Kritische reflectie
Student: Tessa Smits
Klas: DT5
Studentnummer: 50085335
Datum: 25-03-2025
Docent: Trudie Groen
2e beoordelaar: Sarijn Meeuwenoord
School: Hogeschool van Amsterdam
Studieonderdeel: Stage
Faculteit Onderwijs en Opvoeding
Opleiding: Pedagogiek
,Inhoudsopgave
Inleiding......................................................................................................................................3
Methodisch werken in complexe beroepssituaties......................................................................3
Diversiteit-sensitief in inclusief denken en handelen..................................................................4
Visie.............................................................................................................................................4
Reflectie......................................................................................................................................5
Samenwerken..............................................................................................................................6
Maatschappelijke vraagstukken..................................................................................................7
Literatuurlijst...............................................................................................................................8
Bijlage 1: Koppeling tabel....................................................................................................10
Bijlage 2: SIS uitdraai...........................................................................................................11
Bijlage 3: Bewijsstukken......................................................................................................16
Bewijsstuk 1 Complexe Casus..........................................................................................16
Bewijsstuk 2: Visie presentatie.........................................................................................20
Bewijsstuk 3: Beroepsopdracht kracht van jongeren........................................................22
Bewijsstuk 4: Veilig Thuis melding..................................................................................25
Bewijsstuk 5: Eindschakel afstudeerdossier + product.....................................................28
Bewijsstuk 6: Stoplicht methode.......................................................................................34
Bewijsstuk 7: BVT-inbreng...............................................................................................35
2
,Inleiding
In dit verslag reflecteer ik op de belangrijkste momenten tijdens mijn stage en werk. In de
kritische reflectie zal ik toelichten en verantwoorden waarom ik mezelf beschouw als een start
bekwaam pedagoog, en welke kennis ik tijdens mijn werkzaamheden heb opgedaan. Dit komt
voort uit mijn werk als pedagogisch gezinsondersteuner bij Stichting SIG.
Methodisch werken in complexe beroepssituaties
Tijdens het werken als gezinsondersteuner bij Stichting SIG werk ik in complexe gezinnen
met ieder hun eigen problematiek. Ik ondersteun gezinnen bij hun opvoedvragen, praktische
zaken zoals contacten met externa partijen en/of instanties en ben ik voornamelijk bezig met
de veiligheid en ontwikkeling van hun kind(eren). Zoals te lezen is in mijn complexe casus
(bewijsstuk 1) beschrijf ik een gezin die ik begeleid die bestaat uit moeder (50), vader (52) en
zoon M (13). Ik werk methodisch in complexe casussen omdat het een gestructureerde en
doelgerichte aanpak biedt (bewijsstuk 1: complexe casus).
Als gezinsondersteuner ondersteun ik ouders bij hun vragen maar ben ik voornamelijk bezig
bij de begeleiding van M. en het bevorderen van zijn eigen autonomie en zelfstandigheid. Hij
is een zorgzame jongen die op dit moment al een hoger IQ heeft dan zijn ouders. M. heeft
verteld over incidenten waarbij zijn vader hem uitscheldt, hardhandig vastpakt en hem zelfs
verwond heeft. Ook hebben ouders veel ruzie waarin geschreeuwd en gekleineerd wordt. Om
de juiste begeleiding te bieden, verdiep ik me in de ontwikkelingstaken van kinderen in deze
leeftijdsfase en pas ik mijn aanpak daarop aan.
In het gezin van M. heb ik initiatief genomen door nauw samen te werken met verschillende
betrokkenen, zoals mijn collega L., school, ambulante hulp en artsen. Door informatie te
verzamelen, de behoeften van M. en zijn ouders vast te stellen, en concrete doelen te
formuleren, heb ik samen met mijn team een begeleidingsplan opgesteld. Mijn
verantwoordelijkheid was om het proces te begeleiden, het gezin te ondersteunen, en te
zorgen voor een integrale aanpak. Dit alles heb ik regelmatig geëvalueerd, reflecteerde op
mijn functioneren en verantwoordde mijn keuzes op basis van mijn beroepsvisie en relevante
theorieën, zoals die over een licht verstandelijke beperking (LVB) en de ontwikkeling van
kinderen. Ik toon initiatief door het gesprek aan te gaan met alle betrokkenen, zoals ouders,
school en hulpverleners, en door mijn eigen gevoelens en onderbuikgevoelens in het proces
mee te nemen.
Mijn visie hierin is dat kinderen zorgeloos moeten kunnen opgroeien met een goed vangnet,
en deze visie heeft me geholpen om de juiste keuzes te maken in de begeleiding van M. en
zijn ouders. Het methodisch handelen zorgt ervoor dat we op een effectieve en verantwoorde
manier werken aan de ontwikkeling en veiligheid van M. en het verbeteren van de
opvoedsituatie binnen het gezin.
Ook als ik kijk naar mijn afstudeerdossier ben ik continu methodisch te werk gegaan. Toen ik
merkte dat de samenwerking tussen Stichting SIG en de GGZ niet soepel verliep, ben ik
hiermee aan de slag gegaan (bewijsstuk 5: eindschakel afstudeerdossier). Ik heb een
startdocument ontwikkeld waarmee alle betrokkenen vanaf het begin duidelijke afspraken
maken en samenwerken aan hetzelfde doel. Dit zorgt voor meer duidelijkheid en betere
communicatie.
Ik werk op een gestructureerde manier door het startdocument tijdens de intake in te vullen en
vast te leggen. Hierdoor weten cliënten en hulpverleners wat de doelen zijn en wat er van hen
3
, wordt verwacht. Daarnaast heb ik momenten ingepland om afspraken te bespreken en zo
nodig aan te passen. Dit helpt om de hulpverlening zo goed mogelijk te laten verlopen. Ik kijk
steeds kritisch naar mijn eigen manier van werken en leer van mijn ervaringen. Ik heb
gemerkt dat de samenwerking tussen SIG en de GGZ niet altijd soepel gaat en heb onderzocht
wat hier beter kan. Door te zorgen voor korte lijntjes en duidelijke afspraken help ik mee aan
een betere samenwerking en ondersteuning van cliënten.
Diversiteit-sensitief in inclusief denken en handelen
De doelgroep waar ik mee werk zijn mensen met een LVB en/of autisme verwante stoornis.
Hierdoor moet ik stil staan bij mijn non-verbale houding en gedrag en mijn manier van
communiceren. Het is bij deze doelgroep vaak dat ze bepaalde taken niet kunnen begrijpen in
plaats van het niet willen begrijpen. Tijdens de keuze beroepsopdracht (bewijsstuk 3:
beroepsopdracht kracht van jongeren) was het belangrijk om een activiteit te creëren waarin
jongeren in hun eigen kracht worden gezet. Hierbij was het belangrijk om rekening te houden
met diversiteit, eigen behoeftes en inclusiviteit. Door rekening te houden met hun beperking
en de visuele ondersteuning heb ik de interview vragen ondersteund met pictogrammen.
Pictogrammen helpen bij het verduidelijken van informatie maakt het hen makkelijker om
hun gedachten en emoties uit te drukken (Oskam & Scheres, 2016). Bij het spel hebben ze de
emoties zelf uitgekozen en deze kunnen koppelen aan de basisemoties. Hierdoor konden ze
uiteindelijk op de vragen reageren en gaven ze hun authentieke reactie.
Het werken met pictogrammen komt in mijn werk dagelijks terug. Door mijzelf neutraal op te
stellen geven cliënten ook sneller toe dat ze pictogrammen nodig hebben of dat ze bepaalde
taken niet begrijpen. Zo maken wij ook gebruik van de stoplicht methode.
Deze cliënt had aangegeven dat ze op het moment van rood niet meer kan lezen en het
moeilijk vindt om het stoplicht te gebruiken als er veel lappen tekst achter staan. Hierom heb
ik samen met haar besloten om het stoplicht aan te passen naar een volledig overzicht met
pictogrammen (bewijsstuk 6: stoplicht methode). Ik laat zien dat ik inclusief te werk kan gaan
en mij kan aanpassen naar de behoeftes van de cliënt in mijn handelen. Ik heb geleerd om aan
te sluiten bij de cliënt en samen een oplossing te bedenken, in plaats van uit te gaan dat
iemand tekst altijd zou moeten begrijpen.
Visie
Mijn visie is als volgt: Met humor en openheid adolescenten de ontwikkelingstaken van hun
leeftijd bijbrengen (bewijsstuk 2: visie presentatie).
Vroeger liep ik zelf al tegen veel problematiek aan, vooral omdat ik me constant zorgen
maakte over alles wat er om me heen speelde. Ik dacht na over wat anderen van me dachten
en waarom ik bepaalde keuzes maakte, waar ik eigenlijk niet volledig achterstond. Op school
werd mij nooit echt verteld wat de puberteit inhoudt, hoe de adolescentie eruitziet en dat
bepaalde keuzes juist heel normaal zijn in deze fase van het leven. Als ik nu terugkijk en denk
aan alles wat ik tijdens mijn opleiding heb geleerd over ontwikkelingstaken per leeftijd, zoals
de theorie van Erikson waarin wordt gekeken naar de verschillende fases in het leven en de
invloed van de buitenwereld (Vroemen, 2024), realiseer ik me dat ik veel minder met mezelf
in de knoop had gezeten als er iemand was geweest die dit op een begrijpelijke en begripvolle
manier had uitgelegd en mij een stem had gegeven. Dit wil ik dan ook voorkomen in mijn
werk als pedagoog.
4
Student: Tessa Smits
Klas: DT5
Studentnummer: 50085335
Datum: 25-03-2025
Docent: Trudie Groen
2e beoordelaar: Sarijn Meeuwenoord
School: Hogeschool van Amsterdam
Studieonderdeel: Stage
Faculteit Onderwijs en Opvoeding
Opleiding: Pedagogiek
,Inhoudsopgave
Inleiding......................................................................................................................................3
Methodisch werken in complexe beroepssituaties......................................................................3
Diversiteit-sensitief in inclusief denken en handelen..................................................................4
Visie.............................................................................................................................................4
Reflectie......................................................................................................................................5
Samenwerken..............................................................................................................................6
Maatschappelijke vraagstukken..................................................................................................7
Literatuurlijst...............................................................................................................................8
Bijlage 1: Koppeling tabel....................................................................................................10
Bijlage 2: SIS uitdraai...........................................................................................................11
Bijlage 3: Bewijsstukken......................................................................................................16
Bewijsstuk 1 Complexe Casus..........................................................................................16
Bewijsstuk 2: Visie presentatie.........................................................................................20
Bewijsstuk 3: Beroepsopdracht kracht van jongeren........................................................22
Bewijsstuk 4: Veilig Thuis melding..................................................................................25
Bewijsstuk 5: Eindschakel afstudeerdossier + product.....................................................28
Bewijsstuk 6: Stoplicht methode.......................................................................................34
Bewijsstuk 7: BVT-inbreng...............................................................................................35
2
,Inleiding
In dit verslag reflecteer ik op de belangrijkste momenten tijdens mijn stage en werk. In de
kritische reflectie zal ik toelichten en verantwoorden waarom ik mezelf beschouw als een start
bekwaam pedagoog, en welke kennis ik tijdens mijn werkzaamheden heb opgedaan. Dit komt
voort uit mijn werk als pedagogisch gezinsondersteuner bij Stichting SIG.
Methodisch werken in complexe beroepssituaties
Tijdens het werken als gezinsondersteuner bij Stichting SIG werk ik in complexe gezinnen
met ieder hun eigen problematiek. Ik ondersteun gezinnen bij hun opvoedvragen, praktische
zaken zoals contacten met externa partijen en/of instanties en ben ik voornamelijk bezig met
de veiligheid en ontwikkeling van hun kind(eren). Zoals te lezen is in mijn complexe casus
(bewijsstuk 1) beschrijf ik een gezin die ik begeleid die bestaat uit moeder (50), vader (52) en
zoon M (13). Ik werk methodisch in complexe casussen omdat het een gestructureerde en
doelgerichte aanpak biedt (bewijsstuk 1: complexe casus).
Als gezinsondersteuner ondersteun ik ouders bij hun vragen maar ben ik voornamelijk bezig
bij de begeleiding van M. en het bevorderen van zijn eigen autonomie en zelfstandigheid. Hij
is een zorgzame jongen die op dit moment al een hoger IQ heeft dan zijn ouders. M. heeft
verteld over incidenten waarbij zijn vader hem uitscheldt, hardhandig vastpakt en hem zelfs
verwond heeft. Ook hebben ouders veel ruzie waarin geschreeuwd en gekleineerd wordt. Om
de juiste begeleiding te bieden, verdiep ik me in de ontwikkelingstaken van kinderen in deze
leeftijdsfase en pas ik mijn aanpak daarop aan.
In het gezin van M. heb ik initiatief genomen door nauw samen te werken met verschillende
betrokkenen, zoals mijn collega L., school, ambulante hulp en artsen. Door informatie te
verzamelen, de behoeften van M. en zijn ouders vast te stellen, en concrete doelen te
formuleren, heb ik samen met mijn team een begeleidingsplan opgesteld. Mijn
verantwoordelijkheid was om het proces te begeleiden, het gezin te ondersteunen, en te
zorgen voor een integrale aanpak. Dit alles heb ik regelmatig geëvalueerd, reflecteerde op
mijn functioneren en verantwoordde mijn keuzes op basis van mijn beroepsvisie en relevante
theorieën, zoals die over een licht verstandelijke beperking (LVB) en de ontwikkeling van
kinderen. Ik toon initiatief door het gesprek aan te gaan met alle betrokkenen, zoals ouders,
school en hulpverleners, en door mijn eigen gevoelens en onderbuikgevoelens in het proces
mee te nemen.
Mijn visie hierin is dat kinderen zorgeloos moeten kunnen opgroeien met een goed vangnet,
en deze visie heeft me geholpen om de juiste keuzes te maken in de begeleiding van M. en
zijn ouders. Het methodisch handelen zorgt ervoor dat we op een effectieve en verantwoorde
manier werken aan de ontwikkeling en veiligheid van M. en het verbeteren van de
opvoedsituatie binnen het gezin.
Ook als ik kijk naar mijn afstudeerdossier ben ik continu methodisch te werk gegaan. Toen ik
merkte dat de samenwerking tussen Stichting SIG en de GGZ niet soepel verliep, ben ik
hiermee aan de slag gegaan (bewijsstuk 5: eindschakel afstudeerdossier). Ik heb een
startdocument ontwikkeld waarmee alle betrokkenen vanaf het begin duidelijke afspraken
maken en samenwerken aan hetzelfde doel. Dit zorgt voor meer duidelijkheid en betere
communicatie.
Ik werk op een gestructureerde manier door het startdocument tijdens de intake in te vullen en
vast te leggen. Hierdoor weten cliënten en hulpverleners wat de doelen zijn en wat er van hen
3
, wordt verwacht. Daarnaast heb ik momenten ingepland om afspraken te bespreken en zo
nodig aan te passen. Dit helpt om de hulpverlening zo goed mogelijk te laten verlopen. Ik kijk
steeds kritisch naar mijn eigen manier van werken en leer van mijn ervaringen. Ik heb
gemerkt dat de samenwerking tussen SIG en de GGZ niet altijd soepel gaat en heb onderzocht
wat hier beter kan. Door te zorgen voor korte lijntjes en duidelijke afspraken help ik mee aan
een betere samenwerking en ondersteuning van cliënten.
Diversiteit-sensitief in inclusief denken en handelen
De doelgroep waar ik mee werk zijn mensen met een LVB en/of autisme verwante stoornis.
Hierdoor moet ik stil staan bij mijn non-verbale houding en gedrag en mijn manier van
communiceren. Het is bij deze doelgroep vaak dat ze bepaalde taken niet kunnen begrijpen in
plaats van het niet willen begrijpen. Tijdens de keuze beroepsopdracht (bewijsstuk 3:
beroepsopdracht kracht van jongeren) was het belangrijk om een activiteit te creëren waarin
jongeren in hun eigen kracht worden gezet. Hierbij was het belangrijk om rekening te houden
met diversiteit, eigen behoeftes en inclusiviteit. Door rekening te houden met hun beperking
en de visuele ondersteuning heb ik de interview vragen ondersteund met pictogrammen.
Pictogrammen helpen bij het verduidelijken van informatie maakt het hen makkelijker om
hun gedachten en emoties uit te drukken (Oskam & Scheres, 2016). Bij het spel hebben ze de
emoties zelf uitgekozen en deze kunnen koppelen aan de basisemoties. Hierdoor konden ze
uiteindelijk op de vragen reageren en gaven ze hun authentieke reactie.
Het werken met pictogrammen komt in mijn werk dagelijks terug. Door mijzelf neutraal op te
stellen geven cliënten ook sneller toe dat ze pictogrammen nodig hebben of dat ze bepaalde
taken niet begrijpen. Zo maken wij ook gebruik van de stoplicht methode.
Deze cliënt had aangegeven dat ze op het moment van rood niet meer kan lezen en het
moeilijk vindt om het stoplicht te gebruiken als er veel lappen tekst achter staan. Hierom heb
ik samen met haar besloten om het stoplicht aan te passen naar een volledig overzicht met
pictogrammen (bewijsstuk 6: stoplicht methode). Ik laat zien dat ik inclusief te werk kan gaan
en mij kan aanpassen naar de behoeftes van de cliënt in mijn handelen. Ik heb geleerd om aan
te sluiten bij de cliënt en samen een oplossing te bedenken, in plaats van uit te gaan dat
iemand tekst altijd zou moeten begrijpen.
Visie
Mijn visie is als volgt: Met humor en openheid adolescenten de ontwikkelingstaken van hun
leeftijd bijbrengen (bewijsstuk 2: visie presentatie).
Vroeger liep ik zelf al tegen veel problematiek aan, vooral omdat ik me constant zorgen
maakte over alles wat er om me heen speelde. Ik dacht na over wat anderen van me dachten
en waarom ik bepaalde keuzes maakte, waar ik eigenlijk niet volledig achterstond. Op school
werd mij nooit echt verteld wat de puberteit inhoudt, hoe de adolescentie eruitziet en dat
bepaalde keuzes juist heel normaal zijn in deze fase van het leven. Als ik nu terugkijk en denk
aan alles wat ik tijdens mijn opleiding heb geleerd over ontwikkelingstaken per leeftijd, zoals
de theorie van Erikson waarin wordt gekeken naar de verschillende fases in het leven en de
invloed van de buitenwereld (Vroemen, 2024), realiseer ik me dat ik veel minder met mezelf
in de knoop had gezeten als er iemand was geweest die dit op een begrijpelijke en begripvolle
manier had uitgelegd en mij een stem had gegeven. Dit wil ik dan ook voorkomen in mijn
werk als pedagoog.
4