PPT1: Van chromatine tot chromosomen
1. Wat zijn Totipotente cellen?
Ongedifferentieerde cel dat kan uitgroeien tot volledig individu.
tot 8 cellig embryo-stadium bereikt is.
2. Wat zijn Pluripotente cellen?
kunnen uitgroeien tot alle celtypes BEHALVE extra-embryonaal weefsel.
Binnenste cellen van blastocyst stadium
3. Wat zijn Multipotente cellen?
Cellen dat kunnen differentiëren tot verschillende celweefsels die in één
specifiek weefsel voorkomen.
VB: Kraakbeencel, bindweefselcel, …
4. Wat zijn Unipotente cellen?
De voorloper van de volledig gedifferentieerde cel.
VB: Stamcellen ➔ Leverstamcel, huidstalcel, Pancreasstamcel.
Stamcellen bij volwassenen delen en differentiëren zich tot dochtercellen
die instaa voor de normale celvernieuwing en hetherstel van
weefselschade.
5. Onder welke vorm komen geinactiveerde genen voor?
Heterochromatine. Genen opgerold in histonen.
6. Hoe komt het dat alle cellen diverse eigenschappen hebben, maar toch
identiek DNA?
Omdat cellen uit dezelfde totipotente cel zijn ontstaan en dus het DNA
delen.
Echter differentieren cellen tot op verschillende niveaus en nemen hierbij
een functie aan.
7. Op welke locatie(s) vind men DNA terug bij Eukrayote cellen?
Celkern, Mitochondria, Chloroplasten.
8. Wat is een gedifferentieerde cel?
Een gedifferentieerde cel is een cel die zich heeft gespecialiseerd in een
specifieke functie binnen een weefsel of orgaan
9. Wat is de volledige naam van DNA?
De-oxy-ribo-Nucleine-Zuur
10.Wat is de volledige naam van RNA?
Ribo-nucleïne-zuur
11.Wat is chromatine?
Een complex van DNA en histonen in de celkern. Organiseert DNA en
reguleert genexpressie.
12.Wat is euchromatine?
Een losser verpakte vorm van Chromatine. Actief betrokken bij
genexpressie
13.Wat is heterochromatine?
Een dichterverpakte vorm van Chromatine. Transcriptioneel inactief.
14.Wat is het verschil tussen beide?
Euchromatine is losser en actief in genexpressie, terwijl
heterochromatine compacter is en meestal stil is.
15.Wat is facultatief heterochromatine?
Tijdelijk inactieve vorm van Chromatine.
Word geactiveerd onder specifieke omstandigheden.
, 16.Wat is constitutief heterochromatine?
Permanent inactieve vorm van Chromatine, vervult structurele vorm zoals
centromeer, telomeer.
17.In welke van de 2 worden genen afgeschreven?
Euchromatine, losser verpakt, actief bij de genexpressie.
18.Hoe gebeurt de condensatie van DNA?
DNA wikkelt zich rond histonen ➔ vorming Nucleosomen
Opstapeling van nucelosomen ➔ Chromatine
Compacte vorm van Chromatine ➔ Chromosoom
19.Wat is een nucleosoom?
Complex van DNA rond histonen gewikkeld, en vormt de basiseenheid van
Chromatine
20.Wat is de locus van genen?
De fysieke plaats op het chromosoom waar het gen zich bevind.
21.Wat zijn homologe chromosoomparen?
2 chromosomen met dezelfde lengte, genvolgorde, Loci.
1 afkomstig van de moeder, 1 afkomstig van de vader.
ze dragen genen die coderen voor hetzelfde kenmerk, zoals oogkleur. De
exacte expressie hangt af van de varianten (allelen) op elk chromosoom.
22.Wat is een allel? Wat is homozygoot en heterozygoot?
Een variant van een gen.
Homozygoot: Beide allelen zijn identiek, gen van mama is identiek aan die
van papa
Heterozygoot: Beide allelen verschillen, gen van mama verschilt aan die
van papa
23.Wanneer de allelen op de homologe chromosomen verschillen zijn is het
organisme…?
Heterozygoot
24.Wat is het nut van condenseren van DNA?
- Faciliteert chromosoomscheiding tijdens celdeling
- Bescherming tegen beschadiging
25.Wat zijn zusterchromatiden?
2 identieke kopiën van een chromosoom, samengehouden via het
centromeer.
Ze zijn onstaan uit elkaar na DNA-replicatie en zullen gescheiden worden
bij celdeling.
26.Wat is de functie van het centromeer? Uit welke delen en domeinen
bestaat het? Welke vormen kan het aannemen (4)?
Verbinden van de zusterchromatiden.
Hechten aan de spoelfiguur tijdens de celdeling.
Bestaande uit:
- Constitutief heterochromatine
- Kinetorchoren
Domeinen:
- Kinetochoordomein
- centraal domein
- paringsdomein
1. Wat zijn Totipotente cellen?
Ongedifferentieerde cel dat kan uitgroeien tot volledig individu.
tot 8 cellig embryo-stadium bereikt is.
2. Wat zijn Pluripotente cellen?
kunnen uitgroeien tot alle celtypes BEHALVE extra-embryonaal weefsel.
Binnenste cellen van blastocyst stadium
3. Wat zijn Multipotente cellen?
Cellen dat kunnen differentiëren tot verschillende celweefsels die in één
specifiek weefsel voorkomen.
VB: Kraakbeencel, bindweefselcel, …
4. Wat zijn Unipotente cellen?
De voorloper van de volledig gedifferentieerde cel.
VB: Stamcellen ➔ Leverstamcel, huidstalcel, Pancreasstamcel.
Stamcellen bij volwassenen delen en differentiëren zich tot dochtercellen
die instaa voor de normale celvernieuwing en hetherstel van
weefselschade.
5. Onder welke vorm komen geinactiveerde genen voor?
Heterochromatine. Genen opgerold in histonen.
6. Hoe komt het dat alle cellen diverse eigenschappen hebben, maar toch
identiek DNA?
Omdat cellen uit dezelfde totipotente cel zijn ontstaan en dus het DNA
delen.
Echter differentieren cellen tot op verschillende niveaus en nemen hierbij
een functie aan.
7. Op welke locatie(s) vind men DNA terug bij Eukrayote cellen?
Celkern, Mitochondria, Chloroplasten.
8. Wat is een gedifferentieerde cel?
Een gedifferentieerde cel is een cel die zich heeft gespecialiseerd in een
specifieke functie binnen een weefsel of orgaan
9. Wat is de volledige naam van DNA?
De-oxy-ribo-Nucleine-Zuur
10.Wat is de volledige naam van RNA?
Ribo-nucleïne-zuur
11.Wat is chromatine?
Een complex van DNA en histonen in de celkern. Organiseert DNA en
reguleert genexpressie.
12.Wat is euchromatine?
Een losser verpakte vorm van Chromatine. Actief betrokken bij
genexpressie
13.Wat is heterochromatine?
Een dichterverpakte vorm van Chromatine. Transcriptioneel inactief.
14.Wat is het verschil tussen beide?
Euchromatine is losser en actief in genexpressie, terwijl
heterochromatine compacter is en meestal stil is.
15.Wat is facultatief heterochromatine?
Tijdelijk inactieve vorm van Chromatine.
Word geactiveerd onder specifieke omstandigheden.
, 16.Wat is constitutief heterochromatine?
Permanent inactieve vorm van Chromatine, vervult structurele vorm zoals
centromeer, telomeer.
17.In welke van de 2 worden genen afgeschreven?
Euchromatine, losser verpakt, actief bij de genexpressie.
18.Hoe gebeurt de condensatie van DNA?
DNA wikkelt zich rond histonen ➔ vorming Nucleosomen
Opstapeling van nucelosomen ➔ Chromatine
Compacte vorm van Chromatine ➔ Chromosoom
19.Wat is een nucleosoom?
Complex van DNA rond histonen gewikkeld, en vormt de basiseenheid van
Chromatine
20.Wat is de locus van genen?
De fysieke plaats op het chromosoom waar het gen zich bevind.
21.Wat zijn homologe chromosoomparen?
2 chromosomen met dezelfde lengte, genvolgorde, Loci.
1 afkomstig van de moeder, 1 afkomstig van de vader.
ze dragen genen die coderen voor hetzelfde kenmerk, zoals oogkleur. De
exacte expressie hangt af van de varianten (allelen) op elk chromosoom.
22.Wat is een allel? Wat is homozygoot en heterozygoot?
Een variant van een gen.
Homozygoot: Beide allelen zijn identiek, gen van mama is identiek aan die
van papa
Heterozygoot: Beide allelen verschillen, gen van mama verschilt aan die
van papa
23.Wanneer de allelen op de homologe chromosomen verschillen zijn is het
organisme…?
Heterozygoot
24.Wat is het nut van condenseren van DNA?
- Faciliteert chromosoomscheiding tijdens celdeling
- Bescherming tegen beschadiging
25.Wat zijn zusterchromatiden?
2 identieke kopiën van een chromosoom, samengehouden via het
centromeer.
Ze zijn onstaan uit elkaar na DNA-replicatie en zullen gescheiden worden
bij celdeling.
26.Wat is de functie van het centromeer? Uit welke delen en domeinen
bestaat het? Welke vormen kan het aannemen (4)?
Verbinden van de zusterchromatiden.
Hechten aan de spoelfiguur tijdens de celdeling.
Bestaande uit:
- Constitutief heterochromatine
- Kinetorchoren
Domeinen:
- Kinetochoordomein
- centraal domein
- paringsdomein
