Samenvatting
Inleiding Communicatie
Inhoud:
• H1, H23, H12
• H13, H3, H2
• H10, H18,1,Kader 26.2
• PR-plan: H1,7,8,9
,Hoofdstuk 1 Theoretische scholen.
Boek + Hoorcollege.
1.1
Communicatiewetenschap maakt deel uit van sociale wetenschappen:
Die de samenhang van gedrag,mens en maatschappij bestudeerd (waarom doen we wat we doen).
Communicatie wetenschap heeft raakvlakken en overlappingen met:
• Sociologie
• Psychologie
• Bedrijfskunde (dat wat nodig is een bedrijf draaiende te houden)
• Antropologie (hoe mensen zich gedragen in een groep/omgeving)
• Sociale geografie (verschillen tussen mensen die op verschillende plekken wonen)
• Politicologie (hoe ontstaat macht)
• Economie
Theorie over communicatie bestaat al sinds de klassieke oudheid. Er is geen alomvattende theorie, betreft
communicatie; er zijn verschillende benaderingen van het vak en uiteenlopende/ botsende inzichten.
In andere sociale wetenschappen is er ook twijfel (betreft verschillende benaderingen, uiteenlopende/botsende
inzichten), die van invloed zijn op communicatie als wetenschap, zoals in de:
(
• Economie
Aanhangers van onderstaande economen verschilde van mening;
> Econoom John Maynard Keynes: overheidsgeld moet rollen, investeren om te groeien.
> Econoom Friedrich Hayek: tering naar de nering zetten, schulden niet naar toekomstige generaties
schuiven.
Cambridge-econoom Ha Joon-Chang betitelt de economie niet als wetenschap maar als politieke
theorie.
• Economie beïnvloedt de communicatiewetenschap met theorie over de verdeling van informatie
zoals in;
- Signalling-theorie: over het afgeven van signalen tussen concurrenten
- Principal-agent-theorie: over informatie tussen management en aandeelhouders.
• Sociologie
Joseph Loperato en Timothy Alan Cribben (hoogleraren sociologie), beschrijven in (boek);
Crisis in Sociology: The Need for Darwin,
Dat de sociologie nog geen enkele wetenschappelijke wetmatigheid heeft kunnen
ontdekken/ontwikkelen.
• Sociologie heeft de communicatiewetenschap beïnvloed met theorie over hoe machthebbers
communicatie inzetten om de massa te manipuleren.
• Bedrijfskunde
In deze multidisciplinaire studie is strategievorming een belangrijk onderdeel.
Henry Mintzberg onderscheidt 10 verschillende manieren om tot een bedrijfsstrategie te komen.
• Bedrijfskunde raakt communicatiewetenschap in de vraag, hoe corporate
communicatiemanagement en reputatiemanagement een organisatie van dienst kunnen zijn.
• Psychologie
Daniel Kahneman, fundamenteel gebrekkige bewijsvoering in de psychologie.
• De psychologie is sterk verweven met de communicatiewetenschap in de bestudering van
(consumenten) gedrag en de rol van communicatie.
)
> Nu is verschil van mening in de wetenschap eerder een teken van kracht dan van zwakte.
(Kader 1.1 De 7 scholen van Littlejohn en Foss)
Zij schreven het boek: Theories of Human Communication.
Littlejohn en Foss (communicatie wetenschappers) onderscheiden 7 scholen van denken in de communicatie:
1. Retorica (sinds klassieke oudheid):
De kunst van welsprekendheid en overtuigen. Hoe overtuigen we elkaar door middel van communicatie.
2. Semiotiek (sinds klassieke oudheid):
Analyseert welke betekenis individuen geven aan woorden en beelden.
, • Dit kan denotatief: hond kan je vertalen als dier, de betekenis die een woordenboek geeft aan
een woord.
• Ook kan dit connotatief: het gevoel dat iemand bij een woord heeft, lieve of enge hond.
(Betekenis geven aan symbolen)
3. De kritische school (sinds de 19e eeuw): kijkt naar het verhaal achter het verhaal.
Theorie die de werkelijkheid niet alleen wil verklaren maar ook veranderen.
(de werkelijkheid achter taal vinden)
4. Fenomenologie (sinds begin 20 e eeuw):
Wordt niet meer echt gebruikt behalve bij crises experimenten.
Analyseert hoe mensen fenome (verschijnselen) interpreteren en percipiëren waarbij ieder zijn eigen
waarheid heeft.
Kritische benadering van motieven van mensen en analyse van symbolen.
(Wat ervaren wij als werkelijkheid.)
5. Sociocultureel (sinds begin 20e eeuw):
Omgangsvormen en communicatie interacties binnen groepen/ hoe verhouden verschillende soorten
groepen zich tot elkaar.
(communicatie verklaren als sociaal bindmiddel)
6. Cybernetica (sinds 2e helft 20e eeuw):
Analyseert de besturing van biologische en mechanische systemen met behulp van
terugkoppeling/feedback.
De focus ligt op de relaties en netwerken, niet op de individuen.
Hoe bereiken we elkaar op basis van machine model.
(een technische benadering van communicatie)
7. Sociaal Psychologisch (sinds 2e helft 20e eeuw):
Deze vorm van sociologie en psychologie verklaart/voorspelt verschillen in gedrag door bepalende
factoren zoals kennis (cognitie) en aanleg (genetica), met het idee dat kennis en aanleg te beïnvloeden
zijn.
Wanneer of waarom doen/laten we iets en op welke prikkels reageren we.
(communicatie als uiting van gedragskenmerken)
Inleiding Communicatie
Inhoud:
• H1, H23, H12
• H13, H3, H2
• H10, H18,1,Kader 26.2
• PR-plan: H1,7,8,9
,Hoofdstuk 1 Theoretische scholen.
Boek + Hoorcollege.
1.1
Communicatiewetenschap maakt deel uit van sociale wetenschappen:
Die de samenhang van gedrag,mens en maatschappij bestudeerd (waarom doen we wat we doen).
Communicatie wetenschap heeft raakvlakken en overlappingen met:
• Sociologie
• Psychologie
• Bedrijfskunde (dat wat nodig is een bedrijf draaiende te houden)
• Antropologie (hoe mensen zich gedragen in een groep/omgeving)
• Sociale geografie (verschillen tussen mensen die op verschillende plekken wonen)
• Politicologie (hoe ontstaat macht)
• Economie
Theorie over communicatie bestaat al sinds de klassieke oudheid. Er is geen alomvattende theorie, betreft
communicatie; er zijn verschillende benaderingen van het vak en uiteenlopende/ botsende inzichten.
In andere sociale wetenschappen is er ook twijfel (betreft verschillende benaderingen, uiteenlopende/botsende
inzichten), die van invloed zijn op communicatie als wetenschap, zoals in de:
(
• Economie
Aanhangers van onderstaande economen verschilde van mening;
> Econoom John Maynard Keynes: overheidsgeld moet rollen, investeren om te groeien.
> Econoom Friedrich Hayek: tering naar de nering zetten, schulden niet naar toekomstige generaties
schuiven.
Cambridge-econoom Ha Joon-Chang betitelt de economie niet als wetenschap maar als politieke
theorie.
• Economie beïnvloedt de communicatiewetenschap met theorie over de verdeling van informatie
zoals in;
- Signalling-theorie: over het afgeven van signalen tussen concurrenten
- Principal-agent-theorie: over informatie tussen management en aandeelhouders.
• Sociologie
Joseph Loperato en Timothy Alan Cribben (hoogleraren sociologie), beschrijven in (boek);
Crisis in Sociology: The Need for Darwin,
Dat de sociologie nog geen enkele wetenschappelijke wetmatigheid heeft kunnen
ontdekken/ontwikkelen.
• Sociologie heeft de communicatiewetenschap beïnvloed met theorie over hoe machthebbers
communicatie inzetten om de massa te manipuleren.
• Bedrijfskunde
In deze multidisciplinaire studie is strategievorming een belangrijk onderdeel.
Henry Mintzberg onderscheidt 10 verschillende manieren om tot een bedrijfsstrategie te komen.
• Bedrijfskunde raakt communicatiewetenschap in de vraag, hoe corporate
communicatiemanagement en reputatiemanagement een organisatie van dienst kunnen zijn.
• Psychologie
Daniel Kahneman, fundamenteel gebrekkige bewijsvoering in de psychologie.
• De psychologie is sterk verweven met de communicatiewetenschap in de bestudering van
(consumenten) gedrag en de rol van communicatie.
)
> Nu is verschil van mening in de wetenschap eerder een teken van kracht dan van zwakte.
(Kader 1.1 De 7 scholen van Littlejohn en Foss)
Zij schreven het boek: Theories of Human Communication.
Littlejohn en Foss (communicatie wetenschappers) onderscheiden 7 scholen van denken in de communicatie:
1. Retorica (sinds klassieke oudheid):
De kunst van welsprekendheid en overtuigen. Hoe overtuigen we elkaar door middel van communicatie.
2. Semiotiek (sinds klassieke oudheid):
Analyseert welke betekenis individuen geven aan woorden en beelden.
, • Dit kan denotatief: hond kan je vertalen als dier, de betekenis die een woordenboek geeft aan
een woord.
• Ook kan dit connotatief: het gevoel dat iemand bij een woord heeft, lieve of enge hond.
(Betekenis geven aan symbolen)
3. De kritische school (sinds de 19e eeuw): kijkt naar het verhaal achter het verhaal.
Theorie die de werkelijkheid niet alleen wil verklaren maar ook veranderen.
(de werkelijkheid achter taal vinden)
4. Fenomenologie (sinds begin 20 e eeuw):
Wordt niet meer echt gebruikt behalve bij crises experimenten.
Analyseert hoe mensen fenome (verschijnselen) interpreteren en percipiëren waarbij ieder zijn eigen
waarheid heeft.
Kritische benadering van motieven van mensen en analyse van symbolen.
(Wat ervaren wij als werkelijkheid.)
5. Sociocultureel (sinds begin 20e eeuw):
Omgangsvormen en communicatie interacties binnen groepen/ hoe verhouden verschillende soorten
groepen zich tot elkaar.
(communicatie verklaren als sociaal bindmiddel)
6. Cybernetica (sinds 2e helft 20e eeuw):
Analyseert de besturing van biologische en mechanische systemen met behulp van
terugkoppeling/feedback.
De focus ligt op de relaties en netwerken, niet op de individuen.
Hoe bereiken we elkaar op basis van machine model.
(een technische benadering van communicatie)
7. Sociaal Psychologisch (sinds 2e helft 20e eeuw):
Deze vorm van sociologie en psychologie verklaart/voorspelt verschillen in gedrag door bepalende
factoren zoals kennis (cognitie) en aanleg (genetica), met het idee dat kennis en aanleg te beïnvloeden
zijn.
Wanneer of waarom doen/laten we iets en op welke prikkels reageren we.
(communicatie als uiting van gedragskenmerken)