Financieel Management
Samenvatti ng kwarti el 1.1
Hoofdstuk 1 ondernemingen en hun functie in de
economie
§1.4 Rechtsvormen van een onderneming
Een onderneming heeft een rechtsvorm. De in Nederland meest voorkomende rechtsvormen zijn:
Eenmanszaak.
Vennootschap onder firma (V.o.f.), bij handel of productie. Maatschap bij vrije beroepen.
Besloten Vennootschap (B.V.).
Naamloze vennootschap (N.V.).
Door de keuze van de rechtsvorm wordt vastgelegd hoe de juridische relaties binnen de
onderneming en tussen de onderneming en de buitenwereld in elkaar zitten.
Rechtsvormen kunnen we onderscheiden in:
ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid (bv de eenmanszaak, de V.o.f. en de
maatschap),
ondernemingen met rechtspersoonlijkheid (bv de B.V. en de N.V.).
Als de onderneming zelf rechtspersoon is wordt zij zelf beschouwd als partij in juridische
overeenkomsten. De B.V. kan bv zelf geld lenen, personeel aannemen en een verkoopovereenkomst
sluiten.
Belastingregels 2019 (document wordt ook bij tentamen verstrekt):
1. Inkomstenbelasting (IB) bij geen rechtspersoon (ondernemingen zonder
rechtspersoonlijkheid).
Inkomstenbelasting box 1 over winst
Inkomstenbelasting box 3 over belastbaar inkomen uit sparen en beleggen
Min de heffingskortingen
Inkomstenbelasting box 1 over winst
Winst (opbrengst – kosten)
+ Bijtellingen
- Aftrekposten
Winst voor winstvrijstelling
- MKB winstvrijstelling
Belastbare winst (gaat naar box 1)
↓
Te betalen belasting volgens box 1
Bepalen belastbare winst:
Bijtellingen:
Bijtelling niet aftrekbare kosten: 20% van de zakelijke kosten van voedsel, drank etc.,
maximaal € 4.500
Bijtelling privé gebruik auto van de zaak, berekenen over cataloguswaarde
Bijtelling afhankelijk van CO2-uitstoot (in gr/km)
Uitstoot
0 gr/km (1) 4% bijtelling
, > 0 gr/km 22% bijtelling
(1) Voor nieuwe auto’s met nulemissie die niet op waterstof rijden (bv op elektriciteit), geldt
de 4% bijtelling slechts tot een cataloguswaarde van € 50.000. Daarboven 22% bijtelling.
Aftrekposten:
Zelfstandigenaftrek: € 7.280
Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek
Bij investering meer Maar niet meer Bedraagt de aftrek
dan dan
€0 € 2.300 €0
€ 2.300 € 57.321 28% van investeringsbedrag
€ 57.321 € 106.150 € 16.051
€ 106.150 € 318.449 € 16.051 – 7,56% van (investeringsbedrag - €
106.150)
€ 318.449 €0
MKB winstvrijstelling: 14% van de winst na bijtellingen en aftrekposten
Bepalen te betalen belasting volgens box 1, over belastbare winst (b.w.):
b.w. meer dan b.w. tm Bedraagt de te betalen belasting
€0 € 20.384 36,65% van b.w. 36,65% van € 20.384 = € 7.471
€ 20.384 € 68.507 € 7.471 + 38,1% van (b.w. – 20.384) 7.471 + 38,1% van (€ 68.507 – € 20.384)
=
€ 25.806
€ 68.507 € 25.806 + 51,75% van (b.w. –
68.507)
(IB) Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen:
Berekenen over het veronderstelde rendement op het belastbaar vermogen (b.v.) op 1 januari van
het jaar.
Belastbaar vermogen = Vermogen - Heffingsvrij vermogen
Het heffingsvrij vermogen bedraagt € 30.360
Belastbaar vermogen Verondersteld rendement
Tm € 71.650 1,94% van b.v. 1,94% van € 71.650 = € 1.390
Vanaf € 71.651 tm € 989.736 € 1.390 + 4,45% van (b.v. – 71.650) 1.390 + 4,45% van (€ 989.736 - €
71.650 =
€ 42.245
Vanaf € 989.737 € 42.245 + 5,6% van (b.v. – 989.736)
Te betalen belasting in box3: (tarief) 30% van verondersteld rendement
Heffingskortingen.
Iedereen heeft recht op heffingskortingen, hierdoor minder belasting te betalen.
Arbeidskorting over arbeidsinkomen (a.i.): over winst (niet rechtspersoon) of loon (wel
rechtspersoon):
a.i. meer dan a.i. tot en met Bedraagt de aftrek
€0 € 9.694 1,754% van a.i.
€ 9.694 € 20.940 € 170 + 28,712% van (a.i. – 9.694)
€ 20.940 € 34.060 € 3.399
€ 34.060 € 90.710 € 3.399 – 6% van (a.i. - € 34.060)
€ 90.710 €0
Samenvatti ng kwarti el 1.1
Hoofdstuk 1 ondernemingen en hun functie in de
economie
§1.4 Rechtsvormen van een onderneming
Een onderneming heeft een rechtsvorm. De in Nederland meest voorkomende rechtsvormen zijn:
Eenmanszaak.
Vennootschap onder firma (V.o.f.), bij handel of productie. Maatschap bij vrije beroepen.
Besloten Vennootschap (B.V.).
Naamloze vennootschap (N.V.).
Door de keuze van de rechtsvorm wordt vastgelegd hoe de juridische relaties binnen de
onderneming en tussen de onderneming en de buitenwereld in elkaar zitten.
Rechtsvormen kunnen we onderscheiden in:
ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid (bv de eenmanszaak, de V.o.f. en de
maatschap),
ondernemingen met rechtspersoonlijkheid (bv de B.V. en de N.V.).
Als de onderneming zelf rechtspersoon is wordt zij zelf beschouwd als partij in juridische
overeenkomsten. De B.V. kan bv zelf geld lenen, personeel aannemen en een verkoopovereenkomst
sluiten.
Belastingregels 2019 (document wordt ook bij tentamen verstrekt):
1. Inkomstenbelasting (IB) bij geen rechtspersoon (ondernemingen zonder
rechtspersoonlijkheid).
Inkomstenbelasting box 1 over winst
Inkomstenbelasting box 3 over belastbaar inkomen uit sparen en beleggen
Min de heffingskortingen
Inkomstenbelasting box 1 over winst
Winst (opbrengst – kosten)
+ Bijtellingen
- Aftrekposten
Winst voor winstvrijstelling
- MKB winstvrijstelling
Belastbare winst (gaat naar box 1)
↓
Te betalen belasting volgens box 1
Bepalen belastbare winst:
Bijtellingen:
Bijtelling niet aftrekbare kosten: 20% van de zakelijke kosten van voedsel, drank etc.,
maximaal € 4.500
Bijtelling privé gebruik auto van de zaak, berekenen over cataloguswaarde
Bijtelling afhankelijk van CO2-uitstoot (in gr/km)
Uitstoot
0 gr/km (1) 4% bijtelling
, > 0 gr/km 22% bijtelling
(1) Voor nieuwe auto’s met nulemissie die niet op waterstof rijden (bv op elektriciteit), geldt
de 4% bijtelling slechts tot een cataloguswaarde van € 50.000. Daarboven 22% bijtelling.
Aftrekposten:
Zelfstandigenaftrek: € 7.280
Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek
Bij investering meer Maar niet meer Bedraagt de aftrek
dan dan
€0 € 2.300 €0
€ 2.300 € 57.321 28% van investeringsbedrag
€ 57.321 € 106.150 € 16.051
€ 106.150 € 318.449 € 16.051 – 7,56% van (investeringsbedrag - €
106.150)
€ 318.449 €0
MKB winstvrijstelling: 14% van de winst na bijtellingen en aftrekposten
Bepalen te betalen belasting volgens box 1, over belastbare winst (b.w.):
b.w. meer dan b.w. tm Bedraagt de te betalen belasting
€0 € 20.384 36,65% van b.w. 36,65% van € 20.384 = € 7.471
€ 20.384 € 68.507 € 7.471 + 38,1% van (b.w. – 20.384) 7.471 + 38,1% van (€ 68.507 – € 20.384)
=
€ 25.806
€ 68.507 € 25.806 + 51,75% van (b.w. –
68.507)
(IB) Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen:
Berekenen over het veronderstelde rendement op het belastbaar vermogen (b.v.) op 1 januari van
het jaar.
Belastbaar vermogen = Vermogen - Heffingsvrij vermogen
Het heffingsvrij vermogen bedraagt € 30.360
Belastbaar vermogen Verondersteld rendement
Tm € 71.650 1,94% van b.v. 1,94% van € 71.650 = € 1.390
Vanaf € 71.651 tm € 989.736 € 1.390 + 4,45% van (b.v. – 71.650) 1.390 + 4,45% van (€ 989.736 - €
71.650 =
€ 42.245
Vanaf € 989.737 € 42.245 + 5,6% van (b.v. – 989.736)
Te betalen belasting in box3: (tarief) 30% van verondersteld rendement
Heffingskortingen.
Iedereen heeft recht op heffingskortingen, hierdoor minder belasting te betalen.
Arbeidskorting over arbeidsinkomen (a.i.): over winst (niet rechtspersoon) of loon (wel
rechtspersoon):
a.i. meer dan a.i. tot en met Bedraagt de aftrek
€0 € 9.694 1,754% van a.i.
€ 9.694 € 20.940 € 170 + 28,712% van (a.i. – 9.694)
€ 20.940 € 34.060 € 3.399
€ 34.060 € 90.710 € 3.399 – 6% van (a.i. - € 34.060)
€ 90.710 €0