OP 1.1 MBRT
Namen/begrippenlijst
Nucleaire geneeskunde
Begrippenlijst
Begrip Uitleg
Diagnostiek Het in kaart brengen/vertellen tegen de patiënt van ‘je bent
ziek’.
Stralingsmonitor Controleert of ergens veel straling aanwezig is.
LAF-kast Hierin bereid je de stoffen.
Dosiscalibrator Verteld hoeveel activiteit je in je spuit hebt opgetrokken.
Optimalisatie Het zoeken naar de beste oplossing voor een probleem. De
juiste methode en de juiste hoeveelheid straling zijn erg van
belang.
Rechtvaardiging Verantwoording af kunnen leggen voor waarom hij/zij iets
doet of waarom iets gedaan wordt zoals het gedaan wordt.
NSCLC Niet-kleincellige longkanker stadium 1
Curatief Genezend behandelen
Botscintigrafie Botscan (van het gehele lichaam)
Statisch onderzoek De opnamen worden gemaakt als het ingespoten
radiofarmacon ‘in rust’ is. Het radiofarmacon verplaatst zich
dan vrijwel niet meer in het lichaam. Deze opnamen worden
gemaakt na een bepaalde wachttijd tussen de injectie en de
uiteindelijk opnamen.
Sensitiviteit De gevoeligheid van een test in de medische diagnostiek
Specificiteit Bepaalt hoe specifiek een test is
Contrast Het verschil tussen de meest lichte tinten en de meest
donkere tinten
Resolutie Onderscheidend vermogen. De ene hotspot is van de andere
te onderscheiden.
Gevoeligheid De counts die de camera kan opvangen (in cnts/sec).
Onderdelen gammacamera
Collimator Is opgebouwd uit loodschotjes en bestaat uit een
gatenpatroon. Het gatenpatroon is afhankelijk van het soort
opname dat gemaakt moet worden. De collimator laat alleen
fotonen door die loodrecht invallen en zorgt ervoor dat iedere
plaats van uitzenden apart wordt gedetecteerd.
Septa De van de gaten (in een collimator)
Scintillatie (kristal) Lichtflits, effecten die ontstaan rond de afbuiging/reflectie van
licht. Zet gammastraling om in zichtbaar licht.
PMT Zet ontstane lichtfotonen om naar een elektrisch signaal
Fotokathode Hier komen de losse elektronen binnen
Dynode Versnelt de vrijgemaakte elektronen. Wanneer de
vrijgekomen elektronen met hoge snelheid botsen met de
dynode komen er meer elektronen vrij.
Anode Vanuit hier komt de elektrische stroom het apparaat/de
Namen/begrippenlijst
Nucleaire geneeskunde
Begrippenlijst
Begrip Uitleg
Diagnostiek Het in kaart brengen/vertellen tegen de patiënt van ‘je bent
ziek’.
Stralingsmonitor Controleert of ergens veel straling aanwezig is.
LAF-kast Hierin bereid je de stoffen.
Dosiscalibrator Verteld hoeveel activiteit je in je spuit hebt opgetrokken.
Optimalisatie Het zoeken naar de beste oplossing voor een probleem. De
juiste methode en de juiste hoeveelheid straling zijn erg van
belang.
Rechtvaardiging Verantwoording af kunnen leggen voor waarom hij/zij iets
doet of waarom iets gedaan wordt zoals het gedaan wordt.
NSCLC Niet-kleincellige longkanker stadium 1
Curatief Genezend behandelen
Botscintigrafie Botscan (van het gehele lichaam)
Statisch onderzoek De opnamen worden gemaakt als het ingespoten
radiofarmacon ‘in rust’ is. Het radiofarmacon verplaatst zich
dan vrijwel niet meer in het lichaam. Deze opnamen worden
gemaakt na een bepaalde wachttijd tussen de injectie en de
uiteindelijk opnamen.
Sensitiviteit De gevoeligheid van een test in de medische diagnostiek
Specificiteit Bepaalt hoe specifiek een test is
Contrast Het verschil tussen de meest lichte tinten en de meest
donkere tinten
Resolutie Onderscheidend vermogen. De ene hotspot is van de andere
te onderscheiden.
Gevoeligheid De counts die de camera kan opvangen (in cnts/sec).
Onderdelen gammacamera
Collimator Is opgebouwd uit loodschotjes en bestaat uit een
gatenpatroon. Het gatenpatroon is afhankelijk van het soort
opname dat gemaakt moet worden. De collimator laat alleen
fotonen door die loodrecht invallen en zorgt ervoor dat iedere
plaats van uitzenden apart wordt gedetecteerd.
Septa De van de gaten (in een collimator)
Scintillatie (kristal) Lichtflits, effecten die ontstaan rond de afbuiging/reflectie van
licht. Zet gammastraling om in zichtbaar licht.
PMT Zet ontstane lichtfotonen om naar een elektrisch signaal
Fotokathode Hier komen de losse elektronen binnen
Dynode Versnelt de vrijgemaakte elektronen. Wanneer de
vrijgekomen elektronen met hoge snelheid botsen met de
dynode komen er meer elektronen vrij.
Anode Vanuit hier komt de elektrische stroom het apparaat/de