet er worden gekeken of het gaat om
een verdrag of een EU-verordening. Het belangrijkste is de Brussel-I-bis
Verordening.
4. Is er geen EU-regeling van toepassing, gelden de nationale regels uit art. 1 Rv e.v.
5. Is er sprake van forumkeuze?
Europese Unie
Wanneer gedaagde woonplaats heeft in EU-land, begint het vraagstuk bij art. 1 Rv.
● Handels- en civiele zaken: de Brussel I bis-verordening van toepassing
● Huwelijkszaken: de Brussel II ter-verordening van toepassing
● Gedaagde heeft woonplaats in Noorwegen, IJsland of Zwitserland: Verdrag van
Lugano van toepassing (parallelverdrag van Brussel I)
Bijzondere rechtsmacht
Is er een andere rechtsgang afgesproken?
Absolute bevoegdheid
● De rechtbank behandelt alle burgerlijke zaken in eerste aanleg (art. 2 jo. 42 RO)
● De gerechtshoven behandelen hoger beroep (art. 60 RO)
● De Hoge Raad behandelt cassatie (art. 78 RO)
Absolute bevoegdheid is een vraag van openbare orde, dus de rechter moet ambtshalve
toetsen of hij bevoegd is (art. 72 en 73 Rv)
Sector competentie
Binnen de rechtbanken zijn er 2 kamers: de civiele kamer en de kamer voor kantonzaken.
Sector kanton behandelt kleinere of specifieke zaken art. 93 Rv
▪ Vorderingen tot €25000 (sub a.b)
▪ Waardevorderingen (sub b)
▪ Aardvorderingen (sub c)
▪ Zaken over arbeid, huur, consumentenkoop etc, (sub c)
▪ Bepaalde wettelijke uitzonderingen (sub d)
Art. 94 lid 1 Rv: meer vorderingen en/of meer partijen
● Objectieve cumulatie van waardevorderingen: als een zaak meer vorderingen betreft,
is de totale waarde van deze vorderingen beslissend ( > €25.000 -> sector civiel)
● Objectieve cumulatie van aard- en waardevorderingen: als een zaak meer
vorderingen betreft en ten minste één daarvan is een vordering ex. art. 93 onder c of
d, dan worden deze vorderingen allemaal door de kantonrechter behandeld.
, Relatieve bevoegdheid
Bij dagvaardingszaken
● art. 99 Rv: hoofdregel: woonplaats van de gedaagde
● art. 100 t/m 107 Rv: mede-bevoegdheid
Bij verzoekschriftprocedures
● art. 262 Rv: woonplaats van de verzoeker.
● art. 263 t/m 268 Rv ook van belang voor specifieke bevoegdheid