Wat hoort bij welke type binding?
1. Naar feestje om contact met oude dorpsgenoten niet te verliezen.
2. Tinder updaten.
3. Bij McDonalds overuren draaien om contractverlenging te krijgen.
4. Praatje houden met wijkagent, om wit voetje te halen.
5. Aanmelden bij de bibliotheek.
6. Klachtmail sturen naar FvD over dat onze docent niet boreaal is.
7. Whatsapp studeergroep aanmaken.
Meerkeuzevragen
8. Wat is een typisch sociologische vraag?
A: Hoe kan een kind worden begeleid tot zelfstandigheid?
B: Welke opvattingen hebben kinderen die in armoede opgroeien over geluk?
C: Wat zijn oorzaken van slapeloosheid?
9. Een docent voert feiten aan die het idee ondersteunen dat de evolutietheorie een achterhaald idee
is en legt dit vast als tentamenstof.
Vanuit welke aspecten van Webers pleidooi voor waardevrijheid kan hierop kritiek worden gegeven?
A: De docent is niet waardevrij over feiten (wat is).
B: De docent is niet waardevrij over normen en waarden (wat moet zijn).
C: De docent is niet transparantie over zijn oriëntatie.
10. Welke van onderstaande kenmerken van de HvA heeft het minst betrekking op cultuur?
A: De foto’s en spreuken aan de muren.
B: De manier waarom studenten worden geacht docenten aan te spreken.
C: De openstaande kantoordeuren.
D: Gemiddelde slagingspercentage van SWK1B.
11. Helena is ontzettend boos en verdrietig dat Ajax verloren heeft. Ze had zo graag gezien dat haar
Amsterdamse trots meer sportieve erkenning zou krijgen. Wat voor type binding heeft Helena met
Ajax?
A: Cognitieve binding op microniveau.
B: Affectieve binding op microniveau.
C: Cognitieve binding op macroniveau.
D: Affectieve binding op macroniveau.
12. Meester Max is heel populair onder de kinderen. Hij is de coole meester waar kinderen, vooral
jongens, naar opkijken en graag mee praten. Hoe kan je de nacht van Meester Max typeren?
A: Politieke macht
B: Affectieve macht
C: Cognitieve macht
13. Op de middelbare school gaan vmbo-leerlingen op reis naar de Ardennen, Havisten naar Parijs en
VWO’ers naar Barcelona.
Waar is hier mogelijk sprake van?
A: Sociale inclusie
B: Sociale stratificatie
C: Distinctiezucht
14. In de vorige vraag was mogelijk sprake van stratificatie op basis van:
A: Stand
B: Klasse
C: Beroepsstatus
15. Wat wordt er bedoel met: relatieve deprivatie en reproductie van maatschappelijke achterstand?
16. Jantje stottert en praat vaak in halve zinnen, waardoor hij weinig vrienden maakt. Hierdoor wordt hij
weinig uitgenodigd voor feestjes en krijgt hij nog minder vrienden, want hij krijgt weinig
gelegenheden om vrienden te maken. Jantje wordt daardoor steeds meer uitgesloten voor zijn
gevoel.
1. Naar feestje om contact met oude dorpsgenoten niet te verliezen.
2. Tinder updaten.
3. Bij McDonalds overuren draaien om contractverlenging te krijgen.
4. Praatje houden met wijkagent, om wit voetje te halen.
5. Aanmelden bij de bibliotheek.
6. Klachtmail sturen naar FvD over dat onze docent niet boreaal is.
7. Whatsapp studeergroep aanmaken.
Meerkeuzevragen
8. Wat is een typisch sociologische vraag?
A: Hoe kan een kind worden begeleid tot zelfstandigheid?
B: Welke opvattingen hebben kinderen die in armoede opgroeien over geluk?
C: Wat zijn oorzaken van slapeloosheid?
9. Een docent voert feiten aan die het idee ondersteunen dat de evolutietheorie een achterhaald idee
is en legt dit vast als tentamenstof.
Vanuit welke aspecten van Webers pleidooi voor waardevrijheid kan hierop kritiek worden gegeven?
A: De docent is niet waardevrij over feiten (wat is).
B: De docent is niet waardevrij over normen en waarden (wat moet zijn).
C: De docent is niet transparantie over zijn oriëntatie.
10. Welke van onderstaande kenmerken van de HvA heeft het minst betrekking op cultuur?
A: De foto’s en spreuken aan de muren.
B: De manier waarom studenten worden geacht docenten aan te spreken.
C: De openstaande kantoordeuren.
D: Gemiddelde slagingspercentage van SWK1B.
11. Helena is ontzettend boos en verdrietig dat Ajax verloren heeft. Ze had zo graag gezien dat haar
Amsterdamse trots meer sportieve erkenning zou krijgen. Wat voor type binding heeft Helena met
Ajax?
A: Cognitieve binding op microniveau.
B: Affectieve binding op microniveau.
C: Cognitieve binding op macroniveau.
D: Affectieve binding op macroniveau.
12. Meester Max is heel populair onder de kinderen. Hij is de coole meester waar kinderen, vooral
jongens, naar opkijken en graag mee praten. Hoe kan je de nacht van Meester Max typeren?
A: Politieke macht
B: Affectieve macht
C: Cognitieve macht
13. Op de middelbare school gaan vmbo-leerlingen op reis naar de Ardennen, Havisten naar Parijs en
VWO’ers naar Barcelona.
Waar is hier mogelijk sprake van?
A: Sociale inclusie
B: Sociale stratificatie
C: Distinctiezucht
14. In de vorige vraag was mogelijk sprake van stratificatie op basis van:
A: Stand
B: Klasse
C: Beroepsstatus
15. Wat wordt er bedoel met: relatieve deprivatie en reproductie van maatschappelijke achterstand?
16. Jantje stottert en praat vaak in halve zinnen, waardoor hij weinig vrienden maakt. Hierdoor wordt hij
weinig uitgenodigd voor feestjes en krijgt hij nog minder vrienden, want hij krijgt weinig
gelegenheden om vrienden te maken. Jantje wordt daardoor steeds meer uitgesloten voor zijn
gevoel.