10.1. Een veilige omgeving
Een organisatie moet zorgen voor een veilige omgeving. Wat we daar
onder verstaan verschilt. Ouderen vragen bijvoorbeeld andere
veiligheidseisen dan kinderen. Ook de bouw en inrichting van een pand
speelt een rol. Voor een organisatie met grote gebouwen en afdelingen
gelden andere eisen dan voor veel kleine gebouwtjes/zorgunits. Je kunt
niet alle veiligheidsproblemen zelf oplossen. Toch is er genoeg wat je wel
kunt doen. Dit zijn aandachtspunten voor een kindveilige omgeving:
veiligheidsprotocollen naleven
ruimtes juist gebruiken
hulpmiddelen juist gebruiken
betrouwbaarheid en integriteit
criminaliteit
observeren – signaleren – melden - evalueren.
Veiligheidsprotocollen naleven
Elke organisatie heeft veiligheidsprotocollen. Ze geven aan hoe je kunt
zorgen dat onveilige situaties worden voorkomen of hoe te handelen bij
een onveilige situatie. Het is uiteraard belangrijk dat je deze protocollen
naleeft. Leer kinderen om zich ook aan de regels te houden. Veiligheid is
ook een verantwoordelijkheid van kinderen zelf. Uiteraard voor zover ze
daartoe in staat zijn.
Ruimtes juist gebruiken
Bij de bouw van instellingen gelden veel veiligheidseisen. Onder meer op
het gebied van brandveiligheid. Op de bouw zelf heb je weinig invloed. Die
heb je wel op het gebruik van de ruimtes in dat gebouw. Zo zijn gangen
vluchtwegen bij brand. Dat werkt niet als die vol staan met spullen. Zorg
ook dat muurleuningen in een gang voor kinderen bereikbaar blijven.
Betrouwbaarheid en integriteit
Wie werkt met kinderen, moet betrouwbaar en integer zijn. Het vak eist
die eigenschappen. Helaas blijkt niet iedereen geschikt. Door hun
kwetsbaarheid lopen kinderen risico op seksueel misbruik of mishandeling.
Niet voor niets moeten kinderopvangorganisaties en scholen aan
personeelsleden een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) vragen.
Een VOG is een verklaring van justitie, waarin staat dat iemand voor de
functie die hij uitoefent niet eerder een strafbaar feit pleegde.
Collega’s aanspreken
, Een VOG is geen garantie dat een collega niets verkeerds zal doen. Aan de
andere kant is het ook niet de bedoeling dat je voortaan elke collega als
mogelijke verdachte bekijkt. Wees wel alert als je vreemde dingen ziet.
Bijvoorbeeld als een collega steeds veel naar hetzelfde kind trekt. Spreek
je collega hierop aan. Misschien gebeurt zoiets onbewust en is er niets aan
de hand. Bij twijfel kun je altijd overleggen met je leidinggevende.
Observeren – signaleren – melden – evalueren
Observeren is belangrijk. Het gaat niet alleen om het observeren van
kinderen, maar ook van hun omgeving. Als je goed observeert, zul je ook
signaleren. Signaleren dat bepaalde situaties niet veilig zijn of een risico
vormen. Laat het niet bij signaleren, maar meld onduidelijke situaties bij
een leidinggevende. Evalueer vervolgens de genomen maatregelen om de
veiligheid te verbeteren.
10.2. Brandveiligheid
Brand is verwoestend. Het geeft kans op ernstig lichamelijk letsel of zelfs
overlijden. Maar ook op beschadiging of verlies van persoonlijke
bezittingen en dierbare herinneringen en schade aan gebouwen. Niet voor
niets dat organisaties veel doen aan brandveiligheid. Met een zwaar
accent op preventie, het voorkomen van een ramp. Samen met de
brandweer zijn er periodiek controles. Aandachtspunten voor
brandveiligheid:
bouwkundige aspecten
protocollen brandveiligheid
schade beperken
preventie.
Bouwkundige aspecten
Gebouwen waar altijd meer mensen zijn moeten aan strenge
brandveiligheidseisen voldoen. Ze zijn onderverdeeld in zogenoemde
compartimenten. Dit is om te voorkomen dat bij brand het vuur snel naar
andere compartimenten (afdelingen) over kan slaan. De compartimenten
zijn met elkaar verbonden via gangen. De meeste gangen zijn
vluchtwegen. Zorg ervoor dat deze altijd vrije doorgang bieden.
Compartimenten worden van elkaar gescheiden door automatische
(klap)deuren. Blokkeer de automatische sluiting niet door iets voor de deur
te zetten, waardoor hij niet vanzelf dicht gaat. Zet nooit iets voor deuren
en uitgangen. Ook niet als zo’n deur in een ver hoekje van een afdeling zit
en normaal nooit gebruikt wordt.
Protocollen brandveiligheid
Een organisatie moet zorgen voor een veilige omgeving. Wat we daar
onder verstaan verschilt. Ouderen vragen bijvoorbeeld andere
veiligheidseisen dan kinderen. Ook de bouw en inrichting van een pand
speelt een rol. Voor een organisatie met grote gebouwen en afdelingen
gelden andere eisen dan voor veel kleine gebouwtjes/zorgunits. Je kunt
niet alle veiligheidsproblemen zelf oplossen. Toch is er genoeg wat je wel
kunt doen. Dit zijn aandachtspunten voor een kindveilige omgeving:
veiligheidsprotocollen naleven
ruimtes juist gebruiken
hulpmiddelen juist gebruiken
betrouwbaarheid en integriteit
criminaliteit
observeren – signaleren – melden - evalueren.
Veiligheidsprotocollen naleven
Elke organisatie heeft veiligheidsprotocollen. Ze geven aan hoe je kunt
zorgen dat onveilige situaties worden voorkomen of hoe te handelen bij
een onveilige situatie. Het is uiteraard belangrijk dat je deze protocollen
naleeft. Leer kinderen om zich ook aan de regels te houden. Veiligheid is
ook een verantwoordelijkheid van kinderen zelf. Uiteraard voor zover ze
daartoe in staat zijn.
Ruimtes juist gebruiken
Bij de bouw van instellingen gelden veel veiligheidseisen. Onder meer op
het gebied van brandveiligheid. Op de bouw zelf heb je weinig invloed. Die
heb je wel op het gebruik van de ruimtes in dat gebouw. Zo zijn gangen
vluchtwegen bij brand. Dat werkt niet als die vol staan met spullen. Zorg
ook dat muurleuningen in een gang voor kinderen bereikbaar blijven.
Betrouwbaarheid en integriteit
Wie werkt met kinderen, moet betrouwbaar en integer zijn. Het vak eist
die eigenschappen. Helaas blijkt niet iedereen geschikt. Door hun
kwetsbaarheid lopen kinderen risico op seksueel misbruik of mishandeling.
Niet voor niets moeten kinderopvangorganisaties en scholen aan
personeelsleden een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) vragen.
Een VOG is een verklaring van justitie, waarin staat dat iemand voor de
functie die hij uitoefent niet eerder een strafbaar feit pleegde.
Collega’s aanspreken
, Een VOG is geen garantie dat een collega niets verkeerds zal doen. Aan de
andere kant is het ook niet de bedoeling dat je voortaan elke collega als
mogelijke verdachte bekijkt. Wees wel alert als je vreemde dingen ziet.
Bijvoorbeeld als een collega steeds veel naar hetzelfde kind trekt. Spreek
je collega hierop aan. Misschien gebeurt zoiets onbewust en is er niets aan
de hand. Bij twijfel kun je altijd overleggen met je leidinggevende.
Observeren – signaleren – melden – evalueren
Observeren is belangrijk. Het gaat niet alleen om het observeren van
kinderen, maar ook van hun omgeving. Als je goed observeert, zul je ook
signaleren. Signaleren dat bepaalde situaties niet veilig zijn of een risico
vormen. Laat het niet bij signaleren, maar meld onduidelijke situaties bij
een leidinggevende. Evalueer vervolgens de genomen maatregelen om de
veiligheid te verbeteren.
10.2. Brandveiligheid
Brand is verwoestend. Het geeft kans op ernstig lichamelijk letsel of zelfs
overlijden. Maar ook op beschadiging of verlies van persoonlijke
bezittingen en dierbare herinneringen en schade aan gebouwen. Niet voor
niets dat organisaties veel doen aan brandveiligheid. Met een zwaar
accent op preventie, het voorkomen van een ramp. Samen met de
brandweer zijn er periodiek controles. Aandachtspunten voor
brandveiligheid:
bouwkundige aspecten
protocollen brandveiligheid
schade beperken
preventie.
Bouwkundige aspecten
Gebouwen waar altijd meer mensen zijn moeten aan strenge
brandveiligheidseisen voldoen. Ze zijn onderverdeeld in zogenoemde
compartimenten. Dit is om te voorkomen dat bij brand het vuur snel naar
andere compartimenten (afdelingen) over kan slaan. De compartimenten
zijn met elkaar verbonden via gangen. De meeste gangen zijn
vluchtwegen. Zorg ervoor dat deze altijd vrije doorgang bieden.
Compartimenten worden van elkaar gescheiden door automatische
(klap)deuren. Blokkeer de automatische sluiting niet door iets voor de deur
te zetten, waardoor hij niet vanzelf dicht gaat. Zet nooit iets voor deuren
en uitgangen. Ook niet als zo’n deur in een ver hoekje van een afdeling zit
en normaal nooit gebruikt wordt.
Protocollen brandveiligheid