23. Waar is sprake van als het netto werkkapitaal toeneemt?
a. Een verbetering van de liquiditeit
b. Een verslechtering van de liquiditeit
c. Een verbetering van de solvabiliteit
d. Een verslechtering van de solvabiliteit
18. In welk van onderstaande gevallen is het bedrag aan opbrengsten over een
bepaald jaar hoger dan het bedrag aan ontvangsten?
a. Indien het debiteurensaldo per 1 januari lager is dan het crediteurensaldo per
1 januari
b. Indien het debiteurensaldo per 1 januari hoger is dan het debiteurensaldo per
31 december
c. Indien het debiteurensaldo per 1 januari hoger is dan het crediteurensaldo per
1 januari
d. Indien het debiteurensaldo per 1 januari lager is dan het debiteurensaldo per
31 december
67. Een reproductiebedrijf hanteert voor haar dienstverlening, volgens de primitieve
opslagmethode, een opslagpercentage van 20% van de directe kosten. Bij elke
dienst wordt zowel materiaal als arbeid verbruikt.
Uit welke onderdelen is de kostprijs van de diensten opgebouwd?
a. Directe en constante kosten
b. Directe en indirecte arbeidskosten
c. Directe en indirecte loonkosten
d. Directe en indirecte kosten
40. Wat geldt voor een break-even-punt?
a. De totale constante kosten zijn gelijk aan de totale variabele kosten
b. De totale dekkingsbijdrage is gelijk aan nul
c. De totale dekkingsbijdrage is gelijk aan de totale constante kosten
d. De totale inkopen zijn gelijk aan de totale verkopen
De dekkingsbijdrage heet niet voor niets dekkingsbijdrage. Als de constante
kosten zijn ‘gedekt’ is het break-evenpunt bereikt.
48. Wat zijn de gevolgen voor de proportioneel variabele kosten als de
productieomvang in een periode toeneemt?
a. De totale variabele kosten blijven gelijk.
b. De totale variabele kosten stijgen.
c. De variabele kosten per eenheid dalen.
d. De variabele kosten per eenheid stijgen.
a. Een verbetering van de liquiditeit
b. Een verslechtering van de liquiditeit
c. Een verbetering van de solvabiliteit
d. Een verslechtering van de solvabiliteit
18. In welk van onderstaande gevallen is het bedrag aan opbrengsten over een
bepaald jaar hoger dan het bedrag aan ontvangsten?
a. Indien het debiteurensaldo per 1 januari lager is dan het crediteurensaldo per
1 januari
b. Indien het debiteurensaldo per 1 januari hoger is dan het debiteurensaldo per
31 december
c. Indien het debiteurensaldo per 1 januari hoger is dan het crediteurensaldo per
1 januari
d. Indien het debiteurensaldo per 1 januari lager is dan het debiteurensaldo per
31 december
67. Een reproductiebedrijf hanteert voor haar dienstverlening, volgens de primitieve
opslagmethode, een opslagpercentage van 20% van de directe kosten. Bij elke
dienst wordt zowel materiaal als arbeid verbruikt.
Uit welke onderdelen is de kostprijs van de diensten opgebouwd?
a. Directe en constante kosten
b. Directe en indirecte arbeidskosten
c. Directe en indirecte loonkosten
d. Directe en indirecte kosten
40. Wat geldt voor een break-even-punt?
a. De totale constante kosten zijn gelijk aan de totale variabele kosten
b. De totale dekkingsbijdrage is gelijk aan nul
c. De totale dekkingsbijdrage is gelijk aan de totale constante kosten
d. De totale inkopen zijn gelijk aan de totale verkopen
De dekkingsbijdrage heet niet voor niets dekkingsbijdrage. Als de constante
kosten zijn ‘gedekt’ is het break-evenpunt bereikt.
48. Wat zijn de gevolgen voor de proportioneel variabele kosten als de
productieomvang in een periode toeneemt?
a. De totale variabele kosten blijven gelijk.
b. De totale variabele kosten stijgen.
c. De variabele kosten per eenheid dalen.
d. De variabele kosten per eenheid stijgen.