PSYCHOLOGISCH
CONSULENT ALS
PROFESSIONAL
Artevelde Hoge School
[School]
[Cursustitel]
, Maud Bourry
THEMA 1: SOCIALE KAART
ENKELE BEGRIPPEN EN PRINCIPES
Werkveld = het gebied waartoe het werk dat je doet behoort (onderwijs, arbeid en
organisatie, forensisch werkveld, klinisch werkveld, gezinsondersteuning).
Welzijnszorg = (te onderscheiden van Gezondheidszorg) is een maatschappelijke sector
die zich richt op personen of groepen die omwille van een of ander probleem niet ten
volle kunnen participeren aan het maatschappelijk leven. Overheid, maar ook
particulieren, vrijwilligers, professionals, organisaties, projecten enz.. bieden daarbij zorg
en ondersteuning in de vorm van therapieën, andere behandelingen, begeleiding,
activiteiten, onderdak, enz..
De geestelijke gezondheidszorg (ggz) = is, als vakgebied van de gezondheidszorg,
een toegepaste wetenschap die zich met de psychische gezondheid van mensen
bezighoudt. Naast onderzoek en studie van deze gezondheid omvat ggz ook toepassing
van die kennis om de geestelijke gezondheid en kwaliteit van leven van de mens te
bevorderen en/of herstellen. Ook streeft de ggz naar het voorkómen van psychische
problemen.
Welzijnsvoorziening = is in Vlaanderen een instelling of dienst die door de overheid of
door private personen of organisaties wordt opgericht om hulp te verlenen aan personen
in welbepaalde probleemsituaties. Welzijnsvoorzieningen worden in verschillende
sectoren en voor verschillende doelgroepen, na erkenning, vergunning en/of subsidiëring,
mee ingeschakeld bij de uitvoering van het welzijnsbeleid.
Preventie = het voorkomen dat er problemen ontstaan door van tevoren in te grijpen.
Preventie is het geheel van doelbewuste initiatieven die anticiperen op risicofactoren (=
handelen voordat het probleem ontstaat) en ageren wanneer de eerste signalen zich
ontwikkelen en de problematiek aan het ontstaan is.
Continuïteit van zorg (zorgcontinuïteit) = verwijst naar de capaciteit van het
systeem om te garanderen dat de zorg die een zorgvrager krijgt op een vlotte en
gecoördineerde manier is georganiseerd, over verloop van tijd en tussen de verschillende
zorgactoren, instellingen en gewesten. Als de zorg onvoldoende gecoördineerd is, of als
de communicatie tekortschiet, kunnen heel wat problemen optreden. Het is daarom van
cruciaal belang dat alle zorgverstrekkers weten wat de anderen doen en ervoor zorgen
dat hun interventies elkaar aanvullen. Continuïteit van zorg kan een hele reeks aspecten
omvatten, zoals de mogelijkheid om op dezelfde zorgverstrekker(s) een beroep te kunnen
blijven doen, een vlotte overgang tussen verschillende soorten zorg, een doeltreffende
communicatie en coördinatie tussen de verschillende zorgverstrekkers,...
Persoonsgerichte zorg (zorg op maat) = zorg die is afgestemd op iemands
persoonlijke interesses, noden en voorkeuren.
Toegankelijke zorg = is laagdrempelig, buurtgebonden en niet-stigmatiserend in zijn
aanpak. Toegankelijkheid verwijst naar het gemak waarmee de bevolking toegang krijgt
tot de gezondheidsdiensten, in termen van afstand (geografische spreiding), kostprijs, tijd
en beschikbaarheid van het personeel. Het is een voorwaarde voor een efficiënt en
kwaliteitsvol zorgsysteem.
1
,Maud Bourry
2
, Maud Bourry
Generalistisch = iemand die generalistisch werkt, is van alle markten thuis en beschikt
niet per se over grondige kennis over een onderwerp, maar over een breed scala aan
kennis om 'eerste hulp' te bieden (bv. iemand die met verschillende doelgroepen en
problematieken werkt en van alles een beetje afweet, maar niet diepgaand).
Specialistisch = iemand die specialistisch werkt, heeft specifieke deskundigheid,
diepgaande kennis en competenties binnen een beperkt domein. Binnen dat domein is de
specialist expert (bv. iemand die enkel werkt met eetproblematieken).
Subsidiariteitsprincipe = eerst de meest persoonsgerichte, minst ingrijpende en meest
kortdurende zorgvorm die mogelijk en nodig is aanbieden.
Vermaatschappelijking van de zorg = de zorg zoveel mogelijk in de natuurlijke
omgeving van de zorggebruiker laten plaatsvinden.
Het geheel van zorg kunnen we onderverdelen in informeel en formele zorg:
Formele zorg = Het geheel van voorzieningen, organisaties en systemen die willen
tegemoetkomen aan de noden van de zorgbehoevende met als doel het welzijn en/of de
gezondheid van die persoon te bevorderen. Er wordt op de één of andere manier betaald
voor de zorgen (bv. psychiater, psycholoog, dokter,...).
Informele zorg = Het tegemoetkomen aan de noden van een zorgbehoevende binnen
een intermenselijke, niet–professionele relatie. Het gaat meestal om een vrijwillige en
langdurige inzet tussen zorgvrager en zorgverstrekker (bv: zelfzorg, mantelzorg,
vrijwilligers, buddyzorg, pleegzorg, lotgenotencontact, buurtzorg, community care, ...).
In het brede domein van welzijn en volksgezondheid bestaat in Vlaanderen een goed
uitgebouwd aanbod van formele hulp- en dienstverlening in diverse ambulante, semi-
residentiële en/of residentiële vormen:
Ambulante (extramurale) hulp = betekent dat je hulp krijgt zonder verblijf of
overnachting. Je verplaatst je naar de dienst (ambulant) of de hulpverlener komt langs bij
jou thuis (mobiel) (bv. consultatie bij de psychiater of psycholoog).
Semi-residentieel (transmuraal) = zorg in de vorm van dagbehandeling waarna de
zorgvrager terug naar huis gaat (bv. dagverzorgingscentra, gastopvang, dagbehandeling
in psychiatrisch centrum).
Residentieel (intramuraal) = zorg die gedurende een onafgebroken verblijf van meer
dan 24u geboden wordt in een zorginstelling. In een residentiële dienst krijg je dus
begeleidende zorg met overnachting (bv. opname in ziekenhuis, verzorgingstehuis voor
mensen met een beperking,...).
VERMAATSCHAPPELIJKING VAN DE ZORG
→ Vermaatschappelijking van de zorg verwijst naar het streven om mensen met
beperkingen, chronisch zieken, kwetsbare ouderen, jongeren met gedrags- en emotionele
problemen, mensen die in armoede leven,…. een eigen zinvolle plek in de samenleving te
laten innemen, hen daarbij waar nodig te ondersteunen en de zorg zoveel mogelijk
geïntegreerd in de samenleving te laten verlopen
Aandacht voor mensen met een beperking, chronisch zieken, kwetsbare ouderen,
mensen in armoede, …
Doel → het creëren van verbondenheid/er zijn voor elkaar als het nodig is
Er wordt ingezet op de eigen krachten en mogelijkheden van de burger en zijn
omgeving
3
CONSULENT ALS
PROFESSIONAL
Artevelde Hoge School
[School]
[Cursustitel]
, Maud Bourry
THEMA 1: SOCIALE KAART
ENKELE BEGRIPPEN EN PRINCIPES
Werkveld = het gebied waartoe het werk dat je doet behoort (onderwijs, arbeid en
organisatie, forensisch werkveld, klinisch werkveld, gezinsondersteuning).
Welzijnszorg = (te onderscheiden van Gezondheidszorg) is een maatschappelijke sector
die zich richt op personen of groepen die omwille van een of ander probleem niet ten
volle kunnen participeren aan het maatschappelijk leven. Overheid, maar ook
particulieren, vrijwilligers, professionals, organisaties, projecten enz.. bieden daarbij zorg
en ondersteuning in de vorm van therapieën, andere behandelingen, begeleiding,
activiteiten, onderdak, enz..
De geestelijke gezondheidszorg (ggz) = is, als vakgebied van de gezondheidszorg,
een toegepaste wetenschap die zich met de psychische gezondheid van mensen
bezighoudt. Naast onderzoek en studie van deze gezondheid omvat ggz ook toepassing
van die kennis om de geestelijke gezondheid en kwaliteit van leven van de mens te
bevorderen en/of herstellen. Ook streeft de ggz naar het voorkómen van psychische
problemen.
Welzijnsvoorziening = is in Vlaanderen een instelling of dienst die door de overheid of
door private personen of organisaties wordt opgericht om hulp te verlenen aan personen
in welbepaalde probleemsituaties. Welzijnsvoorzieningen worden in verschillende
sectoren en voor verschillende doelgroepen, na erkenning, vergunning en/of subsidiëring,
mee ingeschakeld bij de uitvoering van het welzijnsbeleid.
Preventie = het voorkomen dat er problemen ontstaan door van tevoren in te grijpen.
Preventie is het geheel van doelbewuste initiatieven die anticiperen op risicofactoren (=
handelen voordat het probleem ontstaat) en ageren wanneer de eerste signalen zich
ontwikkelen en de problematiek aan het ontstaan is.
Continuïteit van zorg (zorgcontinuïteit) = verwijst naar de capaciteit van het
systeem om te garanderen dat de zorg die een zorgvrager krijgt op een vlotte en
gecoördineerde manier is georganiseerd, over verloop van tijd en tussen de verschillende
zorgactoren, instellingen en gewesten. Als de zorg onvoldoende gecoördineerd is, of als
de communicatie tekortschiet, kunnen heel wat problemen optreden. Het is daarom van
cruciaal belang dat alle zorgverstrekkers weten wat de anderen doen en ervoor zorgen
dat hun interventies elkaar aanvullen. Continuïteit van zorg kan een hele reeks aspecten
omvatten, zoals de mogelijkheid om op dezelfde zorgverstrekker(s) een beroep te kunnen
blijven doen, een vlotte overgang tussen verschillende soorten zorg, een doeltreffende
communicatie en coördinatie tussen de verschillende zorgverstrekkers,...
Persoonsgerichte zorg (zorg op maat) = zorg die is afgestemd op iemands
persoonlijke interesses, noden en voorkeuren.
Toegankelijke zorg = is laagdrempelig, buurtgebonden en niet-stigmatiserend in zijn
aanpak. Toegankelijkheid verwijst naar het gemak waarmee de bevolking toegang krijgt
tot de gezondheidsdiensten, in termen van afstand (geografische spreiding), kostprijs, tijd
en beschikbaarheid van het personeel. Het is een voorwaarde voor een efficiënt en
kwaliteitsvol zorgsysteem.
1
,Maud Bourry
2
, Maud Bourry
Generalistisch = iemand die generalistisch werkt, is van alle markten thuis en beschikt
niet per se over grondige kennis over een onderwerp, maar over een breed scala aan
kennis om 'eerste hulp' te bieden (bv. iemand die met verschillende doelgroepen en
problematieken werkt en van alles een beetje afweet, maar niet diepgaand).
Specialistisch = iemand die specialistisch werkt, heeft specifieke deskundigheid,
diepgaande kennis en competenties binnen een beperkt domein. Binnen dat domein is de
specialist expert (bv. iemand die enkel werkt met eetproblematieken).
Subsidiariteitsprincipe = eerst de meest persoonsgerichte, minst ingrijpende en meest
kortdurende zorgvorm die mogelijk en nodig is aanbieden.
Vermaatschappelijking van de zorg = de zorg zoveel mogelijk in de natuurlijke
omgeving van de zorggebruiker laten plaatsvinden.
Het geheel van zorg kunnen we onderverdelen in informeel en formele zorg:
Formele zorg = Het geheel van voorzieningen, organisaties en systemen die willen
tegemoetkomen aan de noden van de zorgbehoevende met als doel het welzijn en/of de
gezondheid van die persoon te bevorderen. Er wordt op de één of andere manier betaald
voor de zorgen (bv. psychiater, psycholoog, dokter,...).
Informele zorg = Het tegemoetkomen aan de noden van een zorgbehoevende binnen
een intermenselijke, niet–professionele relatie. Het gaat meestal om een vrijwillige en
langdurige inzet tussen zorgvrager en zorgverstrekker (bv: zelfzorg, mantelzorg,
vrijwilligers, buddyzorg, pleegzorg, lotgenotencontact, buurtzorg, community care, ...).
In het brede domein van welzijn en volksgezondheid bestaat in Vlaanderen een goed
uitgebouwd aanbod van formele hulp- en dienstverlening in diverse ambulante, semi-
residentiële en/of residentiële vormen:
Ambulante (extramurale) hulp = betekent dat je hulp krijgt zonder verblijf of
overnachting. Je verplaatst je naar de dienst (ambulant) of de hulpverlener komt langs bij
jou thuis (mobiel) (bv. consultatie bij de psychiater of psycholoog).
Semi-residentieel (transmuraal) = zorg in de vorm van dagbehandeling waarna de
zorgvrager terug naar huis gaat (bv. dagverzorgingscentra, gastopvang, dagbehandeling
in psychiatrisch centrum).
Residentieel (intramuraal) = zorg die gedurende een onafgebroken verblijf van meer
dan 24u geboden wordt in een zorginstelling. In een residentiële dienst krijg je dus
begeleidende zorg met overnachting (bv. opname in ziekenhuis, verzorgingstehuis voor
mensen met een beperking,...).
VERMAATSCHAPPELIJKING VAN DE ZORG
→ Vermaatschappelijking van de zorg verwijst naar het streven om mensen met
beperkingen, chronisch zieken, kwetsbare ouderen, jongeren met gedrags- en emotionele
problemen, mensen die in armoede leven,…. een eigen zinvolle plek in de samenleving te
laten innemen, hen daarbij waar nodig te ondersteunen en de zorg zoveel mogelijk
geïntegreerd in de samenleving te laten verlopen
Aandacht voor mensen met een beperking, chronisch zieken, kwetsbare ouderen,
mensen in armoede, …
Doel → het creëren van verbondenheid/er zijn voor elkaar als het nodig is
Er wordt ingezet op de eigen krachten en mogelijkheden van de burger en zijn
omgeving
3