Oefententamen
Opdracht A: De verplichte gezondheidsscreening (Focus op
Paternalisme en Autonomie)
Een recent aangenomen wet verplicht alle burgers van 18 jaar en ouder om deel te nemen
aan een jaarlijkse, gratis gezondheidsscreening, waarbij bloed- en biometrische gegevens
worden afgenomen. Het doel is vroege opsporing van ernstige ziekten, wat op de lange
termijn enorme kostenbesparingen voor de collectieve gezondheidszorg oplevert. Volgens
de overheid is individuele non-participatie een schade voor de samenleving, omdat het
onnodige toekomstige zorgkosten veroorzaakt die door de belastingbetaler moeten worden
gedragen. Wie weigert, riskeert een boete. De wet stelt dat het 'collectieve belang van een
duurzaam zorgstelsel' zwaarder weegt dan de individuele bezwaren tegen het delen van
biometrische gegevens.
Vraag 1
Beoordeel de rechtvaardiging voor deze verplichte screening vanuit het perspectief van
Mill's Harm Principle en zijn opvatting over overheidspaternalisme. Leg uw antwoord uit.
(max. 175 woorden)
● Antwoord Vraag 1: De verplichte screening is problematisch vanuit het perspectief
van Mill's Harm Principle . Het schadebeginsel stelt dat overheidsdwang tegen een
individu alleen gerechtvaardigd is om schade aan anderen te voorkomen . Mill
verzet zich tegen paternalisme, waarbij de wet burgers dwingt iets te doen voor hun
eigen bestwil . Hoewel de wet non-participatie als schade aan de samenleving ziet
(vanwege collectieve zorgkosten), zou Mill dit waarschijnlijk afwijzen als indirecte
schade, die te veel een self-regarding act (betreft het eigen lichaam en data) is om
dwang te rechtvaardigen. Dwang is slechts gelegitimeerd bij gedragingen die
anderen schaden. Het dwangmatig opleggen van een handeling omdat het 'beter
voor hem is' wordt door Mill expliciet verworpen. Een boete voor weigering is een
vorm van onrechtmatig paternalisme.
Vraag 2
Evalueer de verplichte screening vanuit Kant's Plichtethiek. Ga daarbij in op het
onderscheid tussen het gebruik van de mens als middel en als doel op zichzelf. (max. 175
woorden)
● Antwoord Vraag 2: Kant zou de verplichte screening principieel afwijzen op grond
van de tweede formulering van zijn Categorisch Imperatief (Mens-als-doel). Deze
stelt: "Behandel de mensheid, in jezelf zowel als in ieder ander, nooit louter als
middel, maar altijd ook als doel op zichzelf". Door burgers verplicht te screenen
ter wille van 'kostenbesparing' en de 'duurzaamheid van het zorgstelsel' worden zij
gereduceerd tot instrumenten (middelen) voor een collectief doel
(nutsmaximalisatie). Dit is in strijd met de menselijke waardigheid en autonomie.
Kant benadrukt dat men de ander altijd als een doel op zich moet beschouwen:
, iemand wiens waardigheid en rechten gerespecteerd dienen te worden, ongeacht de
gevolgen . Het overschrijden van die wilsautonomie door dwang is een schending
van die plicht.
Vraag 3
Hoe zou het debat tussen Devlin en Hart over de grenzen van wetgeving zich verhouden tot
deze verplichte wet, in het bijzonder waar het gaat om de rechtvaardiging van dwang in
naam van een collectief belang? (max. 175 woorden)
● Antwoord Vraag 3: Dit debat gaat over de afdwingbaarheid van een publieke moraal
(Devlin) versus de individuele vrijheid (Hart). Devlin zou de dwang mogelijk
verdedigen. Hij stelt dat de samenleving een gemeenschappelijke moraal (of, in dit
geval, een gedeelde plicht tot collectieve verantwoordelijkheid) nodig heeft om te
overleven (desintegratiethese). Schending van deze plicht bedreigt de sociale
cohesie en de gedeelde lasten van het zorgstelsel , wat de wetgever mag bestrijden.
Hart daarentegen zou krachtig pleiten tegen deze dwang, vanuit zijn liberale
positivisme. Hij zou de wet zien als een onnodige en gevaarlijke aantasting van de
individuele vrijheid en zou de nadruk leggen op de scheiding van recht en moraal.
Hij stelt dat pluralisme niet tot desintegratie leidt en dat dwang alleen bij feitelijke
schade (Harm Principle) is toegestaan .
Opdracht B: De "Hustle Culture" in een Tech Startup (Focus op
Semi-Autonoom Sociaal Veld)
De tech-startup 'InnovateNow' heeft een officieel HR-beleid dat 'werk-privébalans' en een
40-urige werkweek benadrukt. Desondanks bestaat er op de werkvloer een sterke
ongeschreven norm, de zogenaamde "hustle culture". Het is een informele regel dat
werknemers minstens 55 uur per week werken, en wie vóór 19.00 uur weggaat, wordt als
'niet-gecommitteerd' gezien. Dit leidt tot subtiele sociale sancties, zoals het mislopen van
belangrijke projecten of buitensluiting van sociale groepsactiviteiten. Dit informele systeem
van normen en sancties is sterker dan de formele 40-urige werkweek, en HR-klachten
worden door collega's weggewuifd als 'niet in lijn met de cultuur'.
Vraag 1
Analyseer de 'hustle culture' van InnovateNow aan de hand van Moore's concept van het
Semi-Autonoom Sociaal Veld (SASV). Leg uit hoe dit concept de ineffectiviteit van de
officiële 40-urige werkweek policy verklaart. (max. 225 woorden)
● Antwoord Vraag 1: InnovateNow functioneert als een Semi-Autonoom Sociaal
Veld (SASV). Een SASV is een sociale groep die eigen gedragsnormen
produceert én eigen handhavingsmechanismen kent . De 'hustle culture' is de
interne, informele rechtsorde: de ongeschreven norm van 55+ uur werken is de
interne gedragsnorm die sterker is dan de formele wetgeving (de 40-urige
werkweek). De ineffectiviteit van het officiële beleid wordt verklaard doordat het
SASV de werking van de wet neutraliseert of ondermijnt. Hoewel de staat het
monopolie op legitiem geweld heeft, heeft zij geen monopolie op naleving
afdwingen. De sociale sancties binnen het veld (uitsluiting, mislopen projecten)
Opdracht A: De verplichte gezondheidsscreening (Focus op
Paternalisme en Autonomie)
Een recent aangenomen wet verplicht alle burgers van 18 jaar en ouder om deel te nemen
aan een jaarlijkse, gratis gezondheidsscreening, waarbij bloed- en biometrische gegevens
worden afgenomen. Het doel is vroege opsporing van ernstige ziekten, wat op de lange
termijn enorme kostenbesparingen voor de collectieve gezondheidszorg oplevert. Volgens
de overheid is individuele non-participatie een schade voor de samenleving, omdat het
onnodige toekomstige zorgkosten veroorzaakt die door de belastingbetaler moeten worden
gedragen. Wie weigert, riskeert een boete. De wet stelt dat het 'collectieve belang van een
duurzaam zorgstelsel' zwaarder weegt dan de individuele bezwaren tegen het delen van
biometrische gegevens.
Vraag 1
Beoordeel de rechtvaardiging voor deze verplichte screening vanuit het perspectief van
Mill's Harm Principle en zijn opvatting over overheidspaternalisme. Leg uw antwoord uit.
(max. 175 woorden)
● Antwoord Vraag 1: De verplichte screening is problematisch vanuit het perspectief
van Mill's Harm Principle . Het schadebeginsel stelt dat overheidsdwang tegen een
individu alleen gerechtvaardigd is om schade aan anderen te voorkomen . Mill
verzet zich tegen paternalisme, waarbij de wet burgers dwingt iets te doen voor hun
eigen bestwil . Hoewel de wet non-participatie als schade aan de samenleving ziet
(vanwege collectieve zorgkosten), zou Mill dit waarschijnlijk afwijzen als indirecte
schade, die te veel een self-regarding act (betreft het eigen lichaam en data) is om
dwang te rechtvaardigen. Dwang is slechts gelegitimeerd bij gedragingen die
anderen schaden. Het dwangmatig opleggen van een handeling omdat het 'beter
voor hem is' wordt door Mill expliciet verworpen. Een boete voor weigering is een
vorm van onrechtmatig paternalisme.
Vraag 2
Evalueer de verplichte screening vanuit Kant's Plichtethiek. Ga daarbij in op het
onderscheid tussen het gebruik van de mens als middel en als doel op zichzelf. (max. 175
woorden)
● Antwoord Vraag 2: Kant zou de verplichte screening principieel afwijzen op grond
van de tweede formulering van zijn Categorisch Imperatief (Mens-als-doel). Deze
stelt: "Behandel de mensheid, in jezelf zowel als in ieder ander, nooit louter als
middel, maar altijd ook als doel op zichzelf". Door burgers verplicht te screenen
ter wille van 'kostenbesparing' en de 'duurzaamheid van het zorgstelsel' worden zij
gereduceerd tot instrumenten (middelen) voor een collectief doel
(nutsmaximalisatie). Dit is in strijd met de menselijke waardigheid en autonomie.
Kant benadrukt dat men de ander altijd als een doel op zich moet beschouwen:
, iemand wiens waardigheid en rechten gerespecteerd dienen te worden, ongeacht de
gevolgen . Het overschrijden van die wilsautonomie door dwang is een schending
van die plicht.
Vraag 3
Hoe zou het debat tussen Devlin en Hart over de grenzen van wetgeving zich verhouden tot
deze verplichte wet, in het bijzonder waar het gaat om de rechtvaardiging van dwang in
naam van een collectief belang? (max. 175 woorden)
● Antwoord Vraag 3: Dit debat gaat over de afdwingbaarheid van een publieke moraal
(Devlin) versus de individuele vrijheid (Hart). Devlin zou de dwang mogelijk
verdedigen. Hij stelt dat de samenleving een gemeenschappelijke moraal (of, in dit
geval, een gedeelde plicht tot collectieve verantwoordelijkheid) nodig heeft om te
overleven (desintegratiethese). Schending van deze plicht bedreigt de sociale
cohesie en de gedeelde lasten van het zorgstelsel , wat de wetgever mag bestrijden.
Hart daarentegen zou krachtig pleiten tegen deze dwang, vanuit zijn liberale
positivisme. Hij zou de wet zien als een onnodige en gevaarlijke aantasting van de
individuele vrijheid en zou de nadruk leggen op de scheiding van recht en moraal.
Hij stelt dat pluralisme niet tot desintegratie leidt en dat dwang alleen bij feitelijke
schade (Harm Principle) is toegestaan .
Opdracht B: De "Hustle Culture" in een Tech Startup (Focus op
Semi-Autonoom Sociaal Veld)
De tech-startup 'InnovateNow' heeft een officieel HR-beleid dat 'werk-privébalans' en een
40-urige werkweek benadrukt. Desondanks bestaat er op de werkvloer een sterke
ongeschreven norm, de zogenaamde "hustle culture". Het is een informele regel dat
werknemers minstens 55 uur per week werken, en wie vóór 19.00 uur weggaat, wordt als
'niet-gecommitteerd' gezien. Dit leidt tot subtiele sociale sancties, zoals het mislopen van
belangrijke projecten of buitensluiting van sociale groepsactiviteiten. Dit informele systeem
van normen en sancties is sterker dan de formele 40-urige werkweek, en HR-klachten
worden door collega's weggewuifd als 'niet in lijn met de cultuur'.
Vraag 1
Analyseer de 'hustle culture' van InnovateNow aan de hand van Moore's concept van het
Semi-Autonoom Sociaal Veld (SASV). Leg uit hoe dit concept de ineffectiviteit van de
officiële 40-urige werkweek policy verklaart. (max. 225 woorden)
● Antwoord Vraag 1: InnovateNow functioneert als een Semi-Autonoom Sociaal
Veld (SASV). Een SASV is een sociale groep die eigen gedragsnormen
produceert én eigen handhavingsmechanismen kent . De 'hustle culture' is de
interne, informele rechtsorde: de ongeschreven norm van 55+ uur werken is de
interne gedragsnorm die sterker is dan de formele wetgeving (de 40-urige
werkweek). De ineffectiviteit van het officiële beleid wordt verklaard doordat het
SASV de werking van de wet neutraliseert of ondermijnt. Hoewel de staat het
monopolie op legitiem geweld heeft, heeft zij geen monopolie op naleving
afdwingen. De sociale sancties binnen het veld (uitsluiting, mislopen projecten)