Grondslagen van het Recht – Samenvatting week
5 t/m 8
Week 5 – Rechtsrealisme
Leerdoel 1. Wat zijn de belangrijkste kenmerken van het
rechtsrealisme?
Het rechtsrealisme is een stroming die onderzoekt hoe rechters
in werkelijkheid tot beslissingen komen. Recht is volgens deze
benadering geen vaststaand systeem van regels, maar een
praktijk waarin rechters keuzes maken op basis van
maatschappelijke context en persoonlijke overtuigingen.
Belangrijkste kenmerken:
Law in action vs. law in the books:
Het recht zoals het op papier staat (law in the books)
verschilt van het recht in de praktijk (law in action).
Realisten richten zich vooral op dat laatste.
Recht = beslissingen, niet regels (Jerome Frank):
Rechters zijn actieve makers van recht; het recht bestaat
uit hun beslissingen.
Instrumentele opvatting:
Regels worden gebruikt als middel om tot maatschappelijk
wenselijke uitkomsten te komen.
Effectiviteit en naleving:
De geldigheid van regels hangt af van hun effectiviteit,
niet enkel van formele totstandkoming.
Empirische benadering:
Sociaalwetenschappelijk onderzoek (observatie, data,
psychologie, sociologie) is essentieel om recht te
begrijpen.
Pragmatische wending:
De focus ligt op “wat doet het recht in de praktijk?” in
plaats van “wat zou het recht moeten zijn?”.
, Casusvoorbeeld – Transouderbeschikking:
De wet kent geen mogelijkheid om een vrouw juridisch als
vader te erkennen. De rechter kan dan ofwel de wet strikt
volgen (law in the books), of via interpretatie recht scheppen
(law in action). Dit toont dat recht door rechters actief vorm
krijgt.
Leerdoel 2. Wat houdt een empirisch en kritisch
perspectief op recht in?
Het rechtsrealisme combineert een empirische met een
kritische benadering van het recht.
Empirisch perspectief:
Richt zich op feitelijk gedrag van rechters en de
maatschappelijke werking van recht.
Onderzoekt patronen, zoals de invloed van ideologie,
politieke voorkeur of sociale normen.
Gebruikt sociaalwetenschappelijke methoden (interviews,
statistiek, observatie).
Analyseert de kloof tussen theorie en praktijk (law in
action).
Kritisch perspectief:
Ontmaskert de illusie van neutraliteit: rechterlijke
beslissingen zijn nooit volledig objectief.
Beschouwt recht als instrument van macht: regels worden
gebruikt om maatschappelijke doelen te bereiken.
Waarschuwt voor het klakkeloos vertalen van statistische
aannames in juridische beslissingen.
Casusvoorbeeld – Reaal Schadeverzekeringen (2014-97):
Een verzekeraar berekende een lagere schadevergoeding voor
een meisje, omdat vrouwen “vaker parttime werken”. Het
College voor de Rechten van de Mens oordeelde dat dit
discriminatie was. Empirische aannames moeten dus kritisch
5 t/m 8
Week 5 – Rechtsrealisme
Leerdoel 1. Wat zijn de belangrijkste kenmerken van het
rechtsrealisme?
Het rechtsrealisme is een stroming die onderzoekt hoe rechters
in werkelijkheid tot beslissingen komen. Recht is volgens deze
benadering geen vaststaand systeem van regels, maar een
praktijk waarin rechters keuzes maken op basis van
maatschappelijke context en persoonlijke overtuigingen.
Belangrijkste kenmerken:
Law in action vs. law in the books:
Het recht zoals het op papier staat (law in the books)
verschilt van het recht in de praktijk (law in action).
Realisten richten zich vooral op dat laatste.
Recht = beslissingen, niet regels (Jerome Frank):
Rechters zijn actieve makers van recht; het recht bestaat
uit hun beslissingen.
Instrumentele opvatting:
Regels worden gebruikt als middel om tot maatschappelijk
wenselijke uitkomsten te komen.
Effectiviteit en naleving:
De geldigheid van regels hangt af van hun effectiviteit,
niet enkel van formele totstandkoming.
Empirische benadering:
Sociaalwetenschappelijk onderzoek (observatie, data,
psychologie, sociologie) is essentieel om recht te
begrijpen.
Pragmatische wending:
De focus ligt op “wat doet het recht in de praktijk?” in
plaats van “wat zou het recht moeten zijn?”.
, Casusvoorbeeld – Transouderbeschikking:
De wet kent geen mogelijkheid om een vrouw juridisch als
vader te erkennen. De rechter kan dan ofwel de wet strikt
volgen (law in the books), of via interpretatie recht scheppen
(law in action). Dit toont dat recht door rechters actief vorm
krijgt.
Leerdoel 2. Wat houdt een empirisch en kritisch
perspectief op recht in?
Het rechtsrealisme combineert een empirische met een
kritische benadering van het recht.
Empirisch perspectief:
Richt zich op feitelijk gedrag van rechters en de
maatschappelijke werking van recht.
Onderzoekt patronen, zoals de invloed van ideologie,
politieke voorkeur of sociale normen.
Gebruikt sociaalwetenschappelijke methoden (interviews,
statistiek, observatie).
Analyseert de kloof tussen theorie en praktijk (law in
action).
Kritisch perspectief:
Ontmaskert de illusie van neutraliteit: rechterlijke
beslissingen zijn nooit volledig objectief.
Beschouwt recht als instrument van macht: regels worden
gebruikt om maatschappelijke doelen te bereiken.
Waarschuwt voor het klakkeloos vertalen van statistische
aannames in juridische beslissingen.
Casusvoorbeeld – Reaal Schadeverzekeringen (2014-97):
Een verzekeraar berekende een lagere schadevergoeding voor
een meisje, omdat vrouwen “vaker parttime werken”. Het
College voor de Rechten van de Mens oordeelde dat dit
discriminatie was. Empirische aannames moeten dus kritisch