Examen
Preview tentamen
Opdrachten:
1. De todo un poco
50 mc vragen
Vul het juiste antwoord in het gat in de zin in
Let goed op bij de antwoordmogelijkheden of deze compleet zijn, er kan een woord missen
waardoor het antwoord fout is. Het antwoord moet dus precies zoals het er staat in de zin passen
2. Comprensión lectora 1
Leesopdracht
Zinnen combineren of afmaken a.d.h.v. andere zinnen.
3. Comprehensión lectora 2
Leesopdracht
waar of niet waar stellingen. verdad/mentira
4. Formas de trato
wanneer ben je informeel/formeel. hoe zou iemand uit argentie reageren (vos bijvoorbeeld)
5. Ser, estar, hay
Kies de juiste vorm van zijn en vul de juiste vorm in in de zin
Kijk goed wat zijn betekent in de zin
Tip: schrijf voor jezelf op wanneer je ser, estar of hay gebruikt dat je daar op terug kan vallen
Schrijf het accent ook op als dat nodig is, anders is het fout
6. Con o sin acento
Moet je wel of niet een accent schrijven op het gegeven woord (de klemtoon is gegeven)
Let op klemtoonregels
7. Verbos: presente
juiste vorm van werkwoord, tegenwoordige tijd.
goed letten op wat onderwerp is als dat er niet bij staat
8. Escritura 1
Lijkt op oefening van advertenties in unidad 5
Koppel de juiste kandidaat aan de juiste functie en leg uit waarom
Dit is een kleine schrijfopdracht (25 woorden)
2 soorten vacatures, dus twee keer deze opdracht doen
9. Escriture 2
Vacature brief
aanhef/voorstellen/opleiding/talenten/ervaring/wat je kunt bijdragen
minimaal 150 woorden
Examen 1
, Formas de trato
vos is tú in argentina (hoef je niet te leren, wel weten dat het bestaat)
vosotros is alleen spaans, in zuid amerika gebruiken ze ustedes (jullie)
yo
tú
él/ella/usted
nosotros/as
vosotros/as
ellos/ellas/ustedes
blauw=informal en pink=formal
Ojo: en Hispanoamérica “ustedes” se usa en lugar de “vosotros/as
Let op: in Latijns-Amerika wordt “ustedes” gebruikt in plaats van “vosotros/as”
Ser, estar, hay
Ser
yo soy
tú, vos eres/sos
Examen 2
, él, ella, usted es
nosotros/-as somos
vosotros/-as sois
ellos, ellas, ustedes son
koppelwerkwoord: zijn worden lijken …. etc. in nederlands
1. ‘zijn’ als zelfstandig werkwoord
Ik ben in Rotterdam
De vergadering is in zaal 605
2. ‘zijn’ als koppelwerkwoord
Steven is chirurg
We zijn moe
Hay (haber) —> hulpwerkwoord
hay is de onpersoonlijke vorm van het werkwoord haber
altijd enkelvoud, dus maar één vorm
betekent: er is of er zijn
dat het van haber is, zie je in andere werkwoordstijden/-
wijzen: haya, había, hubo, habrá, ha habido...: allemaal derde
persoon enkelvoud
zijn als zelfstandig naamwoord
zijn = zich bevinden
HAY als onderwerp onbepaald is; telwoord, niet weten hoeveel, veel/weinig dat soort worden,
onbepaalde woorden
ESTAR als onderwerp bepaald is
Hay muchos estudiantes en el curso.
¿Cuánta gente hay?
Tu coche está en la calle.
Carmen está en Zaragoza.
zijn = plaatsvinden, gebeuren?
HAY als onderwerp onbepaald is; telwoord, niet weten hoeveel, veel/weinig dat soort worden,
onbepaalde woorden
SER als onderwerp bepaald is;
¿Hay vacaciones de otoño? (is er herfstvakantie, plaatsvinden)
Hay dos reuniones al final de mes. (plaatsvinden)
Su cumpleaños es el 29 de febrero.
Los exámenes son del 1 al 3 de noviembre. (examens vinden plaats)
zijn als koppelwerkwoord
koppelt een zelfstandig naamwoord?
Examen 3
Preview tentamen
Opdrachten:
1. De todo un poco
50 mc vragen
Vul het juiste antwoord in het gat in de zin in
Let goed op bij de antwoordmogelijkheden of deze compleet zijn, er kan een woord missen
waardoor het antwoord fout is. Het antwoord moet dus precies zoals het er staat in de zin passen
2. Comprensión lectora 1
Leesopdracht
Zinnen combineren of afmaken a.d.h.v. andere zinnen.
3. Comprehensión lectora 2
Leesopdracht
waar of niet waar stellingen. verdad/mentira
4. Formas de trato
wanneer ben je informeel/formeel. hoe zou iemand uit argentie reageren (vos bijvoorbeeld)
5. Ser, estar, hay
Kies de juiste vorm van zijn en vul de juiste vorm in in de zin
Kijk goed wat zijn betekent in de zin
Tip: schrijf voor jezelf op wanneer je ser, estar of hay gebruikt dat je daar op terug kan vallen
Schrijf het accent ook op als dat nodig is, anders is het fout
6. Con o sin acento
Moet je wel of niet een accent schrijven op het gegeven woord (de klemtoon is gegeven)
Let op klemtoonregels
7. Verbos: presente
juiste vorm van werkwoord, tegenwoordige tijd.
goed letten op wat onderwerp is als dat er niet bij staat
8. Escritura 1
Lijkt op oefening van advertenties in unidad 5
Koppel de juiste kandidaat aan de juiste functie en leg uit waarom
Dit is een kleine schrijfopdracht (25 woorden)
2 soorten vacatures, dus twee keer deze opdracht doen
9. Escriture 2
Vacature brief
aanhef/voorstellen/opleiding/talenten/ervaring/wat je kunt bijdragen
minimaal 150 woorden
Examen 1
, Formas de trato
vos is tú in argentina (hoef je niet te leren, wel weten dat het bestaat)
vosotros is alleen spaans, in zuid amerika gebruiken ze ustedes (jullie)
yo
tú
él/ella/usted
nosotros/as
vosotros/as
ellos/ellas/ustedes
blauw=informal en pink=formal
Ojo: en Hispanoamérica “ustedes” se usa en lugar de “vosotros/as
Let op: in Latijns-Amerika wordt “ustedes” gebruikt in plaats van “vosotros/as”
Ser, estar, hay
Ser
yo soy
tú, vos eres/sos
Examen 2
, él, ella, usted es
nosotros/-as somos
vosotros/-as sois
ellos, ellas, ustedes son
koppelwerkwoord: zijn worden lijken …. etc. in nederlands
1. ‘zijn’ als zelfstandig werkwoord
Ik ben in Rotterdam
De vergadering is in zaal 605
2. ‘zijn’ als koppelwerkwoord
Steven is chirurg
We zijn moe
Hay (haber) —> hulpwerkwoord
hay is de onpersoonlijke vorm van het werkwoord haber
altijd enkelvoud, dus maar één vorm
betekent: er is of er zijn
dat het van haber is, zie je in andere werkwoordstijden/-
wijzen: haya, había, hubo, habrá, ha habido...: allemaal derde
persoon enkelvoud
zijn als zelfstandig naamwoord
zijn = zich bevinden
HAY als onderwerp onbepaald is; telwoord, niet weten hoeveel, veel/weinig dat soort worden,
onbepaalde woorden
ESTAR als onderwerp bepaald is
Hay muchos estudiantes en el curso.
¿Cuánta gente hay?
Tu coche está en la calle.
Carmen está en Zaragoza.
zijn = plaatsvinden, gebeuren?
HAY als onderwerp onbepaald is; telwoord, niet weten hoeveel, veel/weinig dat soort worden,
onbepaalde woorden
SER als onderwerp bepaald is;
¿Hay vacaciones de otoño? (is er herfstvakantie, plaatsvinden)
Hay dos reuniones al final de mes. (plaatsvinden)
Su cumpleaños es el 29 de febrero.
Los exámenes son del 1 al 3 de noviembre. (examens vinden plaats)
zijn als koppelwerkwoord
koppelt een zelfstandig naamwoord?
Examen 3