Landschap als systeem
Bos als dynamisch systeem = ecosysteem (gebied waarin levende en niet-levende elementen
met elkaar samenhangen)
Verschillende stromen houden het ecosysteem in stand; stromen van:
- Water
- Energie
- Voedingsstoffen
Ecosystemen kunnen jarenlang in stand blijven. Dit komt doordat er sprake is van een
dynamisch systeem.
Voedingsstoffen in bijvoorbeeld een bos worden continu gerecycled. De volgende processen
zorgen daarvoor:
1) Fotosynthese
Fotosynthese = zonlicht, water en voedingsstoffen vormen nieuw organisch
materiaal (+ opname van CO2 en productie van zuurstof)
2) Vorming van organisch afval
In de herfst laten de bomen het blad vallen. Dit organisch materiaal hoopt zich op
rondom de boom.
3) Mineralisatie en humusvorming
Bacteriën en schimmels starten de afbraak van het organisch materiaal. Hierdoor
ontstaan er voedingsstoffen.
a) Mineralisatie: het organisch materiaal wordt afgebroken en er ontstaan
voedingsstoffen (stikstof, calcium, etc.) en er komt CO2 vrij.
b) Humificatie: wanneer het organisch materiaal maar gedeeltelijk wordt
afgebroken ontstaat er een humuslaag in de bodem
Humuslaag: een vaak zwarte laag in de bodem met veel oude plantenresten,
waardoor nieuwe planten er goed groeien. Een humuslaag bevat dus veel
voedingsstoffen.
Als de planten deze voedingsstoffen niet direct opnemen vindt er uitspoeling plaats
(= het infiltrerende regenwater neemt voedingsstoffen mee en zet die af op grote
diepte)
4) Verwering
Verwering zorgt voor het vrijkomen van de voedingstoffen.
Er zijn twee soorten/vormen van verwering:
1) Mechanische/fysische verwering = vast gesteente verbrokkelt tot kleinere
stukjes puin
2) Chemische verwering = het gesteente valt uiteen door oplossing met water
Het grote verschil tussen beide is: bij FV blijft het gesteente hetzelfde en bij CV
verandert het gesteente van samenstelling
1
, Welke generalisaties bestaan er tussen het klimaat en de vorm van verwering?
- Mechanische/fysische verwering verloopt sneller als:
o De temperatuur sterk wisselt
o De temperatuur regelmatig de 0 graden passeert
o Het gesteente blootligt
- Chemische verwering verloopt sneller als:
o De temperatuur hoog is
o De vochtigheid hoog is
o Het gesteente bedekt is
5) Neerslag en grondwater
de voedingsstoffen kunnen het bos verlaten doordat regenwater de stoffen afvoert.
Dit noemen we uitspoelen (= het verdwijnen van de voedingsstoffen door het
infiltrerend regenwater)
Bij elk bos komen in principe dezelfde kringloopprocessen voor, maar er zijn wel regionale
variaties door:
1) Reliëf
2) Lengte groeiseizoen
De geofactoren (=de onderdelen van een landschap die op elkaar inwerken en die samen die
processen aan en het uiterlijk van het landschap bepalen) vormen samen het (bos)-
ecosysteem.
Er zijn 3 hoofdfactoren:
1) Ondergrond
2) Klimaat
3) De mens
Er zijn 5 subfactoren:
1) Flora
2) Fauna
3) Bodem
4) Water
5) Lucht
In dit ecosysteem ‘hangt alles met elkaar samen’; verandert er 1 factor dan verandert het
hele systeem. Een voorbeeld hiervan is het Aralmeer.
Hieronder staan de hoofdgeofactoren en subgeofactoren aangegeven. Geef met behulp van
het artikel aan water aan deze factor is veranderend waardoor het Aralmeer kon opdrogen
of wat de gevolgen hiervan per geofactor zijn.
- Hoofdfactoren:
o Ondergrond: verzilting
o Klimaat: minder waterdamp in de lucht, minder neerslag
o De mens: onttrekken water aan meer, afname visserij
2
, - Subfactoren:
o Flora: afname biodiversiteit
o Fauna: afname biodiversiteit
o Bodem: verzilting
o Water: neemt af
o Lucht: minder waterdamp in de lucht, afname neerslag
___________________________________________________________________________
Landschapszones I
Omdat de klimaten verschillen, werken de geofactoren anders op elkaar in en ontstaan de
landschapszones (= een groot natuurlijk gebied waarvan de aard wordt bepaald door de
combinatie van de geofactoren)
Landschapszones ontstaan dus door verschillen in:
- Klimaat
- Vegetatie
- Ondergrond
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen 6 landschapszones:
Naam landschapszone Letter hoofdklimaat Köppen
Tropische zone A
Aride zone B
Subtropische zone C
Gematigde zone C
Boreale zone D
Polaire zone E
1: Tropische zone
Klimaat: Af/ As/ Aw
Vegetatie:
- Tropisch regenwoud
3