Menstheorie A– les 1
Onze (basis) psychologische kennis komt door spiegelneuronen, door
iets te zien bij een ander worden de spiegelneuronen actief waardoor je
dat herkent en het zelfs soms spiegelt (gapen).
Psychologie is de wetenschap van gedrag – dus wat je aan de buitenkant
kan zien en geestelijke processen(denken/voelen).
Pedagogiek de wetenschap van het opvoeden (kinderleiding).
Willem Wundt stichtte in 1879 een psychologisch laboratorium in Leipzig.
<- vooral bezig met waarneming bijv. : prikkelgrens,
prikkelonderscheiding, geheugen.
Willem James stichtte eerste psychologische instituut in universiteit in
prinston <- vooral bezig met emoties en religie.
Een empirische wetenschap is er altijd op gericht door dingen te
bewijzen door observatie of experiment. Ze gaan het beschrijven,
verklaren, voorspellen. <- betoetsen of wat je over iets denkt klopt. Vaak
een experiment om te kijken of de voorspelling klopt.
Psychologische wetten: waarschijnlijkheden
Arts Sigmund Freud – psychodynamisch perspectief 1939
onderzocht gedrag dat niet te verklaren was <- listerie. Zouden dingen die
niet verklaren zijn te maken kunnen hebben met het onbewuste? Freud
kwam er achter dat in het onbewuste aangeboren driften en verdrongen
ervaringen. Je hebt levensbekrachtende driften en leve vernietigende
driften. Ook al zijn ervaringen verdrongen blijven ze bepalend. De eerste 5
levensjaar zijn bepalend voor de persoon.
De persoonlijkheid theorie van Freud is opgebouwd:
Het onbewuste (id) -driften vernietigend en levensdrift
Het bewuste(ego)- onderhandelen tussen de twee
Het geweten (superego) - streng geweten volgens de regels
Dromen zijn volgens Freud iets wat je onbewust bezighoudt en geven je
dus toegang tot het onbewuste.
Freudiaanse verspreking bijv als je je vriend de naam van je ex noemt als
verspreking, Freud zou dan zeggen dat je naar je ex verlangt.
,Als reactie op Freud nieuwe stroming: behavioristisch perspectief
Freud was namelijk niet te bewijzen want het onbewuste kan je niet
waarnemen.
Gedrag kan je altijd zien en dus vonden ze dat het enige wat belangrijk
was want dat was het enige wat ze konden meten en experimenten mee
konden doen.
Watson vond namelijk dat de psychologie wetenschappelijker moest
worden.
Ze vonden dat gedrag bepaald werd door leerprocessen en conditionering.
Veel onderzoek naar dieren (paflof)
Humanistisch perspectief: mensen hebben het groei vermogen inzicht.
(mensen zijn als aardappels die ontspruiten altijd in het donker en in het
ligt <- mensen hebben een groot leervermogen zelfs in slechte
omstandigheden hebben we dat vermogen in ons
Abraham Maslow -> fundamentele behoefte: ieder mens heeft behoeftes
als zij die behaald hebben hebben ze behoefte aan boven staande
behoeftes. (voorwaarden van ontplooiing.
De stroming is gericht op het geloof dat mensen tot groei en ontwikkeling
komen zolang ze maar de goeie voorwaarden hebben .
Cognitieve perspectief:
Gedrag wordt ook sterk bepaald door: begrip, kennis, opvattingen,
overtuigingen, geheugen, vermogen, problemen op te lossen – kortom,
door cognitie <- informatie verwerken.
Hoe je over jezelf denkt heeft vaak invloed op hoe je je gedraagt
(zelfverzekerd of onzeker). Wat je denkt bepaald over hoe je je voelt en
hoe je je gedraagd.
Gestaltsperspectief:
Wij nemen geen aparte onderdelen maar gehelen waar.
We willen ons leven als een geheel voelen.
Gestat -> geheel
, Systeemperspectief:
De kracht van de situatie: sociale/culturele invloeden hebben soms meer
invloed dan wat je vanuit je persoonlijkheid meeneemt.
Neurofysiologisch perspectief:
Gedrag wordt veroorzaakt door onze genen, hersenen en hormonen.
Les 2 (emoties)
Nico Frijda (Nederlands emotie expert) vind dat emoties ook signalen zijn
die aangeven dat iets belangrijk voor ons is. In die zin geven emoties ons
Onze (basis) psychologische kennis komt door spiegelneuronen, door
iets te zien bij een ander worden de spiegelneuronen actief waardoor je
dat herkent en het zelfs soms spiegelt (gapen).
Psychologie is de wetenschap van gedrag – dus wat je aan de buitenkant
kan zien en geestelijke processen(denken/voelen).
Pedagogiek de wetenschap van het opvoeden (kinderleiding).
Willem Wundt stichtte in 1879 een psychologisch laboratorium in Leipzig.
<- vooral bezig met waarneming bijv. : prikkelgrens,
prikkelonderscheiding, geheugen.
Willem James stichtte eerste psychologische instituut in universiteit in
prinston <- vooral bezig met emoties en religie.
Een empirische wetenschap is er altijd op gericht door dingen te
bewijzen door observatie of experiment. Ze gaan het beschrijven,
verklaren, voorspellen. <- betoetsen of wat je over iets denkt klopt. Vaak
een experiment om te kijken of de voorspelling klopt.
Psychologische wetten: waarschijnlijkheden
Arts Sigmund Freud – psychodynamisch perspectief 1939
onderzocht gedrag dat niet te verklaren was <- listerie. Zouden dingen die
niet verklaren zijn te maken kunnen hebben met het onbewuste? Freud
kwam er achter dat in het onbewuste aangeboren driften en verdrongen
ervaringen. Je hebt levensbekrachtende driften en leve vernietigende
driften. Ook al zijn ervaringen verdrongen blijven ze bepalend. De eerste 5
levensjaar zijn bepalend voor de persoon.
De persoonlijkheid theorie van Freud is opgebouwd:
Het onbewuste (id) -driften vernietigend en levensdrift
Het bewuste(ego)- onderhandelen tussen de twee
Het geweten (superego) - streng geweten volgens de regels
Dromen zijn volgens Freud iets wat je onbewust bezighoudt en geven je
dus toegang tot het onbewuste.
Freudiaanse verspreking bijv als je je vriend de naam van je ex noemt als
verspreking, Freud zou dan zeggen dat je naar je ex verlangt.
,Als reactie op Freud nieuwe stroming: behavioristisch perspectief
Freud was namelijk niet te bewijzen want het onbewuste kan je niet
waarnemen.
Gedrag kan je altijd zien en dus vonden ze dat het enige wat belangrijk
was want dat was het enige wat ze konden meten en experimenten mee
konden doen.
Watson vond namelijk dat de psychologie wetenschappelijker moest
worden.
Ze vonden dat gedrag bepaald werd door leerprocessen en conditionering.
Veel onderzoek naar dieren (paflof)
Humanistisch perspectief: mensen hebben het groei vermogen inzicht.
(mensen zijn als aardappels die ontspruiten altijd in het donker en in het
ligt <- mensen hebben een groot leervermogen zelfs in slechte
omstandigheden hebben we dat vermogen in ons
Abraham Maslow -> fundamentele behoefte: ieder mens heeft behoeftes
als zij die behaald hebben hebben ze behoefte aan boven staande
behoeftes. (voorwaarden van ontplooiing.
De stroming is gericht op het geloof dat mensen tot groei en ontwikkeling
komen zolang ze maar de goeie voorwaarden hebben .
Cognitieve perspectief:
Gedrag wordt ook sterk bepaald door: begrip, kennis, opvattingen,
overtuigingen, geheugen, vermogen, problemen op te lossen – kortom,
door cognitie <- informatie verwerken.
Hoe je over jezelf denkt heeft vaak invloed op hoe je je gedraagt
(zelfverzekerd of onzeker). Wat je denkt bepaald over hoe je je voelt en
hoe je je gedraagd.
Gestaltsperspectief:
Wij nemen geen aparte onderdelen maar gehelen waar.
We willen ons leven als een geheel voelen.
Gestat -> geheel
, Systeemperspectief:
De kracht van de situatie: sociale/culturele invloeden hebben soms meer
invloed dan wat je vanuit je persoonlijkheid meeneemt.
Neurofysiologisch perspectief:
Gedrag wordt veroorzaakt door onze genen, hersenen en hormonen.
Les 2 (emoties)
Nico Frijda (Nederlands emotie expert) vind dat emoties ook signalen zijn
die aangeven dat iets belangrijk voor ons is. In die zin geven emoties ons