Economische Beslissingscalculaties in de Logistiek - TS
Bevat uitgewerkte voorbeeldopgaven
Logistics Management (Optioneel: Engineering)
Opleiding:
Hogeschool van Amsterdam
Jaar: 2
Pagina’s 25
Deze samenvatting bevat de volgende hoofdstukken:
(Op volgorde van dit document)
Financieel management en Financiering (FMF) – 2e druk
Horngren's Cost Accounting (CA) – 16th edition
→ Les 2.1 – FMF H1 + 10
→ Les 1.1/1.2 – FMF H2
→ Les 2.2 – FMF H3
→ Les 3.1/4.1 – CA Ch.11
→ Les 4.2 – CA Ch.13
→ Les 5.1/5.2/7.1/7.2 – FMF H4 + CA H20
(N.B.: Alleen les 6.1 – SCF ING Guide ontbreekt in deze samenvatting)
, Les 2.1 - FMF H1 + 10:
Financiële overzichten, vermogensstructuur- en kosten
Financiële overzichten
Balans
→ Overzicht van bezittingen (activa) en manier van hoe bezittingen zijn gefinancierd (passiva)
op één moment
→ Voorbeeld is in scrontovorm (kan ook in staffelvorm)
Winst- en verliesrekening (resultatenrekening)
→ Overzicht van gerealiseerde opbrengsten/kosten (en winst) over een periode
→ Voorbeeld is in staffelvorm (kan ook in scrontovorm)
,Rendement op Eigen Vermogen/Vreemd Vermogen
EV - Rentabiliteit op EV
→ Bestaat o.a. uit dividend/koerswinsten voor de aandeelhouders
→ Rentabiliteit EV is voor EV-verschaffers (dividend of rest wordt gereserveerd)
VV - Rentabiliteit op VV
→ Bestaat o.a. uit de rente die betaald moet worden over geleend geld van de bank
→ Rentabiliteit VV voor VV-verschaffers -> Voordeel van rente voor organisatie is dat het kosten zijn
-> Er hoeft minder vpb betaald te worden
(Gem. VV = Zelfde soort berekening als gem. EV)
Vermogensstructuur - Solvabiliteit
→ De verdeling van het EV en VV over het Totale Vermogen (TV)
→ Mate waarin een organisatie in geval van liquidatie in staat is om aan haar verplichtingen te voldoen
tegenover de verschaffers van VV (% weerstandsvermogen > % debt ratio = solvabel)
→ Debt ratio =
(x100 voor %)
→ Weerstandsvermogen = vermogen van een organisatie om in financieel slechte tijden aan haar
verplichtingen te voldoen + faillissement voorkomen
(x100 voor %)
→ Goede solvabiliteit:
-> Laag risicoprofiel (EV/VV-verschaffers eisen lager rendement
-> Beïnvloed vpb (meer rentekosten -> meer aftrekken van belasting -> minder belastbare winst
= minder winstbelasting (vennootschapsbelasting)
, Vermogenskosten
→ Gem. vermogenskostenvoet is gewogen gem. van REV/RVV
= weighted average cost of capital (wacc)
(Tvbp = Tarief vennootschapsbelasting)
-> = Vermogenskostenvoet = disconteringsvoet (geëist rendement)
→ Meer VV dan EV -> risicovoller voor aandeelhouders, dus meer risico op faillissement
-> EV-verschaffers eisen een hoger rendement waardoor REV stijgt
= Model Modigliani & Miller 1958 (M&M’58) - Geen belastingen (1 - Tvpb) /faillissementskosten
(insolventierisico)
Stellingen:
REV 1: De totale waarde van onderneming is onafhankelijk
van haar vermogensstructuur.
-> wacc = rechte lijn, dus onafhankelijk gegeven
wacc
2: Het financiële risico voor aandeelhouders neemt
toe naarmate er meer VV is. Het geëist rendement op
RVV aandelen stijgt naarmate er meer VV is gefinancierd.
Stijging
kostenvoet
EV,VV, wacc
Stijging
verhouding VV/TV →
Model Modigliani & Miller 1963 (M&M’63)
→ Veel VV is niet perse slecht -> want als er met het geleende VV meer verdiend wordt dan gaat
hetgeen wat overblijft naar de EV-verschaffers (= hefboomeffect)
-> Doel = Duidelijk maken dat EV-verschaffers profiteren van een hoge RTV t.o.v. de RVV
+ positieve effect versterkt wordt door een hoge EV/VV verhouding
→ Rentabiliteit Totaal Vermogen (RTV) =
→ Rentabiliteit EV vóór vennootschapsbelasting = Positief hefboomeffect =
RTV > RVV of REV > RTV
Hefboomfactor
Negatief hefboomeffect =
Hefboomeffect
RTV < RVV of REV < RTV
→ Rentabiliteit EV na vennootschapsbelasting =
Z.O.Z. ->
= Model Modigliani & Miller 1963 (M&M’63) - Wel belastingen, geen insolventiekosten