100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Complete samenvatting Deficientiefase Post-Master Accountancy Nyenrode - Law - incl. alle belangrijke wetsartikelen

Beoordeling
-
Verkocht
3
Pagina's
80
Geüpload op
25-10-2025
Geschreven in
2025/2026

Betreft een complete samenvatting van alle verplichte theorie voor het deficientie-vak Law van het instroomprogramma van de Post-Master Accountancy aan Nyenrode. Alle stof vanuit de verplichte literatuur heb ik uitgebreid samengevat en alle relevante wetsartikelen uitgebreid benoemd. Belangrijke wetsartikelen heb ik duidelijk toegelicht ter begrijpelijkheid van de stof. Ter verduidelijking: In de verplichte literatuur wordt ook het boek van D.M. van Genderen aanbevolen. Dit betreft enkel het onderwerp arbeidsrecht. Deze literatuur heb ik samengevoegd met H 12 van het boek van J.W.P Verheugt, gezien dat hoofdstuk ook over arbeidsrecht gaat. De samenvatting heeft dus WEL alle stof ten aanzien van de verplichte literatuur: J.W.P. Verheugt, M.J. Kroeze en D.M. van Genderen.

Meer zien Lees minder











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
25 oktober 2025
Aantal pagina's
80
Geschreven in
2025/2026
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

1




Inhoud



1. Inleiding in het Nederlandse recht – mr. J.W.P. Verheugt.......2
1.1 Hoofdstuk 1 Recht in het algemeen......................................................................................2
1.2 Hoofdstuk 2 Recht en staat.................................................................................................. 4
1.3 Hoofdstuk 3 De wetgeving.................................................................................................... 6
1.4 Hoofdstuk 4 De rechtspraak................................................................................................. 8
1.5 Hoofdstuk 5 Het bestuur..................................................................................................... 11
1.6 Hoofdstuk 6 Burgerlijk recht – kernbegrippen.....................................................................14
1.7 Hoofdstuk 7 Goederenrecht................................................................................................ 18
1.8 Hoofdstuk 8 Overeenkomstenrecht....................................................................................23
1.9 Hoofdstuk 9 Verbintenissen uit de wet...............................................................................29
1.10 Hoofdstuk 11 Ondernemingsrecht....................................................................................34
1.11 Hoofdstuk 12 Arbeidsrecht...............................................................................................42
1.12 Hoofdstuk 15 Internationaal en Europees recht................................................................49

2. De kern van he ondernemingsrecht – M.J. Kroeze, L.
Timmerman en J.B. Wezeman..................................................50
2.1 Hoofdstuk 1 Ondernemingsvormen....................................................................................50
2.2 Hoofdstuk 2 Oprichting....................................................................................................... 51
2.3 Hoofdstuk 3 Vermogensstructuur.......................................................................................52
2.4 Hoofdstuk 4 Aandeelhouderschap en lidmaatschap...........................................................58
2.5 Hoofdstuk 5 De organisatie................................................................................................62
2.6 Hoofdstuk 6 Vertegenwoordiging........................................................................................ 64
2.7 Hoofdstuk 7 Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid.....................................................67
2.8 Hoofdstuk 8 Herstructurering............................................................................................. 71
2.9 Hoofdstuk 9 Concernrecht.................................................................................................. 75

3. Aantekeningen college 4 - MVO...........................................78

,2




1. Inleiding in het Nederlandse recht –
mr. J.W.P. Verheugt
1.1 Hoofdstuk 1 Recht in het algemeen

Functie van recht:
1. Ordenen van menselijk gedrag door het stellen van regels; en
2. Het recht zorgt dat deze regels worden gehandhaafd.

Positief recht (objectief recht): Betreft alle nu in Nederland geldende rechtsregels.

Objectief recht en subjectief recht: Subjectief recht zijn bevoegdheden (rights) die voortvloeien
uit een objectief recht / een bepaalde regel.
Dus een artikel zegt dat iedere koper verplicht is om het bedrag te betalen (objectief recht),
daarbij heeft de verkoper het recht (right) om het bedrag te ontvangen (subjectief recht.
Objectief rechts = de algemene regels (Law)
Subjectief rechts = individuele bevoegdheid (right)
Dus je kan stellen: iedere individuele bevoegdheid die iemand jegens een ander kan doen
gelden, moet berusten op een algemene regels. Is dat niet het geval, dan staat men juridisch
met lege handen.

Rechtsbronnen: dit zijn de bronnen waaruit het geldende recht als het ware voortvloeit. Een
voorbeeld is de wet. Ons positief recht staat in de wet. Onder wet wordt verstaan, alle
algemene geldende geschreven rechtsregels die afkomstig zijn van een tot wetgeving bevoegd
overheidsorgaan. Echter vormt de wet maar een deel van het positief recht.
Rechtsbronnen van positief rechts:
1. Wet;
2. de jurisprudentie (rechtspraak); rechters die door het ontbreken van wetten een regel
formuleert. Als een andere rechter dit dan ook gebruikt, heb je rechtspraak.
3. de gewoonte; als een rechter tot de slotsom komt dat een bepaalde regel van
gewoonterecht bestaat, kan hij in zijn vonnis dit onder woorden brengen en hem
toepassen in het geschil.
4. verdragen en sommige besluiten van internationale organisaties;
5. algemene rechtsbeginselen; en
6. gepubliceerde beleidsregels.

Materieel recht: Regels die betrekking hebben op de rechten en plichten van personen in hun
onderlinge verkeer (gericht op de inhoud), dus functie 1. Heb je elke dag mee te maken.
Formeel recht: Zijn de regels over de wijze van procederen bij de rechter (dus functie 2). Ook
wel procesrecht genoemd. Heb je pas mee te maken als er moeilijkheden bij komen kijken. Dus
wat zijn de spelregels.

Positief recht indelen op basis van rechtsgebieden:
1. Staatsrecht: ziet toe op recht m.b.t. de staat. Het omvat de verhouding van de burgers
tot de staat en de mogelijkheden die de burgers hebben om invloed uit te oefenen op
de functioneren van de diverse staatsorganen. Het fundament van de staatrecht wordt
gevorm door de grondwet.
2. Bestuursrecht: geeft de juridische bestuursactiviteiten weer van de overheid. De
verhouding tussen de overheid en de burger staat centraal. Dit betreft de Awb
(algemene wet bestuursrechten). Het houdt zich bezig welke bevoegdheden een
bestuursorgaan heeft tot het maken van beschikkingen (dit zijn overheidsbesluiten die
maar voor 1 persoon gelden, denk aan een vergunning voor je huis, opleggen van een

,3




belastingaanslag, het verstrekken van een visum, toekennen van studiefinanciering,
verstrekken van een WW-uitkering, toekennen van een diploma en het geven van een
rijbewijs) en welke bestuursorganen bevoegd zijn tot het geven van beschikkingen.
Hierin is ook opgenomen dat burgers bezwaar mogen maken (bestuursprocesrecht).
3. Strafrecht: Het materiele strafrecht geeft aan welke straffen kunnen opgelegd voor het
begaan van strafbare feiten. Voornamelijk neergelegd in het Wetboek van strafrecht.
Het strafprocesrecht is vrijwel geheel geregeld in het Wetboek van Strafvordering. In
strafrecht worden bepaalde gedragingen bedreigd met straf, om dus die gedragingen te
voorkomen. Dit kunnen natuurlijke personen maar ook vennootschappen zijn. Dit is
opgenomen in Wetboek van Strafrecht (Sr).
4. Burgerlijk recht (privaatrecht) : gaat over personen onderling. Dit is voornamelijk
geregeld in het Burgerlijke wetboek (BW).
5. Arbeidsrecht: rechtsregels die betrekking hebben op de arbeidsverhouding van
personen die in loondienst werkzaam zijn.

Maar de meest voorkomende verdeling is:
- Bestuursrecht (publiekrecht)
- Burgerlijkrecht (privaatrecht)
- strafrecht

Grondwet: Het eerste hoofdstuk gaat in op de grondrechten. Dit gaat in op het feit dat burgers
niet enkel onderdanen zijn van de staat. Mensen moeten de vrijheid hebben om te leven
zonder dat de staat zich daarmee bemoeit. Voorbeelden zijn vrijheidsrechten (vrijheid van
meningsuiting en godsdienst) en Politieke rechten (geeft burgers zeggenschap over de
samenstelling van de overheidsinstellingen, bijvoorbeeld kiesrecht) en sociale grondrechten
(overheid verplicht om inspanningen te leveren voor de burgers, bijvoorbeeld onderwijs en
zorg).

Nog een vorm waarin recht onderverdeeld kan worden:
 Publiekrecht: betreft staatrecht, bestuursrecht, strafrecht, Internationaal- en Europees
recht en betreft regels over de inrichting van de staat, de bevoegdheden van zijn
organen en de uitvoering van exclusief aan de overheid opgedragen taken. (hier is dus
gezagsverhouding)
 Privaatrecht: Dit betreft het recht tussen (rechts)personen onderling. (dus hier is
iedereen gelijkwaardig, natuurlijke personen en rechtspersonen zijn gelijk aan elkaar):
o Vermogensrecht
o Overeenkomstenrecht
o Ondernemingsrecht
o Arbeidsrecht
De overheid kan zowel in het publiek als in het privaatrecht positie optreden. Omdat in de
overheid ook individuen werken, dus die vallen in privaatrecht. Een voorbeeld: je gaat iets
verhuren aan een overheidsinstelling. Want rechten omtrent valt in privaatrecht, dus dan ben
je opeens gelijken van elkaar.
Als je een medewerker bent bij een overheidsinstelling, val je alsnog onder de privaatrecht.


Op blz 19 een schema van de opbouw van het recht.

, 4




1.2 Hoofdstuk 2 Recht en staat

Trias Politica:
dit betreft een theorie die ingaat op de vraag hoe de vrijheid van een individu zo goed mogelijk
kan worden beschermd tegen de macht van de staat. De theorie zegt dat als je de macht bij 1
persoon of een kleine groep aan personen berust, dit een regelrechte bedreiging vormt voor de
vrijheid van de burgers. Dan is namelijk sprake van machtsconcentratie. Dit leidt tot
machtsmisbruik. Dus vanuit de theorie is het dus beter om binnen de staatsmacht onderscheid
te maken tussen de verschillende taken van de staat en deze vervolgens te verdelen over
verschillende organen. Daarbij is elk van die organen bevoegd om slechts een nauwkeurig
begrensd gedeelte van de staatsmacht uit te oefenen.
Dit wordt dus ook wel de leer van de machtsscheiding genoemd. Dit betreft dus een scheiding
van (staatrechtelijke) bevoegdheden. (macht wordt gezien als een bevoegdheid)
De leer van de machscheiding komt op het volgende neer:
1. verdeling van staatmacht moet worden verdeeld in:
1. wetgevende macht: stelt de regels op. – Regering en Staten-Generaal
gezamenlijk (art. 81 GW).
2. uitvoerende macht: voert de overheidstaken uit die in de wet staat. – De
regering (art. 42 lid 1 GW)
3. rechtsprekende macht: beslecht geschillen over de juiste toepassing van het
recht. – Rechterlijke macht (art. 112 e.v. GW).
2. De bovengenoemde overheidstaken moeten door 3 verschillende organen worden
gedaan (wetgevend orgaan, bestuursorgaan en rechtsprekend orgaan).
3. Elk orgaan wordt enkel belast met zijn eigen taak of functie, dus geen vermenging
hierin.
De theorie komt dus neer op een staatsrechtelijke scheiding in drie machten/bevoegdheden en
in drie organen met eigen, gescheiden functies. (machtsconcentratie volkomen -> vrijheid
burgers gewaarborgd).
Maar ook is hierin ene goede balans nodig. Het staatsbestel hoort een systeem te zijn met
check and balances. Bij checks gaat het om het houden van toezicht van het ene orgaan op het
andere, balances is bedoeld dat er tussen de staatsorganen onderling een zeker
machtevenwicht is waarbij bevoegdheden gelijkelijk worden gedeeld.

Deze theorie in Nederland:
In Nederland is deze verdeling / onderscheid in organen niet helemaal ingeregeld. Echter is
tussen de belangrijkste staatorganen sprake van een zeker machtsevenwicht (checks and
balances). Dit is niet met een harde scheiding, maar meer dat iemand niet alle macht naar zich
toe kan trekken (-> dus doel behaald).
1. Wetgevende macht: dit betreft de regering en de Staten-Generaal (parlement), zij
mogen samen wetten maken. De regering mag ook zelfstandig wetgeving maken, de
Staten-Generaal heeft dan enkel een controlerende rol. Staten-Generaal
vertegenwoordig het gehele Nederlandse volk en bestaat uit de Tweede en de Eerste
kamer (uit grondwet art. 50 en 51). De leden van de tweede kamer worden rechtstreeks
gekozen, de leden van de eerste kamer worden gekozen via de provinciale staten. (art.
81 GW)
2. Uitvoerende macht: Berust bij de Regering. Deze bestuurt het land. De regering wordt
gevormd door de Koning en de ministers. Ministerraad bestaat uit alle ministers en
wordt voorgezeten door de minister-president. In de ministerraad wordt vergaderd en
beslist over alle kwesties van algemeen regeringsbeleid. Staatssecretarissen mogen
daarbij aanwezig zijn, maar hebben geen stemrecht. Het kabinet betreft ministers en
staatssecretarissen samen. (art. 42 lid 1 GW)
3. Rechtsprekende macht: In Nederland in staatsbestel (rechtspraak), ligt uiteindelijk bij de
rechter. Als het gaat om een geschil waaruit de rechter een beslissing moet maken,
heet de uitspraak een vonnis of arrest. Gaat het niet over een geschil, dan heeft het een
beschikking (voornaam wijzigen, schadevergoeding door onterecht verdacht). De

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
VisserBoo Nyenrode Business Universiteit
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
110
Lid sinds
1 jaar
Aantal volgers
43
Documenten
8
Laatst verkocht
3 weken geleden
Samenvattingen Pre-Master en Master Nyenrode - Accountancy

Uitgebreide samenvattingen van Pre-Master en Master vakken op Nyenrode.

4,1

16 beoordelingen

5
9
4
4
3
1
2
0
1
2

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen