Globalising Cultures
Week 1
Leerdoelen van deze week
• Kennis van en begrip van verschillende definities van globalisering (college)
• Kritisch kunnen nadenken over het ontstaan en de historische ontwikkeling van
globalisering (college & Mintz)
• Globalisering kunnen zien als een relationeel proces (Mintz)
• Dit proces kunnen begrijpen in termen van sterk gepatroneerde en zeer ongelijke
grensoverschrijdende stromen van vele verschillende aard (bijv. mensen, goederen, ideeën)
die ontstaan wanneer ze worden getransformeerd van 'vast' naar 'vloeibaar' (Ritzer)
Lecture 1
Waarom is een cursus over cultuur en globalisering belangrijk? Het is een complex
onderdeel van het dagelijks leven, fundamenteel. Is een erfenis van het kolonialisme. Ook is
het gerelateerd aan de opkomst van het populisme. Wat is de rol van de natiestaat in
globalisering is een belangrijk onderwerp in debatten. De regering van Trump?!?
Wat is globalisatie?
Er zijn verschillende manieren om globalisatie te conceptualiseren.
1. "processen die gepaard gaan met toenemende liquiditeit en groeiende
multidirectionele stromen, evenals de structuren die ze tegenkomen en creëren"
(Ritzer). Stromen kunnen bijvoorbeeld goederen, diensten, mensen, geld, informatie,
blauwdrukken, technologieën, sociale bewegingen... omvatten
Dit is de main-conceptualisatie van George Ritzer, gaat over flows. Het framework is om een
wereld te verbeelden waarin alles stevig (solid) is. Alles gemaakt van steen,
goederen/mensen/ideeën. Dat is hoe je een niet-geglobaliseerde wereld voor je moet zien.
Als je aan globalisatie denkt, moet je aan een wereld denken die op de een of andere
manier begint te stromen, vloeibaar worden. Globalisatie is in deze begrip het idee van de
gemakkelijkheid. Het gemak en de snelheid waarmee dingen kunnen bewegen, mensen
kunnen bewegen. Natuurlijk zijn er veel verschillende manieren. Ideeën bewegen veel
makkelijker. Solid -> Liquid.
Je kan flows dus zien in termen van Solid en Liquid.
Structuren kunnen stromen 'versnellen', maar ze kunnen ook blokkeren. Dergelijke
structuren omvatten:
• Natiestaten. Denk aan Trump die de flows meer solid wil maken.
• Regelgeving
• Kapitalisme. Kan de flows makkelijker maken maar ook als blok werken.
• Netwerken. Sociale netwerken maar flows vaak gemakkelijker.
,•Technologie
•Distance. Hoe verder weg, hoe moeilijker de flow is.
Naast structuren worden wereldwijde stromen ook bepaald door bijvoorbeeld afstand, taal,
technologie, geopolitiek en koloniale veroveringen uit het verleden.
Ritzer onderscheidt vier soorten stromen:
• Onderling verbonden
Hierin komt 1 flow met een andere flow, klinkt abstract. Een voorbeeld van een onderling
verbonden stroom is de migratiestroom, dit komt samen met financiële stromen/geldstroom.
Onderling verbonden gaat van A -> B
• Multidirectioneel
De stromen gaan beide kanten op. Americanization/Buddhism/Yoga/Sushi.
• Conflicterend
Een stroom die tot doel heeft een andere stroom in te dammen of te blokkeren (bijv.
milieuvervuiling, terrorisme)
• Omgekeerd
"Processen die, terwijl ze in één richting stromen, terugwerken op hun bron",
wat resulteert in een tegenstroom (bijv. migratie, outsourcing)
Sommige wetenschappers zijn echter sceptisch over de mate waarin globalisering werkelijk
bestaat. Zij kijken kritisch naar globalisering als stromen. Als je globalisering kritisch bekijkt,
zou je kunnen stellen dat we helemaal niet in een geglobaliseerde wereld leven. Maar dat de
wereld nog steeds behoorlijk lokaal georganiseerd is. Denk aan exportbestemmingen, want
het grootste deel van de export bevindt zich in de buurt. De wereld is niet zo geglobaliseerd,
zeggen de critici.
We denken over bepaalde aspecten dat ze globaal zijn maar als we er kritisch naar kijken
valt dat erg mee. Het gebruik van internet, Whatsapp -> Signal.
,Wat is globalisering?
2. Een langdurig historisch proces van groeiende wereldwijde verwevenheid (Nederveen
Pieterse, 1995) en intensivering van het bewustzijn van de wereld als geheel (Robertson
1992)
Als we kijken naar de tweede definitie: Het feit dat we meer en meer bewust zijn van wat er
gaande is in de wereld, we zijn zo interconnected dat we alles weten, bewust zijn. Het
moment dat er iets gebeurt, een aardbeving in Myanmar, weet de hele wereld het.
Bewustzijn is mogelijk door flows (eerste definitie)
Wat is globalisering?
3. Wereldsysteemtheorie: het proces, voltooid in de twintigste eeuw, waarbij het
kapitalistische wereldsysteem zich over de wereld verspreidt (Wallerstein 1974).
Als we kijken naar de derde definitie: Marxistische hoek. Ziet globalisering als een proces
dat in de 20e eeuw voltooid is en waarbij het kapitalistische wereldsysteem zich over de hele
wereld verspreidt. Die verspreiding begon grotendeels met de opkomst van het kolonialisme,
waarbij westerse landen op zoek waren naar manieren om aan goedkope
arbeidskrachten/slavernij/goedkope grondstoffen, enz. te komen.
Wat is globalisering?
4. Neo-institutionele theorie: de vorming van een wereldsamenleving, bestaande uit naties,
internationale organisaties en bevolkt door burgers met een eigen wereldcultuur (Lechner &
Boli, 2005)
Als we kijken naar de vierde definitie: De kern van globalisering in deze definitie is het
neo-institutionalisme. De kern van globalisering zou het idee zijn dat wat we de afgelopen
twee eeuwen in wezen hebben zien gebeuren, de vorming is van wat we een
wereldsamenleving noemen. Een wereldsamenleving bestaande uit allerlei internationale
organisaties, internationale opvattingen over wat het betekent om een individu/wereldburger
te zijn. Een wereldsamenleving bestaande uit natiestaten die over de hele wereld sterk op
elkaar lijken, wat het betekent om als natie te bestaan. Een voorbeeld is de verspreiding van
allerlei sociale bewegingen, de verspreiding van demonstraties over de crisis in het
Midden-Oosten.
Wat is globalisering?
5. Deterritorialisering: culturele afstand tot de lokale context, bijvoorbeeld door migratie,
mediatisering en commodificatie (Appadurai 1990)
Als we kijken naar de vijfde definitie: zou de nadruk leggen op een soort grens tussen
enerzijds de plaats van de persoon en anderzijds de cultuur. Wij zijn geneigd te denken dat
cultuur verbonden is met de plaats. Je kunt niet meer denken in termen van cultuur en
locatie. De definitie zegt dat cultuur en locatie aparte entiteiten zijn, die niet gedeeld worden.
De Turkse cultuur gaat niet meer over Turkije, overal te vinden.
, Afhankelijk van de definitie die u gebruikt, zal het beginpunt van globalisering variëren
1. Toenemende grensoverschrijdende stromen
2. Langdurig historisch proces van groeiende wereldwijde
verwevenheid en intensivering van het bewustzijn van de
wereld als geheel (Robertson 1992): begin van de geschiedenis
3. Wereldsysteemtheorie: 15e eeuw
Met het moment dat Europa’s schepen naar Amerika/Azië vaarden, op een zeer
gewelddadige manier uitbuiten, slavernij, goedkope arbeid, toenemende winst.
4. Neo-institutionele theorie: 19e eeuw
Op het moment dat deze standaardisatie overeenkomsten op een heel fundamenteel niveau
zich beginnen te verspreiden, worden ze steeds explicieter. 1 meter in parijs.
5. Deterritorialisering: 20e eeuw?
Moeilijk om een concrete datum te noemen
Overzicht van de definities globalisering
1. Toenemende grensoverschrijdende stromen van goederen, diensten, mensen, geld,
informatie en cultuur
2. Een langdurig historisch proces van toenemende wereldwijde verwevenheid (Nederveen
Pieterse, 1995) en intensivering van het bewustzijn van de wereld als geheel (Robertson
1992)
3. Wereldsysteemtheorie: het proces, voltooid in de twintigste eeuw, waarbij het
kapitalistische wereldsysteem zich over de hele wereld verspreidt (Wallerstein 1974).
4. Neo-institutionele theorie: de vorming van een wereldsamenleving, bestaande uit naties,
internationale organisaties en bevolkt door burgers met een aparte wereldcultuur (Lechner &
Boli, 2005)
5. Deterritorialisering: culturele afstand tot de lokale context, bijvoorbeeld door migratie,
mediatisering en commodificatie (Appadurai 1990)
Teksten 1
Tekst 1- Hoofdstuk 8 Time, Sugar and Sweetness (Mintz)
In recentere tijden is er volgens de tekst een hernieuwde antropologische interesse in
voedsel, maar nu met nieuwe invalshoeken. Door zorgen over hulpbronnen en
duurzaamheid is er een trend ontstaan waarin “natuurlijke” en “energiezuinige” voeding
Week 1
Leerdoelen van deze week
• Kennis van en begrip van verschillende definities van globalisering (college)
• Kritisch kunnen nadenken over het ontstaan en de historische ontwikkeling van
globalisering (college & Mintz)
• Globalisering kunnen zien als een relationeel proces (Mintz)
• Dit proces kunnen begrijpen in termen van sterk gepatroneerde en zeer ongelijke
grensoverschrijdende stromen van vele verschillende aard (bijv. mensen, goederen, ideeën)
die ontstaan wanneer ze worden getransformeerd van 'vast' naar 'vloeibaar' (Ritzer)
Lecture 1
Waarom is een cursus over cultuur en globalisering belangrijk? Het is een complex
onderdeel van het dagelijks leven, fundamenteel. Is een erfenis van het kolonialisme. Ook is
het gerelateerd aan de opkomst van het populisme. Wat is de rol van de natiestaat in
globalisering is een belangrijk onderwerp in debatten. De regering van Trump?!?
Wat is globalisatie?
Er zijn verschillende manieren om globalisatie te conceptualiseren.
1. "processen die gepaard gaan met toenemende liquiditeit en groeiende
multidirectionele stromen, evenals de structuren die ze tegenkomen en creëren"
(Ritzer). Stromen kunnen bijvoorbeeld goederen, diensten, mensen, geld, informatie,
blauwdrukken, technologieën, sociale bewegingen... omvatten
Dit is de main-conceptualisatie van George Ritzer, gaat over flows. Het framework is om een
wereld te verbeelden waarin alles stevig (solid) is. Alles gemaakt van steen,
goederen/mensen/ideeën. Dat is hoe je een niet-geglobaliseerde wereld voor je moet zien.
Als je aan globalisatie denkt, moet je aan een wereld denken die op de een of andere
manier begint te stromen, vloeibaar worden. Globalisatie is in deze begrip het idee van de
gemakkelijkheid. Het gemak en de snelheid waarmee dingen kunnen bewegen, mensen
kunnen bewegen. Natuurlijk zijn er veel verschillende manieren. Ideeën bewegen veel
makkelijker. Solid -> Liquid.
Je kan flows dus zien in termen van Solid en Liquid.
Structuren kunnen stromen 'versnellen', maar ze kunnen ook blokkeren. Dergelijke
structuren omvatten:
• Natiestaten. Denk aan Trump die de flows meer solid wil maken.
• Regelgeving
• Kapitalisme. Kan de flows makkelijker maken maar ook als blok werken.
• Netwerken. Sociale netwerken maar flows vaak gemakkelijker.
,•Technologie
•Distance. Hoe verder weg, hoe moeilijker de flow is.
Naast structuren worden wereldwijde stromen ook bepaald door bijvoorbeeld afstand, taal,
technologie, geopolitiek en koloniale veroveringen uit het verleden.
Ritzer onderscheidt vier soorten stromen:
• Onderling verbonden
Hierin komt 1 flow met een andere flow, klinkt abstract. Een voorbeeld van een onderling
verbonden stroom is de migratiestroom, dit komt samen met financiële stromen/geldstroom.
Onderling verbonden gaat van A -> B
• Multidirectioneel
De stromen gaan beide kanten op. Americanization/Buddhism/Yoga/Sushi.
• Conflicterend
Een stroom die tot doel heeft een andere stroom in te dammen of te blokkeren (bijv.
milieuvervuiling, terrorisme)
• Omgekeerd
"Processen die, terwijl ze in één richting stromen, terugwerken op hun bron",
wat resulteert in een tegenstroom (bijv. migratie, outsourcing)
Sommige wetenschappers zijn echter sceptisch over de mate waarin globalisering werkelijk
bestaat. Zij kijken kritisch naar globalisering als stromen. Als je globalisering kritisch bekijkt,
zou je kunnen stellen dat we helemaal niet in een geglobaliseerde wereld leven. Maar dat de
wereld nog steeds behoorlijk lokaal georganiseerd is. Denk aan exportbestemmingen, want
het grootste deel van de export bevindt zich in de buurt. De wereld is niet zo geglobaliseerd,
zeggen de critici.
We denken over bepaalde aspecten dat ze globaal zijn maar als we er kritisch naar kijken
valt dat erg mee. Het gebruik van internet, Whatsapp -> Signal.
,Wat is globalisering?
2. Een langdurig historisch proces van groeiende wereldwijde verwevenheid (Nederveen
Pieterse, 1995) en intensivering van het bewustzijn van de wereld als geheel (Robertson
1992)
Als we kijken naar de tweede definitie: Het feit dat we meer en meer bewust zijn van wat er
gaande is in de wereld, we zijn zo interconnected dat we alles weten, bewust zijn. Het
moment dat er iets gebeurt, een aardbeving in Myanmar, weet de hele wereld het.
Bewustzijn is mogelijk door flows (eerste definitie)
Wat is globalisering?
3. Wereldsysteemtheorie: het proces, voltooid in de twintigste eeuw, waarbij het
kapitalistische wereldsysteem zich over de wereld verspreidt (Wallerstein 1974).
Als we kijken naar de derde definitie: Marxistische hoek. Ziet globalisering als een proces
dat in de 20e eeuw voltooid is en waarbij het kapitalistische wereldsysteem zich over de hele
wereld verspreidt. Die verspreiding begon grotendeels met de opkomst van het kolonialisme,
waarbij westerse landen op zoek waren naar manieren om aan goedkope
arbeidskrachten/slavernij/goedkope grondstoffen, enz. te komen.
Wat is globalisering?
4. Neo-institutionele theorie: de vorming van een wereldsamenleving, bestaande uit naties,
internationale organisaties en bevolkt door burgers met een eigen wereldcultuur (Lechner &
Boli, 2005)
Als we kijken naar de vierde definitie: De kern van globalisering in deze definitie is het
neo-institutionalisme. De kern van globalisering zou het idee zijn dat wat we de afgelopen
twee eeuwen in wezen hebben zien gebeuren, de vorming is van wat we een
wereldsamenleving noemen. Een wereldsamenleving bestaande uit allerlei internationale
organisaties, internationale opvattingen over wat het betekent om een individu/wereldburger
te zijn. Een wereldsamenleving bestaande uit natiestaten die over de hele wereld sterk op
elkaar lijken, wat het betekent om als natie te bestaan. Een voorbeeld is de verspreiding van
allerlei sociale bewegingen, de verspreiding van demonstraties over de crisis in het
Midden-Oosten.
Wat is globalisering?
5. Deterritorialisering: culturele afstand tot de lokale context, bijvoorbeeld door migratie,
mediatisering en commodificatie (Appadurai 1990)
Als we kijken naar de vijfde definitie: zou de nadruk leggen op een soort grens tussen
enerzijds de plaats van de persoon en anderzijds de cultuur. Wij zijn geneigd te denken dat
cultuur verbonden is met de plaats. Je kunt niet meer denken in termen van cultuur en
locatie. De definitie zegt dat cultuur en locatie aparte entiteiten zijn, die niet gedeeld worden.
De Turkse cultuur gaat niet meer over Turkije, overal te vinden.
, Afhankelijk van de definitie die u gebruikt, zal het beginpunt van globalisering variëren
1. Toenemende grensoverschrijdende stromen
2. Langdurig historisch proces van groeiende wereldwijde
verwevenheid en intensivering van het bewustzijn van de
wereld als geheel (Robertson 1992): begin van de geschiedenis
3. Wereldsysteemtheorie: 15e eeuw
Met het moment dat Europa’s schepen naar Amerika/Azië vaarden, op een zeer
gewelddadige manier uitbuiten, slavernij, goedkope arbeid, toenemende winst.
4. Neo-institutionele theorie: 19e eeuw
Op het moment dat deze standaardisatie overeenkomsten op een heel fundamenteel niveau
zich beginnen te verspreiden, worden ze steeds explicieter. 1 meter in parijs.
5. Deterritorialisering: 20e eeuw?
Moeilijk om een concrete datum te noemen
Overzicht van de definities globalisering
1. Toenemende grensoverschrijdende stromen van goederen, diensten, mensen, geld,
informatie en cultuur
2. Een langdurig historisch proces van toenemende wereldwijde verwevenheid (Nederveen
Pieterse, 1995) en intensivering van het bewustzijn van de wereld als geheel (Robertson
1992)
3. Wereldsysteemtheorie: het proces, voltooid in de twintigste eeuw, waarbij het
kapitalistische wereldsysteem zich over de hele wereld verspreidt (Wallerstein 1974).
4. Neo-institutionele theorie: de vorming van een wereldsamenleving, bestaande uit naties,
internationale organisaties en bevolkt door burgers met een aparte wereldcultuur (Lechner &
Boli, 2005)
5. Deterritorialisering: culturele afstand tot de lokale context, bijvoorbeeld door migratie,
mediatisering en commodificatie (Appadurai 1990)
Teksten 1
Tekst 1- Hoofdstuk 8 Time, Sugar and Sweetness (Mintz)
In recentere tijden is er volgens de tekst een hernieuwde antropologische interesse in
voedsel, maar nu met nieuwe invalshoeken. Door zorgen over hulpbronnen en
duurzaamheid is er een trend ontstaan waarin “natuurlijke” en “energiezuinige” voeding