100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Uitwerking 32 stellingen Sociale Welvaart

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
18
Geüpload op
08-10-2025
Geschreven in
2023/2024

Een uitwerking van bijna alle 38 stellingen van Sociale Welvaart van het studiejaar 2023/2024. Er zijn een paar stellingen die ik niet heb uitgewerkt. Ik had een 7,5 op het tentamen.











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
8 oktober 2025
Aantal pagina's
18
Geschreven in
2023/2024
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Sociale welvaart stellingen

1. Becommentarieer de volgende stelling: De “duurzaamheid” (sustainability) van onze welvaart
hangt af van de mate waarin ons huidige niveau van welvaart verenigbaar is met het
doorgeven van zodanig grote kapitaalvoorraden aan volgende genera es, dat zij ook
eenzelfde welvaartsniveau kunnen genieten.
De welvaart wordt voorgebracht door allerlei hulpbronnen, zelfs door alterna eve aanwenbare
hulpbronnen in te ze en. Van deze hulpbronnen hebben we vaak voorraden. We hebben dus
kapitaalsvoorraden die we aanleggen of die er zijn, die we benu en om onze welvaart te creëren. De
vraag is of het huidige niveau van onze welvaart houdbaar is. Pu en wij die kapitaalsbronnen uit en
kunnen wij er op dit moment nog van pro teren en geven we ze in een slechte staat door aan de
volgende genera es? Als dat zo is dan kunnen genera es na ons niet ons niveau van welvaart
handhaven, want wij hebben die kapitaalbronnen uitgeput. En door dit uitpu en blijven de volgende
genera es met minder hulpbronnen achter, en dit zal voor hen voor een reduc e van welvaart
betekenen. Zij kunnen hetzelfde niveau niet volhouden. Dan is ons huidige welvaartsniveau niet
houdbaar.
Capital approach to sustainability. à verwijst naar een benadering van duurzaamheid die zich richt op
het behoud en de verstandige benu ng van verschillende vormen van kapitaal, in plaats van alleen
te focussen op economisch kapitaal.

Als we de kapitaalbronnen in goede staat doorgeven aan de nieuwe genera e kunnen zij op hetzelfde
of misschien zelfs op een hoger niveau func oneren. Dan is ons huidige welvaartsniveau wel
houdbaar. Het kapitaalsbegrip kan je breed opva en. Fysiek, dragen we machines en gebouwen in
goede staat over. Natuurlijk kapitaal, als we die grenzen van de capaciteit van de natuur om de
sto en te absorberen overschrijden, vernie gen we dat natuurlijk kapitaal. En dus de brandsto en
zelf die we opmaken. Natuurlijke hulpbron zodanig uitgeput dat we het welvaartsniveau niet meer
kunnen handhaven. Menselijk en sociaal kapitaal zijn ook voorraden kapitaal die we moeten
onderhouden. Menselijk kapitaal, kennis en vaardigheden. Veel hiervan doen we op in formeel
onderwijs, dit wordt in veel Westerse landen publiek geïnvesteerd. Als we hier steeds minder in
investeren, investeren we dus ook minder in de opleiding van de toekoms ge genera es. Waardoor
de volgende genera es het menselijk kapitaal ontberen om op hetzelfde niveau van welvaart te
func oneren als wij. Sociaal kapitaal kunnen we ook uitpu en, dit bestaat uit de sociale netwerken
die er onderling zijn. Dit is belangrijk voor samenwerking, terugvallen op mensen , sociale inbedding,
individuele uitkomsten en groepsuitkomsten, veiligheid van buurten. Bijvoorbeeld wanneer het BBP
moet worden verhoogd en de arbeidsmarkt zo goed mogelijk werkt en exibel is. Mensen bouwen
minder gemeenschapsrela es op. Shadow of the future. Verminderd sociaal kapitaal.
Shadow of the future: hoe de verwach ngen of projec es van de toekomst invloed hebben op
beslissingen en gedragingen in het heden.

2. Becommentarieer de volgende stelling: de GPI is op een aantal belangrijke punten een betere
welvaartsindicator dan het BBP, of GDP.
Ja, dat klopt. Het BBP laat het na onaal inkomen van een land zien. Echter hee het BBP een aantal
tekortkomingen. Veel van deze tekortkomingen gaan over het gebrek aan di eren a e tussen de
kosten en de baten van economische groei. Het GPI pakt deze problemen aan. Het GPI is een index
die de kwaliteit van de economische ac viteit beoordeelt, waar het BBP slechts kijkt naar de
welvaart. Het GPI is een lineaire vergelijking waarin zeven baten en ach en kosten samenkomen in
één maatstaf voor economische welvaart. De kosten en baten worden gegroepeerd in economische,
sociale en ecologische componenten. Deze componenten worden weerspiegeld in monetaire termen,
waardoor vergelijking makkelijker is.
Hieronder wordt aan de hand van een aantal voorbeelden beargumenteerd waarom het GPI op een
aantal belangrijke punten een betere welvaartsindicator is dan het BBP.

,Ten eerste worden bij het BBP defensive expenditures meegeteld, terwijl ze slechts worden gedaan
om nega eve externaliteiten op te vangen. Defensive expenditures zijn aci viteiten die niet direct
bronnen van nut zijn, maar die noodzakelijke input zijn voor ac viteiten die wel nut kunnen
opleveren (bijvoorbeeld kosten voor woon-werkverkeer). Dit zijn dus eigenlijk intermediaire
leveringen die niet direct voordeel opleveren. Het GPI maakt onderscheid in verschillende soorten
kosten, waardoor defensive expenditures beter kunnen worden begrepen in de index en niet als
directe kosten worden meegeteld.

Ten tweede is het BBP zuiver individualis sch. Posi eve en nega eve externaliteiten worden niet
meegewogen, terwijl deze wel degelijk invloed kunnen hebben op de welvaart. Bijvoorbeeld
geluidsoverlast van Schiphol die leidt tot slaaptekort bij bewoners in de omgeving. Het GPI biedt de
mogelijkheid om deze externaliteiten wel te laten meewegen.

Een ander voorbeeld is de non-market goods. Het BBP telt goederen waarvoor geen ‘marktprijs
bestaat’ niet mee, zoals het huishouden. Het huishouden wordt gezien als informele produc e wat
niet op de markt wordt verhandeld. Het komt daarom niet in het BBP te staan, terwijl het wel waarde
creëert. Bij het GPI wordt er wèl waarde toegekend aan non-market goods, en worden deze ingevuld
in de index.

Ook wordt in het BBP de waarde van vrije jd genegeerd. Vrije jd wordt gezien als waarde die
ervoor zorgt dat de welvaart s jgt. Echter houdt het BBP geen rekening met deze waarde. Het GPI
houdt daarentegen wel rekening met de waarde van vrije jd ten opzichte van arbeid.

3. ???

4. Becommentarieer de volgende stelling: grotere sociaaleconomische ongelijkheid verlaagt de
sociale welvaart.
Er zijn verschillende argumenten die onderbouwen dat een grotere sociaaleconomische ongelijkheid
de sociale welvaart verlaagt. Een voorbeeld hiervan is de mate van sociaal kapitaal die een individu of
een groep mensen tot beschikking hee . Putnam schrij in zijn boek dat groepen in de samenleving
uit elkaar drijven op basis van de hoeveelheid sociaal kapitaal die ze hebben. Op die manier ontstaat
er een grote kloof tussen mensen die over veel sociaal kapitaal beschikken en groepen die over
minder sociaal kapitaal beschikken. Groepen die over veel sociaal kapitaal beschikken hebben vaak
een groter nancieel vermogen, een groot en divers sociaal netwerk en wonen in een welvarende
wijk met veel welvarenden om zich heen. Groepen die over weinig sociaal kapitaal beschikken
hebben vaak weinig nancieel vermogen, een klein sociaal netwerk en ze wonen gesegregeerd van
de rijkere mensen in een homogene buurt. Er is dus sprake van een grote sociaaleconomische
ongelijkheid. Bij sociaal kapitaal is er sprake van een spillover e ect: de welvaart s jgt wanneer
mensen in een omgeving zit waar veel sociaal kapitaal is. Daarmee zou je ook kunnen stellen dat de
welvaart daalt wanneer men in een omgeving zit waar weinig sociaal kapitaal zit. De mate van sociaal
kapitaal hee dus invloed op de sociaaleconomische ongelijkheid, wat de sociale welvaart verlaagt.

De meritocracy trap is een ander argument voor de stelling dat grotere sociaaleconomische
ongelijkheid de sociale welvaart verlaagt. Meritocra sering houdt in dat beloningen zijn gebaseerd
op persoonlijke verdienste, en niet op waar je vandaan komt. Het concept van meritocra sering zou
er dus juist voor moeten zorgen dat iedereen gelijk is. Het wordt gebruikt als bestrijding van de macht
van “oud geld”. Echter werkt dit als een val. Door meritocra sering neemt de onderwijscompe e
toe en de rijke mensen doen er alles aan om hun kinderen klaar te stomen voor het leven in de
hogere sfeer. Dit veeleisende en compe eve onderwijs leidt ertoe dat arme mensen hun kinderen
niet naar dit onderwijs kunnen sturen. Hierdoor s jgt de ongelijkheid in status tussen klassen. Ook
ontstaat er een polariserende arbeidsmarkt. De arbeidsmarkt valt uiteen in ‘glossy jobs’ en ‘gloomy
jobs’. ‘Glossy jobs’ zijn banen die hoogopeleide mensen vereisen, waarbij je veel afwisseling hebt en
gemakkelijk thuis kan werken. ‘Gloomy jobs’ zijn banen waarbij mensen weinig verantwoordelijkheid

, hebben, veel toezicht hebben en moeten werken volgens protocollen. De middenklasse met de
‘middenbanen’ verdwijnen. Deze mensen vallen eruit en ze kunnen nooit meer opklimmen.
Het maatschappelijke gevolg van de meritocracy trap is een meritocra sche kloof. De middenklasse
en de elite leven gescheiden. De middenklasse hee het gevoel dat ze hebben gefaald en schrij dat
aan zichzelf toe. De sociale welvaart onder de middenklasse daalt.

Er zijn echter ook argumenten tegen de stelling dat grotere sociaaleconomische ongelijkheid de
sociale welvaart verlaagt. Een voorbeeld hiervan is de Urban Poverty Paradox. Deze stelt dat hoe
succesvoller een stad is in het verbeteren van de levensomstandigheden voor de armen, hoe meer
armen er wonen. Want het is een goede plek om arm te zijn. Dit is een paradox, omdat je zou denken
dat hoe meer armen er in een stad wonen, hoe slechter de levensomstandigheden zijn. Stedelijke
armoede is een teken van kracht voor de stad, onder de voorwaarde dat de stad een roltrapfunc e
hee : mensen moeten kunnen klimmen op de sociale ladder (sociale mobiliteit). Doordat arme
mensen kunnen klimmen op de sociale ladder, leidt dit tot sociale welvaart. Deze paradox laat zien
dat grotere sociaaleconomische ongelijkheid de sociale welvaart niet verlaagt, maar juist verhoogt!

5. Dashboards van welvaartsindicatoren proberen een balans te vinden tussen geaggregeerde
indicatoren en volkomen individualis sche welvaartscriteria als pareto-e ciën e. Leg uit
waarom, vanuit sociale welvaarstsperspec ef, het vinden van deze balans belangrijk is.
Zodat er niet alleen welvaart, maar ook economische ac viteit wordt gemeten. Ze meten ook
verschillende ‘kosten’ en ze vullen ook waarden in als gegevens ontbreken, zoals goederen die niet op
de markt worden verhandeld.

6. Becommentarieer de volgende stelling: wanneer men pareto-e ciën e als welvaartscriterium
hanteert impliceert dat dat men geen overheidsingrijpen in de samenleving toestaat.


7. Omschrijf het aggrega eprobleem. Leg vervolgens uit hoe dit probleem zich manifesteert bij
welvaartsuitspraken gebaseerd op het BBP, op het pareto-e ciën ecriterium en bij
aggrega e via groepsbeslissingen. Zeg dan nog kort iets over de stelling: “het
aggrega eprobleem maakt uitspraken over sociale welvaart op groepsniveau inhoudsloos.”
Het aggrega eprobleem gaat over de vraag hoe je individuele welvaart vertaalt naar welvaart van
groepen mensen. Het is in theorie mogelijk, maar in de prak jk is het bezwaarlijk. Het is las g om iets
te zeggen over de welvaart van een hele groep mensen, omdat de welvaart per deelgroep of per
persoon heel sterk kan verschillen. De gemiddelde welvaart van een groep of land is slechts een
gemiddelde en gee vaak een vertekend beeld van hoe het echt is gesteld met de welvaart van een
groep of land.

Bij het BBP uit dit probleem zich dat het BBP niks zegt over de verdeling, terwijl de verdeling heel
relevant is voor de welvaart. Het is slechts één getal voor de hele samenleving. De me ngen van het
inkomen per persoon laten niet zien hoe de beschikbare middelen over personen of huishoudens
verdeeld zijn. Bijvoorbeeld als de welvaart gemiddeld erg goed is in een land, dan hebben arme
mensen daar niet veel aan, omdat voor hun individueel de welvaart niet goed is. Ongelijkheid is heel
belangrijk!!

Bij het pareto-e ciën ecriterium is dit hetzelfde probleem. Deze houdt ook geen rekening met de
verdeling. Er zal al jd een deel zijn dat er in welvaart op vooruit gaat, en een bepaald deel wat erop
achteruit gaat. Daarbij is het pareto-e ciën ecriterium volkomen individualis sch, dus er wordt geen
rekening gehouden met de welvaart op groepsniveau.

Bij groepsbeslissingen uit het probleem zich doordat groepsleden verschillen in hun voorkeuren met
betrekking tot verschillende toestanden. Bijvoorbeeld over inkomensverdeling of de wetgeving. Hoe
kunnen we al die verschillende voorkeuren aggregeren tot een uitspraak over de hele groep? Als een
groep gezamenlijk een beslissing moet nemen, dan is het de vraag hoe je dat doet.
€5,46
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
mandydijk
3,0
(1)

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
mandydijk Hanzehogeschool Groningen
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
9
Lid sinds
8 jaar
Aantal volgers
5
Documenten
4
Laatst verkocht
1 week geleden

3,0

1 beoordelingen

5
0
4
0
3
1
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen