KBS 2: Zelfmanagement op kamer 9.3
Naam student:
Studentnummer:
Klas: IVG-24-OVK-442
Stage: 4.2
Stagecode: OVK4AASS01
Datum: 27-03-2025
Stage-instelling: Franciscus Vlietland, te Schiedam
Stage-afdeling: Oncologie
Situatie:
Op 20 maart tijdens een dagdienst werkte ik samen met werkbegeleider E. en M. Wij hadden de zorg
voor een zaal 9 en kamers 10 en 11. Zo zijn op zaal 9 twee patiënten en op de kamers 1 patiënt per
, kamer. Op zaal 9 zijn dhr. H. en mw. H aanwezig. Mw. H. (76 jaar) is opgenomen wegens een
hypercalciëmie en een DARA kuur voor haar multipel myeloom. Mw. H. is bekend met glaucoom,
hypokaliëmie en meerdere fracturen in haar bekken met haar rechterarm in het gips. Voordat mw. H.
een week geleden opgenomen was in het ziekenhuis was ze een erg zelfstandige vrouw die geen hulp
behoefde. Sinds vorige week heeft mw. haar linker arm in het gips en meerdere fracturen doordat ze
uit de auto is gevallen. Ook plast mw. H. erg veel met weinig intake, hierdoor wordt er een
vochtbalans bijgehouden. Ook is er sinds gister een DOS gestart doordat mw. H. vaak in de war lijkt
te zijn. Mw. H. heeft ook een katheter en heeft ze hulp nodig met wassen, aankleden, mondzorg en
transfers. Wegens alle fracturen kan mw. erg moeilijk bewegen, draaien en staan waardoor ze vooral
in bed verblijft. Mw. H. kan snel wisselen van emotie, hierdoor kan ze hel snel geëmotioneerd
worden of geagiteerd raken.
Taak:
Doordat mw. H. snel geëmotioneerd kan worden of geagiteerd kan raken wilde ik haar een luisterend
oor bieden met als doel haar zelfmanagement te vergroten middels het 5A-model en het
zelfmanagement web. Hierbij wilde ik kijken wat ik voor haar als stagiair verpleegkundige op de
oncologieafdeling kon betekenen. In deze KBS komen de competenties: 1 t/m 6, 9, 10, 11, 12, 14, 15
en 16 voor. Deze casus valt onder ZelfCom. niveau 3 doordat er geen sprake is van een standaard
richtlijnen of protocollen, gesignaleerd wordt op basis van een klinische blik, klinisch leiderschap
wordt toegepast en er zowel medische als psychosociale problemen spelen.
Actie:
Aan het begin van de ochtenddienst ging ik medicatie delen op kamer 9, eenmaal bij mw. H.
aangekomen vroeg ze wanneer de fysiotherapeut zou langskomen. Hierop gaf ik aan dat ik hier geen
tijdsindicatie voor had waardoor ik niet durfde te zeggen wanneer ze zouden langskomen. Hierop gaf
mw. H. aan dat ze vanaf vannacht 05:00 uur eigenlijk al op de fysiotherapeut wacht, hierbij leek ze
erg van slag. Dit merkte ik aan haar stem, het klonk erg fragiel en alsof mw. H. een brok in haar keel
had (TIJDwinst.com, 2014). Om mw. H. mijn blijk van bezorgdheid en medeleven hierin te tonen door
middel van oogcontact en een bevestigende knik (Höglander et al., 2023). Mw. H. werd emotioneel
en gaf hierop aan dat ze het erg vindt om al die tijd op de fysiotherapeut gewacht te hebben.
Ondanks dat ik ook verder de medicatie moest delen voor de andere patiënten koos ik ervoor om
een luisterend oor te bieden aan mw. H. Dit deed ik door mw. H. mijn volledige aandacht te geven en
te parafraseren (Psycholoog.nl, z.d.), doordat mw. H. minder fronste en haar schouders naar
beneden liet vallen leek ze gekalmeerd. In de tussentijd kwam begeleider E. langs, hij vroeg of mw. H.
misschien wat structuur nodig heeft op een dag om zo te weten wat ze kan verwachten. Mw. H.
moest hier even over nadenken en zei dat ze dit wel een goed idee vond. Zo heb ik klinisch
leiderschap getoond door initiatief te nemen in het samen maken van een dagschema voor mw. H.
(C1, C3, C4, C5, C11). Om dit schema te kunnen maken wilde ik weten hoe laat de fysiotherapeut zou
komen, hiervoor had begeleider E. al gebeld en die gaven aan dat ze om 10:30u zou komen.
Inmiddels was het al 09:00 uur. Omdat ik weet dat mw. H. door de dag heen veel pijnklachten ervaart
sinds haar fracturen in haar pols en bekken en maar een maximum aantal oxycodon mag innemen
voor de dag heb ik haar ongeveer een half uur voor de ADL een kortwerkende oxycodon 5mg
gegeven, op deze manier ervaart mw. H. minder pijn tijdens het bewegen met de ADL en draagt dit
bij aan haar comfort. Tegelijkertijd heeft mw. H. ook genoeg aan de oxycodon voor het mobiliseren
met de fysiotherapeut. Op deze manier kan mw. H. een extra pijnstiller, volgens de NANDA-diagnose:
risico op decubitus zorgt het wisselen van houding of ligging voor preventie op decubitus (Carpenito,
2018). Sinds mw. H. veel van haar zelfmanagement is verloren door haar ongeluk heeft ze erg veel
problemen met haar zelfredzaamheid, dit heeft mw. H. zelf aangegeven. Ze heeft vooral moeite met
Naam student:
Studentnummer:
Klas: IVG-24-OVK-442
Stage: 4.2
Stagecode: OVK4AASS01
Datum: 27-03-2025
Stage-instelling: Franciscus Vlietland, te Schiedam
Stage-afdeling: Oncologie
Situatie:
Op 20 maart tijdens een dagdienst werkte ik samen met werkbegeleider E. en M. Wij hadden de zorg
voor een zaal 9 en kamers 10 en 11. Zo zijn op zaal 9 twee patiënten en op de kamers 1 patiënt per
, kamer. Op zaal 9 zijn dhr. H. en mw. H aanwezig. Mw. H. (76 jaar) is opgenomen wegens een
hypercalciëmie en een DARA kuur voor haar multipel myeloom. Mw. H. is bekend met glaucoom,
hypokaliëmie en meerdere fracturen in haar bekken met haar rechterarm in het gips. Voordat mw. H.
een week geleden opgenomen was in het ziekenhuis was ze een erg zelfstandige vrouw die geen hulp
behoefde. Sinds vorige week heeft mw. haar linker arm in het gips en meerdere fracturen doordat ze
uit de auto is gevallen. Ook plast mw. H. erg veel met weinig intake, hierdoor wordt er een
vochtbalans bijgehouden. Ook is er sinds gister een DOS gestart doordat mw. H. vaak in de war lijkt
te zijn. Mw. H. heeft ook een katheter en heeft ze hulp nodig met wassen, aankleden, mondzorg en
transfers. Wegens alle fracturen kan mw. erg moeilijk bewegen, draaien en staan waardoor ze vooral
in bed verblijft. Mw. H. kan snel wisselen van emotie, hierdoor kan ze hel snel geëmotioneerd
worden of geagiteerd raken.
Taak:
Doordat mw. H. snel geëmotioneerd kan worden of geagiteerd kan raken wilde ik haar een luisterend
oor bieden met als doel haar zelfmanagement te vergroten middels het 5A-model en het
zelfmanagement web. Hierbij wilde ik kijken wat ik voor haar als stagiair verpleegkundige op de
oncologieafdeling kon betekenen. In deze KBS komen de competenties: 1 t/m 6, 9, 10, 11, 12, 14, 15
en 16 voor. Deze casus valt onder ZelfCom. niveau 3 doordat er geen sprake is van een standaard
richtlijnen of protocollen, gesignaleerd wordt op basis van een klinische blik, klinisch leiderschap
wordt toegepast en er zowel medische als psychosociale problemen spelen.
Actie:
Aan het begin van de ochtenddienst ging ik medicatie delen op kamer 9, eenmaal bij mw. H.
aangekomen vroeg ze wanneer de fysiotherapeut zou langskomen. Hierop gaf ik aan dat ik hier geen
tijdsindicatie voor had waardoor ik niet durfde te zeggen wanneer ze zouden langskomen. Hierop gaf
mw. H. aan dat ze vanaf vannacht 05:00 uur eigenlijk al op de fysiotherapeut wacht, hierbij leek ze
erg van slag. Dit merkte ik aan haar stem, het klonk erg fragiel en alsof mw. H. een brok in haar keel
had (TIJDwinst.com, 2014). Om mw. H. mijn blijk van bezorgdheid en medeleven hierin te tonen door
middel van oogcontact en een bevestigende knik (Höglander et al., 2023). Mw. H. werd emotioneel
en gaf hierop aan dat ze het erg vindt om al die tijd op de fysiotherapeut gewacht te hebben.
Ondanks dat ik ook verder de medicatie moest delen voor de andere patiënten koos ik ervoor om
een luisterend oor te bieden aan mw. H. Dit deed ik door mw. H. mijn volledige aandacht te geven en
te parafraseren (Psycholoog.nl, z.d.), doordat mw. H. minder fronste en haar schouders naar
beneden liet vallen leek ze gekalmeerd. In de tussentijd kwam begeleider E. langs, hij vroeg of mw. H.
misschien wat structuur nodig heeft op een dag om zo te weten wat ze kan verwachten. Mw. H.
moest hier even over nadenken en zei dat ze dit wel een goed idee vond. Zo heb ik klinisch
leiderschap getoond door initiatief te nemen in het samen maken van een dagschema voor mw. H.
(C1, C3, C4, C5, C11). Om dit schema te kunnen maken wilde ik weten hoe laat de fysiotherapeut zou
komen, hiervoor had begeleider E. al gebeld en die gaven aan dat ze om 10:30u zou komen.
Inmiddels was het al 09:00 uur. Omdat ik weet dat mw. H. door de dag heen veel pijnklachten ervaart
sinds haar fracturen in haar pols en bekken en maar een maximum aantal oxycodon mag innemen
voor de dag heb ik haar ongeveer een half uur voor de ADL een kortwerkende oxycodon 5mg
gegeven, op deze manier ervaart mw. H. minder pijn tijdens het bewegen met de ADL en draagt dit
bij aan haar comfort. Tegelijkertijd heeft mw. H. ook genoeg aan de oxycodon voor het mobiliseren
met de fysiotherapeut. Op deze manier kan mw. H. een extra pijnstiller, volgens de NANDA-diagnose:
risico op decubitus zorgt het wisselen van houding of ligging voor preventie op decubitus (Carpenito,
2018). Sinds mw. H. veel van haar zelfmanagement is verloren door haar ongeluk heeft ze erg veel
problemen met haar zelfredzaamheid, dit heeft mw. H. zelf aangegeven. Ze heeft vooral moeite met