Samenvatting JBD 1
Hoofdstuk 1.3
Hoe ziet het BW eruit?
- Boek 1: natuurlijke personen
- Boek 2: rechtspersonen
- Boek 3: vermogensrecht in het algemeen
- Boek 4: erfrecht
- Boek 5: zakelijke rechten
- Boek 6: verbintenissen in het algemeen
- Boek 7: bijzondere overeenkomsten
- Boek 8: verkeersmiddelen en vervoer
- Boek 10: internationaal privaatrecht
Verbintenissenrecht
Hoofdstuk 13
Een verbintenis is een recht van de een op een prestatie waartoe de ander verplicht is. Kenmerkend
is: dat een persoon een recht heeft op een door een andere persoon te verrichten prestatie, terwijl
die ander tegenover de eerste persoon verplicht is tot het verrichten van een prestatie. De bij een
verbintenis betrokken personen heten ‘schuldeiser’ en ‘schuldenaar’. Een verbintenis is van
vermogensrechtelijke aard! Een verbintenis kan slechts ontstaan indien dit uit de wet voortvloeit.
Een schuldeiser heeft het recht om de schuldenaar voor de rechter de dragen als deze zich niet aan
zijn verplichting houdt (vorderingsrecht). Dit heeft als doel hem alsnog de prestatie te laten
verrichten, of als dat niet meer mogelijk is tot schadevergoeding. Als de rechter dit vonnis uitspreekt,
heeft de schuldeiser executierecht, dit houdt in dat als de schuldenaar niet vrijwillig het vonnis
nakomt, hij dit kan afdwingen.
Men noemt het recht van de schuldeiser van een verbintenis een persoonlijk of relatief recht, omdat
uitoefening alleen mogelijk is in relatie tot een of meer bepaalde personen.
Schematische samenvatting van de drie elementen van een verbintenis:
Actieve kant (schuldeiser) Passieve kant (schuldenaarskant)
Kern Vorderingsrecht schuld
Veroordelingmogelijkheid rechtsvordering aansprakelijkheid
Executiemogelijkheid Executierecht uitwinbaarheid
Indien een schuldenaar niet vrijwillig aan zijn verplichting voldoet, moet hij toestaan dat de
schuldeiser verhaal zoekt op zijn vermogen. Dit noemen we uitwinbaarheid. Iemand is draagplichtig
indien hij degene is die rechtens uiteindelijk de gevolgen van de uitwinning zijn vermogen behoort te
voelen.
Hoofdstuk 14
Een overeenkomst in de zin van artikel 6:213 BW is een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of
meer partijen tegenover een of meer anderen een verbintenis aangaan. Een overeenkomst kan
alleen ontstaan indien dit uit de wet voortvloeit, art. 6:1 BW.
Overeenkomsten kunnen ook echter andere rechtsgevolgen hebben dan in het leven roepen van
verbintenissen:
- Een obligatoire overeenkomst roept verbintenissen in het leven, de liberatoire
overeenkomst doet verbintenissen tenietgaan.
, - De huwelijkssluiting brengt rechtsgevolgen teweeg op het gebied van het personen en
familierecht, ook wel familierechtelijke overeenkomst.
- Bewijsovereenkomst kent gevolgen op het terrein van het bewijsrecht, iets bewijzen houdt in
iets rechtelijk aannemelijk maken voornamelijk regelend recht.
Rechtsfeit: elk feit met juridisch gevolg.
Bloot rechtsfeit: Een rechtsfeit dat automatisch gebeurt maar er iets veranderd in je rechten: 18
worden, geboren worden, overlijden.
Rechtshandeling is een onderdeel van een rechtsfeit. Als je door menselijk handelen een beoogd
rechtsgevolg hebt. Voor een rechtshandeling heb je wel een gerichte wil nodig die door een
verklaring is geopenbaard! Artikel 3:33 BW
Meerzijdige rechtshandeling: Een rechtshandeling die een wilsverklaring van tenminste 2 personen
is vereist. Zoals een huwelijk.
Eenzijdige rechtshandeling: Een rechtshandeling die een wilsverklaring van 1 persoon is vereist, zoals
een ontslag of testament
Gerichte en ongerichte eenzijdige rechtshandelingen: Een ongerichte eenzijdige rechtshandeling is
een rechtshandeling die niet is gericht tot een bepaald persoon of meerdere personen (opmaken van
een testament). Een gerichte eenzijdige rechtshandeling is juist wel gericht tot een of meer bepaalde
personen.
Wederkerige tegenover eenzijdige overeenkomsten: Van een wederkerige overeenkomst is sprake
als beide partijen een verbintenis op zich neemt ter verkrijging van de prestatie waartoe de
wederpartij zich daartegenover jegens haar verbindt. Bij een eenzijdige overeenkomst neemt slecht
een van beide partijen een verbintenis op zich.
Rechtshandelingen om baat en rechtshandelingen om niet: Men spreekt van een rechtshandeling
om baat wanneer tegenover het verrichten ervan een voordeel (een bate) staat. Bij een
rechtshandeling om niet is daarvan geen sprake.
Rechtmatige daad: Ook bij het rechtsfeit rechtmatige daad blijft de wil buiten beschouwing.
Onrechtmatige daad (art, 6:162 BW)
Degene die tegenover een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden
toegerekend, verplicht de schade te vergoeden die de ander dientengevolge leidt. Er bestaat hier een
verbintenis tot het vergoede van schade, deze rechtshandeling ontstaat van rechtswege. Een
onrechtmatige daad is een niet beoogd rechtsfeit, wil blijft buiten beschouwing.
Wanneer ongelukkige samenloop van omstandigheden? (OSVO)
Hoofdstuk 1.3
Hoe ziet het BW eruit?
- Boek 1: natuurlijke personen
- Boek 2: rechtspersonen
- Boek 3: vermogensrecht in het algemeen
- Boek 4: erfrecht
- Boek 5: zakelijke rechten
- Boek 6: verbintenissen in het algemeen
- Boek 7: bijzondere overeenkomsten
- Boek 8: verkeersmiddelen en vervoer
- Boek 10: internationaal privaatrecht
Verbintenissenrecht
Hoofdstuk 13
Een verbintenis is een recht van de een op een prestatie waartoe de ander verplicht is. Kenmerkend
is: dat een persoon een recht heeft op een door een andere persoon te verrichten prestatie, terwijl
die ander tegenover de eerste persoon verplicht is tot het verrichten van een prestatie. De bij een
verbintenis betrokken personen heten ‘schuldeiser’ en ‘schuldenaar’. Een verbintenis is van
vermogensrechtelijke aard! Een verbintenis kan slechts ontstaan indien dit uit de wet voortvloeit.
Een schuldeiser heeft het recht om de schuldenaar voor de rechter de dragen als deze zich niet aan
zijn verplichting houdt (vorderingsrecht). Dit heeft als doel hem alsnog de prestatie te laten
verrichten, of als dat niet meer mogelijk is tot schadevergoeding. Als de rechter dit vonnis uitspreekt,
heeft de schuldeiser executierecht, dit houdt in dat als de schuldenaar niet vrijwillig het vonnis
nakomt, hij dit kan afdwingen.
Men noemt het recht van de schuldeiser van een verbintenis een persoonlijk of relatief recht, omdat
uitoefening alleen mogelijk is in relatie tot een of meer bepaalde personen.
Schematische samenvatting van de drie elementen van een verbintenis:
Actieve kant (schuldeiser) Passieve kant (schuldenaarskant)
Kern Vorderingsrecht schuld
Veroordelingmogelijkheid rechtsvordering aansprakelijkheid
Executiemogelijkheid Executierecht uitwinbaarheid
Indien een schuldenaar niet vrijwillig aan zijn verplichting voldoet, moet hij toestaan dat de
schuldeiser verhaal zoekt op zijn vermogen. Dit noemen we uitwinbaarheid. Iemand is draagplichtig
indien hij degene is die rechtens uiteindelijk de gevolgen van de uitwinning zijn vermogen behoort te
voelen.
Hoofdstuk 14
Een overeenkomst in de zin van artikel 6:213 BW is een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of
meer partijen tegenover een of meer anderen een verbintenis aangaan. Een overeenkomst kan
alleen ontstaan indien dit uit de wet voortvloeit, art. 6:1 BW.
Overeenkomsten kunnen ook echter andere rechtsgevolgen hebben dan in het leven roepen van
verbintenissen:
- Een obligatoire overeenkomst roept verbintenissen in het leven, de liberatoire
overeenkomst doet verbintenissen tenietgaan.
, - De huwelijkssluiting brengt rechtsgevolgen teweeg op het gebied van het personen en
familierecht, ook wel familierechtelijke overeenkomst.
- Bewijsovereenkomst kent gevolgen op het terrein van het bewijsrecht, iets bewijzen houdt in
iets rechtelijk aannemelijk maken voornamelijk regelend recht.
Rechtsfeit: elk feit met juridisch gevolg.
Bloot rechtsfeit: Een rechtsfeit dat automatisch gebeurt maar er iets veranderd in je rechten: 18
worden, geboren worden, overlijden.
Rechtshandeling is een onderdeel van een rechtsfeit. Als je door menselijk handelen een beoogd
rechtsgevolg hebt. Voor een rechtshandeling heb je wel een gerichte wil nodig die door een
verklaring is geopenbaard! Artikel 3:33 BW
Meerzijdige rechtshandeling: Een rechtshandeling die een wilsverklaring van tenminste 2 personen
is vereist. Zoals een huwelijk.
Eenzijdige rechtshandeling: Een rechtshandeling die een wilsverklaring van 1 persoon is vereist, zoals
een ontslag of testament
Gerichte en ongerichte eenzijdige rechtshandelingen: Een ongerichte eenzijdige rechtshandeling is
een rechtshandeling die niet is gericht tot een bepaald persoon of meerdere personen (opmaken van
een testament). Een gerichte eenzijdige rechtshandeling is juist wel gericht tot een of meer bepaalde
personen.
Wederkerige tegenover eenzijdige overeenkomsten: Van een wederkerige overeenkomst is sprake
als beide partijen een verbintenis op zich neemt ter verkrijging van de prestatie waartoe de
wederpartij zich daartegenover jegens haar verbindt. Bij een eenzijdige overeenkomst neemt slecht
een van beide partijen een verbintenis op zich.
Rechtshandelingen om baat en rechtshandelingen om niet: Men spreekt van een rechtshandeling
om baat wanneer tegenover het verrichten ervan een voordeel (een bate) staat. Bij een
rechtshandeling om niet is daarvan geen sprake.
Rechtmatige daad: Ook bij het rechtsfeit rechtmatige daad blijft de wil buiten beschouwing.
Onrechtmatige daad (art, 6:162 BW)
Degene die tegenover een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden
toegerekend, verplicht de schade te vergoeden die de ander dientengevolge leidt. Er bestaat hier een
verbintenis tot het vergoede van schade, deze rechtshandeling ontstaat van rechtswege. Een
onrechtmatige daad is een niet beoogd rechtsfeit, wil blijft buiten beschouwing.
Wanneer ongelukkige samenloop van omstandigheden? (OSVO)
