ERFELIJKHEIDSLEER
HOOFDSTUK 3 – CHROMOSOMENONDERZOEK
Cytogenetisch onderzoek/karyotypering
Conventionele cytogenetica/karyotypering
Indicaties: constitutioneel (= in elke cel van het hele lichaam)
Onverklaarde mentale beperking
Aangeboren afwijkingen, dysmorfieën
Herhaalde miskramen, prenataal of kort na de geboorte overlijden
zwangerschap – maternele leeftijd
Verminderde fertiliteit
Segregatie van een gebalanceerde translocatie in de familie
Verstoorde puberteitsontwikkeling
Indicaties: maligniteiten
Hematologsiche ziekten (leukemoe, lymfoom,…)
Vaste tumoren (darmkanker, longkanker, eierstokkanker)
Welke weefsel hen je nodig om aan chromosomenonderzoek te doen?
Criteria waaraan weefsel moet voldoen:
Gemakkelijk te verkrijgen
Bij kanker niet makkelijk te verkrijgen omdat mensen hiervoor
geopereerd moeten worden
In staat zijn om te groeien en delen in cultuur in vitro (= in
labratorium), ofwel spontaan ofwel door stimulatie met externe
producten
Cytogenetisch onderzoek
, Type van weefsel voor analyse
Postnataal
- Perifeer bloed (= wat dokter afneemt in een buisje)
- Huidfibroplasten = huidbioop
is redelijk invasief -> word gedaan in situaties wanneer we
veronderstellen dat niet elk orgaan hetzelfde aantal
chromosomen dragen
- maligne cellen (= kwaadaardig): bloed, beenmerg, lymfeklier,
tumor
Prenataal
- Vruchtwatercellen (amniocyten – week 15-16)
- Vlokken (chorion villi – week 10-12)
- Navelstrengbloed (week 20)
Karyotypering
Onderzoek van het aantal en de structuur van de chromosomen
Aanleg van een karyotype (chromosomenkaart)
Geen onderzoek van de individuele genen!
Beperkt resolutievermogen -> afwijkingen die te klein zijn kun je
hiermee niet opsporen
Tellen van chromosomen is makkelijker gezegd dan gedaan…
1923: Painter – aantal humane chromosomen: 48
1956: Tijo and Levan - correct aantal chromosomen : 46
3 jaar later dan de beschrijving van het dubbel helix model van
Watson and
Crick !
HOOFDSTUK 3 – CHROMOSOMENONDERZOEK
Cytogenetisch onderzoek/karyotypering
Conventionele cytogenetica/karyotypering
Indicaties: constitutioneel (= in elke cel van het hele lichaam)
Onverklaarde mentale beperking
Aangeboren afwijkingen, dysmorfieën
Herhaalde miskramen, prenataal of kort na de geboorte overlijden
zwangerschap – maternele leeftijd
Verminderde fertiliteit
Segregatie van een gebalanceerde translocatie in de familie
Verstoorde puberteitsontwikkeling
Indicaties: maligniteiten
Hematologsiche ziekten (leukemoe, lymfoom,…)
Vaste tumoren (darmkanker, longkanker, eierstokkanker)
Welke weefsel hen je nodig om aan chromosomenonderzoek te doen?
Criteria waaraan weefsel moet voldoen:
Gemakkelijk te verkrijgen
Bij kanker niet makkelijk te verkrijgen omdat mensen hiervoor
geopereerd moeten worden
In staat zijn om te groeien en delen in cultuur in vitro (= in
labratorium), ofwel spontaan ofwel door stimulatie met externe
producten
Cytogenetisch onderzoek
, Type van weefsel voor analyse
Postnataal
- Perifeer bloed (= wat dokter afneemt in een buisje)
- Huidfibroplasten = huidbioop
is redelijk invasief -> word gedaan in situaties wanneer we
veronderstellen dat niet elk orgaan hetzelfde aantal
chromosomen dragen
- maligne cellen (= kwaadaardig): bloed, beenmerg, lymfeklier,
tumor
Prenataal
- Vruchtwatercellen (amniocyten – week 15-16)
- Vlokken (chorion villi – week 10-12)
- Navelstrengbloed (week 20)
Karyotypering
Onderzoek van het aantal en de structuur van de chromosomen
Aanleg van een karyotype (chromosomenkaart)
Geen onderzoek van de individuele genen!
Beperkt resolutievermogen -> afwijkingen die te klein zijn kun je
hiermee niet opsporen
Tellen van chromosomen is makkelijker gezegd dan gedaan…
1923: Painter – aantal humane chromosomen: 48
1956: Tijo and Levan - correct aantal chromosomen : 46
3 jaar later dan de beschrijving van het dubbel helix model van
Watson and
Crick !