Deze samenvatting bevat verdiepende aantekeningen van het
vak Economie Overheidsfinanciën. De notities zijn zorgvuldig opgebouwd
per week en bevatten concrete voorbeelden, uitleg en toets gerichte
vragen.
Veel van deze aantekeningen kun je letterlijk in ChatGPT plakken om er
een volledig uitgeschreven uitleg of verhalende samenvatting van te laten
maken, ideaal om complexe stof beter te begrijpen of snel te herhalen.
Deze samenvatting is volledig gebaseerd op de hoor- en werkcolleges van
de opleiding Bestuurskunde, en heeft bij het tentamen geresulteerd in
een cijfer van 9,7.
Gebruik het document als overzicht, naslagwerk en leerhulp bij je eigen
voorbereiding.
Deze onderwerpen zijn gebaseerd op het boek Overheidsfinanciën van De
Kam, Koopmans en Wellink (2018, 15e druk).
Wat economie en overheidsfinanciën zijn, en waarom de overheid
zich met de economie bemoeit.
De politieke en rationele besluitvorming achter economische keuzes
van de overheid.
De begroting en het begrotingsbeleid: functies, normen en gevolgen
van financieel beleid.
De grootste uitgavenposten van de overheid: sociale zekerheid en
gezondheidszorg, waarom en hoe de overheid hierin ingrijpt, en hoe
de kosten worden beheerst.
Belastingen en belastingbeleid: welke soorten belastingen er zijn,
welke keuzes eraan ten grondslag liggen en hoe belastingen als
beleidsinstrument worden gebruikt.
De verdelingsfunctie van de overheid: waarom en hoe inkomens
worden herverdeeld en welke effecten dit heeft op economie en
samenleving.
De rol van decentrale overheden en de Europese Unie:
taakverdeling, financiële verhoudingen en de invloed van Europees
beleid op de Nederlandse overheidsfinanciën.
,Week 1: economie en overheidsfinanciën
Doelen van dit vak zijn:
- Inzicht krijgen hoe de overheid stuurt met geld,
- Inzicht krijgen in de financiering van collectieve voorzingen
- Inzicht krijgen in de economische gevolgen van overheidsbeleid
1. Wat verstaan we onder economie en overheidsfinanciën?
Wat is economie?
Economie gaat over de keuzes die mensen maken, gegeven ene beperkte
hoeveelheid middelen (schaars)
Een econoom gaat ervan uit dat mensen die keuzes maken, die leiden tot
het meeste ‘nut’
Nut kan je op verschillende manieren definiëren-> Winst, welvaart, geluk,
werkgelegenheid
Een econoom stelt vragen als:
Hoe maken mensen keuzes?
Wat is nut?
Hoe verdeel je schaarse middelen?
Economische vraagstukken worden vaak uitgedrukt in geld. (Kan ook in
ruimte, andere middelen etc.)
Economische bril
Wat verstaan we onder overheidsfinanciën?
Deelgebied van de economie dat zich bezighoudt met de manier waarop
de overheid omgaat met geld.
In dit vakgebied worden er vragen gesteld als:
Hoe zien de inkomsten en uitgaven van de overheid eruit?
Hoe verdeelt de overheid het geld?
Mag de overheid meer geld uitgeven dan het ontvangt?
Vier belangrijke begrippen
A: Balans (bezittingen en schulden)
Activa (links bezittingen), Passiva (rechts schulden) Balans is altijd 0 (eigen
vermogen is rechts, schuld aan jezelf)
B: Begroting (inkomsten en uitgaven)
Links in overzicht inkomsten, rechts uitgaven. Miljoenennota.
C: Begrotingssaldo (EMU-saldo)
Begrotingssaldo = verschil tussen begrote inkomsten en uitgaven
Begrotingssaldo willen we graag kunnen vergelijken. (Verleden, andere
landen)
Daarom uitgedrukt als percentage van het Bruto Binnenlands
Product (bbp)
Maakt internationale vergelijking mogelijk
Afgelopen 50 jaar vrijwel altijd tekort -> sterke stijging schuld
,Ontwikkeling van het begrotingstekort is binnen de EU een belangrijke
maatstaf voor de politiek -> bepaalt of beleid moet worden aangepast.
Verschillende mening over begrotingssaldo:
Tekort mag niet: (alleen lenen voor investeringen)
Tekort mag wel: (met oog op stabiliseren van conjunctuur)
D: Overheidsschuld (EMU-schuld)
Schuld ontstaat als tekort telkens gefinancierd moet worden met lening.
2. Waarom bemoeit de overheid zich met de economie?
Markt- en budgeteconomie
Veronderstelling: overheid wil schaarse middelen zo inzetten dat een zo
hoog mogelijke welvaart wordt bereikt.
In theorie zijn er twee manieren (allocatiemechanismen):
Marktmechanisme
Budgetmechanisme
In een markteconomie zorgt een ‘onzichtbare hand’ voor optimale
verdeling van welvaart. (Vrije handel) (gezondheidszorg, vraag en aanbod)
(VS)
Maar is het echt optimaal? -> marktimperfecties etc.
In een budgeteconomie zorgen plannen en afspraken voor een verdeling
van de welvaart. (China vb., oud Rusland)
Redenen voor overheidsbemoeienis
- Vanwege marktfalen
Collectieve goederen
Externe effecten
Monopolies
- Vanwege politieke motieven
Paternalisme (bemoeigoederen) Minder alcohol -> daarom iets duurder
maken.
Inkomensongelijkheid
- Vanwege financieel-economische motieven
Recessie/crisis
Onevenredige hoge uitvoeringskosten
Drie functies van overheidsingrijpen:
Stabilisatie: zorgen voor een duurzame ontwikkeling en dempen
conjunctuur
Allocatie: zorgen voor een evenwichtige samenstelling van
productie/consumptie
Verdeling: beleid gericht op een redelijke inkomensverdeling
Instrumenten om invloed uit te oefenen:
Via uitgaven en inkomsten (wortel)
Via wet- en regelgeving (zweep)
Via voorlichting (preek)
Voorbeeld overheidsingrijpen
Min en Max prijzen
, Grens aan topinkomens
3. Wat is de gewenste omvang van de overheidsbemoeienis?
Twee indicatoren om de omvang van de bemoeienis te bepalen:
- Collectieve uitgavenquote (Wat de overheid uitgeeft)
= overheidsuitgaven/ bbp * 100% = ca. 50% bbp
- Collectieve lastenquote (Wat de overheid aan belastingen int)
= totale lasten/ bbp * 100% = ca. 40% bbp
Lasten zijn belastingen, premies, (milieu)heffingen
Stijging van overheidsbemoeienis -> onderwijsstaat
Daling door -> loonmatigheid, minder (hoge) uitkeringen) etc.
Verschillende politieke opvattingen over gewenste omvang van
bemoeienis
Meer ‘links’ georiënteerd:
Keynesiaanse begrotingsvisie
Voorkeur voor grotere rol overheid en minder grote invloed van markt
Meer uitgaven onderwijs en SZ
Meer ‘rechts’ georiënteerd:
(Neo-) klassieke = liberale begrotingsvisie
Voorkeur voor marktwerking = kleinere rol overheid
Meer uitgaven defensie en justitie
Week 2: politieke en rationele besluitvorming 21/11