bestuur en politiek sociale vraagstukken
hoorcollege 1: samenhang tussen kapitalisme, ongelijkheid en bestuur (governance)
welfare states (verzorgingsstaat)
sociaal systeem waarin staat verantwoordelijkheid draagt voor welzijn van burgers, via
gezondheidszorg, onderwijs, werkgelegenheid en sociale zekerheid
fungeert als ‘mediator of capitalism’:
- het kapitalisme stimuleert economische groei en efficiëntie
- de verzorgingsstaat zorgt voor herverdeling (redistributie) en sociale bescherming
> EU bekend om sterke welfare states die ongelijkheid tegen gaan en stabiliteit bevorderen
capitalism economisch systeem waarin bedrijven en individuen, niet overheid, grootste
deel van de productie en handel bezitten en waarbij winst maken belangrijkste drijfveer is
kapitalisme is niet overal hetzelfde, elk land/economie heeft eigen vorm ervan
verschillende vormen afhankelijk van de ‘welfare state design’:
- Anglo-Saxon (UK&USA) – grote rol vrije markt, overheid grijpt minder in dus burgers
vooral zelf verantwoordelijk voor welzijn, minder nadruk solidariteit of herverdeling
- Continental (GER/FR) – nadruk sociale zekerheid en samenwerking tussen werkgevers,
werknemers en overheid, de staat speelt sterkere rol in garanderen van welzijn en
beperken ongelijkheid
- Nordic (SCAN) – sterke sociale zekerheidssystemen, grote rol overheid gecombineerd
met economische efficiëntie, hoge belastingen maar ook hoge sociale voordelen
- Mediterranean (ITA/ESP/GRE) – combinatie van formele en informele instituties (familie
+ lokale netwerken) die economische zekerheid bieden, staat biedt minder uitgebreide
sociale voorzieningen, vaak minder werkloosheid en ongelijkheid maar ook sterke
familiebanden en lokale solidariteit als vangnet
model markt belasting arbeidsrelaties welfare state economische functie
kapitalisme
Anglo-Saxon vrije markt weinig laag, met flexibele vangnet, minimaal, private sector en
regulering, beperkte arbeidsmarkt nadruk individuele privatisering
concurrentie herverdeling verantwoordelijkheid doel: meer
stuurt economie efficiëntie en
concurrentie
Continental gecoördineerde hoge vakbonden en Inclusief: privé/publiek
markten, vennootschaps- arbeiders = bescherming + soc partner >
overheidsingrijp belasting partners, overleg zekerheid voor samenwerking
als nodig is ipv conflict iedereen overheid en markt
bv subsidies
Nordic niet gereguleerd lage v-belasting ^ zelfde + sterke privésector
(overheid grijpt + hoge i-belast. vastgelegd in verzorgingsstaat
bijna niet in) wetgeving
Mediterranean hybride laag zwakke minimum privé/strategisch >
(vrij + overheid) vakbondsbinding economie vooral
privé maar overheid
stuurt strategisch
mee bv defensie
1
, bestuur en politiek sociale vraagstukken
hoe gaan de (verschillende modellen kapitalisme) overheden om met markten:
spectrum van economische systemen van volledige overheidsregulatie tot vrije markt
links: centrale planeconomie (com), overheid beslist alles – Noord-Korea
midden: gemengde economie, overheid en markt werken samen – Frankrijk/Zweden
rechts: vrijemarkteconomie (kap), markt regelt alles en weinig regels – VS/Japan
belangrijkste factoren in kapitalisme
- belastingen: manier waarop overheid inkomsten verzameld voor financiering pub diensten
- arbeidsrelaties: manier van samenwerken gever/nemer via vakbonden cao’s
- verzorgingsstaat: mate van sociale bescherming en overheidssteun voor burgers
> sociale zekerheid bijdrage kan op verschillende manieren; soms neemt overheid kosten
van WW-uitkering volledig op zich
governance
ingrijpen van de overheid via beleid en wet, naast staat ook bij bedrijfsvoering door
delegatie – maar waarom governance? staat moet zorgen voor bepaalde gewenste
uitkomsten; moreel goede (desired) resultaten zoals verantwoordelijke financiële sector en
stabiel economisch systeem
vb: Manuel Castells – The Rise of the Network Society: wereld verbonden in netwerken
(globalisering) maar er is geen centraal bestuur meer dat alles controleert
how to organize governance legitimately from welfare states to what they all have in
common; modern democracy & its apparatus (inrichting) > democracy legitimizes
government intervention (het volk moet ‘de macht geven’)
“models of capitalism are patterns of (real) government intervention = patterns in
governance”
+ neoliberalisme & internationalisatie
geloof in vrije markt als de beste manier om welvaart te creëren > de overheid moet:
- minder regels maken – deregulering > weinig overheid veel markt
- minder geld uitgeven – minder staatsuitgaven
- meer overlaten aan de markt en bedrijven – mensen en bedrijven moeten zelf
verantwoordelijkheid nemen
in de laatste decennia is er een verandering gekomen aan het feit van het bestaan van
verschillende modellen van kapitalisme; meer druk van internationale organisaties (EU, IMF)
waardoor landen meer op elkaar gingen lijken; richting neoliberalisme steeds meer
vormen van kapitalisme lijken op elkaar, allemaal richting vrije markt, minder
overheidsinvloed, meer competitie
vaak geassocieerd met Anglo-Saxon model van VS/VK
financiële crisis Europa
door neoliberalisme grote vertrouwen in vrije markt, weinig regels en overheden geloofden
dat markt zichzelf zou corrigeren > leidde tot:
- te weinig regulering en bescherming > te weinig regels, waardoor te veel risico werd
genomen en toen het mis ging geen goed veiligheidsnet waardoor banken omvielen en
spaarders en burgers vertrouwen verloren
- gebrek politiek over/inzicht > geen goed overzicht van verbinding tussen banken/landen
dus trage/onduidelijke reacties bij begin crisis dus beslissingen kwamen te zwak en te laat
2
hoorcollege 1: samenhang tussen kapitalisme, ongelijkheid en bestuur (governance)
welfare states (verzorgingsstaat)
sociaal systeem waarin staat verantwoordelijkheid draagt voor welzijn van burgers, via
gezondheidszorg, onderwijs, werkgelegenheid en sociale zekerheid
fungeert als ‘mediator of capitalism’:
- het kapitalisme stimuleert economische groei en efficiëntie
- de verzorgingsstaat zorgt voor herverdeling (redistributie) en sociale bescherming
> EU bekend om sterke welfare states die ongelijkheid tegen gaan en stabiliteit bevorderen
capitalism economisch systeem waarin bedrijven en individuen, niet overheid, grootste
deel van de productie en handel bezitten en waarbij winst maken belangrijkste drijfveer is
kapitalisme is niet overal hetzelfde, elk land/economie heeft eigen vorm ervan
verschillende vormen afhankelijk van de ‘welfare state design’:
- Anglo-Saxon (UK&USA) – grote rol vrije markt, overheid grijpt minder in dus burgers
vooral zelf verantwoordelijk voor welzijn, minder nadruk solidariteit of herverdeling
- Continental (GER/FR) – nadruk sociale zekerheid en samenwerking tussen werkgevers,
werknemers en overheid, de staat speelt sterkere rol in garanderen van welzijn en
beperken ongelijkheid
- Nordic (SCAN) – sterke sociale zekerheidssystemen, grote rol overheid gecombineerd
met economische efficiëntie, hoge belastingen maar ook hoge sociale voordelen
- Mediterranean (ITA/ESP/GRE) – combinatie van formele en informele instituties (familie
+ lokale netwerken) die economische zekerheid bieden, staat biedt minder uitgebreide
sociale voorzieningen, vaak minder werkloosheid en ongelijkheid maar ook sterke
familiebanden en lokale solidariteit als vangnet
model markt belasting arbeidsrelaties welfare state economische functie
kapitalisme
Anglo-Saxon vrije markt weinig laag, met flexibele vangnet, minimaal, private sector en
regulering, beperkte arbeidsmarkt nadruk individuele privatisering
concurrentie herverdeling verantwoordelijkheid doel: meer
stuurt economie efficiëntie en
concurrentie
Continental gecoördineerde hoge vakbonden en Inclusief: privé/publiek
markten, vennootschaps- arbeiders = bescherming + soc partner >
overheidsingrijp belasting partners, overleg zekerheid voor samenwerking
als nodig is ipv conflict iedereen overheid en markt
bv subsidies
Nordic niet gereguleerd lage v-belasting ^ zelfde + sterke privésector
(overheid grijpt + hoge i-belast. vastgelegd in verzorgingsstaat
bijna niet in) wetgeving
Mediterranean hybride laag zwakke minimum privé/strategisch >
(vrij + overheid) vakbondsbinding economie vooral
privé maar overheid
stuurt strategisch
mee bv defensie
1
, bestuur en politiek sociale vraagstukken
hoe gaan de (verschillende modellen kapitalisme) overheden om met markten:
spectrum van economische systemen van volledige overheidsregulatie tot vrije markt
links: centrale planeconomie (com), overheid beslist alles – Noord-Korea
midden: gemengde economie, overheid en markt werken samen – Frankrijk/Zweden
rechts: vrijemarkteconomie (kap), markt regelt alles en weinig regels – VS/Japan
belangrijkste factoren in kapitalisme
- belastingen: manier waarop overheid inkomsten verzameld voor financiering pub diensten
- arbeidsrelaties: manier van samenwerken gever/nemer via vakbonden cao’s
- verzorgingsstaat: mate van sociale bescherming en overheidssteun voor burgers
> sociale zekerheid bijdrage kan op verschillende manieren; soms neemt overheid kosten
van WW-uitkering volledig op zich
governance
ingrijpen van de overheid via beleid en wet, naast staat ook bij bedrijfsvoering door
delegatie – maar waarom governance? staat moet zorgen voor bepaalde gewenste
uitkomsten; moreel goede (desired) resultaten zoals verantwoordelijke financiële sector en
stabiel economisch systeem
vb: Manuel Castells – The Rise of the Network Society: wereld verbonden in netwerken
(globalisering) maar er is geen centraal bestuur meer dat alles controleert
how to organize governance legitimately from welfare states to what they all have in
common; modern democracy & its apparatus (inrichting) > democracy legitimizes
government intervention (het volk moet ‘de macht geven’)
“models of capitalism are patterns of (real) government intervention = patterns in
governance”
+ neoliberalisme & internationalisatie
geloof in vrije markt als de beste manier om welvaart te creëren > de overheid moet:
- minder regels maken – deregulering > weinig overheid veel markt
- minder geld uitgeven – minder staatsuitgaven
- meer overlaten aan de markt en bedrijven – mensen en bedrijven moeten zelf
verantwoordelijkheid nemen
in de laatste decennia is er een verandering gekomen aan het feit van het bestaan van
verschillende modellen van kapitalisme; meer druk van internationale organisaties (EU, IMF)
waardoor landen meer op elkaar gingen lijken; richting neoliberalisme steeds meer
vormen van kapitalisme lijken op elkaar, allemaal richting vrije markt, minder
overheidsinvloed, meer competitie
vaak geassocieerd met Anglo-Saxon model van VS/VK
financiële crisis Europa
door neoliberalisme grote vertrouwen in vrije markt, weinig regels en overheden geloofden
dat markt zichzelf zou corrigeren > leidde tot:
- te weinig regulering en bescherming > te weinig regels, waardoor te veel risico werd
genomen en toen het mis ging geen goed veiligheidsnet waardoor banken omvielen en
spaarders en burgers vertrouwen verloren
- gebrek politiek over/inzicht > geen goed overzicht van verbinding tussen banken/landen
dus trage/onduidelijke reacties bij begin crisis dus beslissingen kwamen te zwak en te laat
2