Omzetbelasting
- Omzetbelasting: algemene verbruiksbelasting artikel 1 lid 2 Richtlijn
- BTW systeem: belasting over toegevoegde waarde met aftrek voorbelasting
- Systeem normaal
- Ondernemer A brengt Xa in rekening aan B en voldoet Xa aan fiscus (10)
- Ondernemer B brengt Xb in rekening aan C en voldoet Xb - Xa (20-10: 10)
- Ondernemer C brengt Xc in rekening aan consument en voldoet Xc - Xb (30-20: 10)
- Juridische neutraliteit: belasting consument evenredig aan gefractioneerde betaling
- Dus Xc is evenredig aan gefractioneerde betalingen binnen de keten
- Want 30 is evenredig aan 3 x 10
- Gefractioneerde betaling: iedere ondernemer binnen keten betaalt deel OB fiscus
- Voordeel: verspreiding van betalingsrisico
- Systeem met vrijstellingen
- Ondernemer A brengt Xa in rekening aan B en voldoet Xa aan fiscus (10)
- Ondernemer B brengt 0 in rekening aan C en voldoet 0 want vrijstelling (0)
- Ondernemer C brengt Xc in rekening aan consument en voldoet Xc (30)
- Inbreuk op juridische neutraliteit door vrijstelling in keten
- Paradox van de BTW is hogere belasting door vrijstelling: change breaking effect
- Xc is lager dan gefractioneerde betalingen binnen de keten
- Want 30 is lager dan gefractioneerde betalingen van 10 en 30
- Oorzaak is dat B Xa niet kan aftrekken en C geen aftrek Xb heeft
- Systeem met een verlaagd tarief
- Ondernemer A brengt Xa in rekening aan B en voldoet Xa aan fiscus (10)
- Ondernemer B brengt Xb in rekening aan C en voldoet Xb - Xa (20-10: 10)
- Ondernemer C brengt Xc in rekening aan consument en voldoet Xc - Xb (15-20: -5)
- Juridische neutraliteit
- BTW consument van 15 is evenredig aan gefractioneerde 10 + 10 - 5
- Inhaaleffect: het algemene tarief wordt ingehaald door laatste schakel
- Breuk met BTW systeem door aftrek voorbelasting
- Kenmerken
- Rechtvaardiging: het is economisch gezien efficiënt en niet lastig
- Algemene verbruiksbelasting: ALLE consumptie van consument wordt getroffen
- Indirecte verbruiksbelasting: heffing bij ondernemers die verbruik mogelijk maken
- Externe neutraliteit: heffen bij invoer en ontheffing bij uitvoer
- Economische neutraliteit: geldt voor iedereen dus geen concurrentieverstoring
- Objectief: ieder gelijk
- Fiscale illusie: onbekendheid hoeveel BTW jaarlijks wordt betaald
- Theorie
- Objectieve vrijstellingen: object (prestatie) wordt vrijgesteld
- Geen subjectieve vrijstelling want verstoring concurrentie dus neutraliteit
- Subjectieve maatstaf: werkelijke consumptieve uitgaven worden belast
- Geen objectieve maatstaf want maatstaf wordt niet zakelijk gemaakt
- Objectieve als te lage waarde wegens vrijstelling pro rata of geen aftrek
- VAT gap: verschil theoretische- en werkelijke BTW opbrengst (misbruik en innen)
- Uniebegrippen: harmonisatie EU voor fiscale neutraliteit dus concurrentie
, - Europese harmonisatie
- Wet OB is gebaseerd op BTW richtlijn artikel 288 VWEU en 414 RL
- Richtlijn is gericht tot lidstaten en heeft bindende kracht tav het resultaat
- Richtlijnconforme uitleg van de wet dus kameleon effect
- Nijmeegse vierdaagse > sportbeoefening is accommodatie (openbare weg)
- Vluchtelingenwerk > ondernemer in wet is hetzelfde als in richtlijn
- Rechtstreekse werking: beroep op richtlijn door burger als wet apert strijdig
- Omzettingstermijn verstreken of niet juist omgezet door lidstaat
- Hof van Justitie
- Prejudiciële vragen 267 VWEU
- Plicht hoogste nationale rechter en lagere rechter mogen
- Cilfit > mag niet bij Acte Clair (duidelijk) en Acte Eclaire (eerder)
- Inbreukprocedures 258 VWEU
- Door EU commissie tegen lidstaat bij niet naleven EU wetgeving
- Belang OB: harmoniseren wegens interne markt EU / EU-bijdrage obv OB
- Belastbare feiten 1 OB
- Sub a: levering van goederen en diensten
- Sub b: intracommunautaire verwervingen van goederen
- Vanuit EU-staat
- Drempel voor vrijgestelde ondernemers van 10.000 in 1a lid 2 OB (2 jr)
- Sub c: intracommunautaire verwervingen van nieuwe vervoermiddelen
- Vanuit EU-staat / ook door consumenten !
- Sub d: invoer van goederen
- Vanuit derde-staat
- Belastingplichtige ondernemer 7 OB jo. 9 RL (WIE)
- Ieder (OB)
- Personen / stichting / coöperatie / BV / NV / buitenlandse RP / geen RP
- Samenwerkingsverband: bij duurzame samenwerking en als één optreden
- Heerma > vennoot, maat of houder aan eigen presteert dan ondernemer !
- Die zelfstandig (OB)
- Niet werknemer in loondienst 10 RL dus voor eigen rekening en risico
- Wel notaris / commissaris / toezichthouder maar Steen > niet DGA
- Een economische activiteit
- Rompelman > OF intentie economische activiteit met objectieve factoren
- Aanvang vanaf eerste investeringshandelingen
- Fini > Einde bij de laatste afwikkelingshandeling dus einde huur-ovk
- Altijd gescheiden privé- en ondernemingsvermogen !
- Dus BV ondernemer voor verhuur OG maar niet houden effecten
- Bedrijf en beroep
- Streven naar opbrengst maar hoeft geen winststreven
- HongKong > geen opbrengst bij gratis prestaties dus geen 7 OB
- Professionele bezigheid dus op markt opereren
- Niet zuivere hobby of normaal vermogensbeheer
- Regelmaat
- Omzetbelasting: algemene verbruiksbelasting artikel 1 lid 2 Richtlijn
- BTW systeem: belasting over toegevoegde waarde met aftrek voorbelasting
- Systeem normaal
- Ondernemer A brengt Xa in rekening aan B en voldoet Xa aan fiscus (10)
- Ondernemer B brengt Xb in rekening aan C en voldoet Xb - Xa (20-10: 10)
- Ondernemer C brengt Xc in rekening aan consument en voldoet Xc - Xb (30-20: 10)
- Juridische neutraliteit: belasting consument evenredig aan gefractioneerde betaling
- Dus Xc is evenredig aan gefractioneerde betalingen binnen de keten
- Want 30 is evenredig aan 3 x 10
- Gefractioneerde betaling: iedere ondernemer binnen keten betaalt deel OB fiscus
- Voordeel: verspreiding van betalingsrisico
- Systeem met vrijstellingen
- Ondernemer A brengt Xa in rekening aan B en voldoet Xa aan fiscus (10)
- Ondernemer B brengt 0 in rekening aan C en voldoet 0 want vrijstelling (0)
- Ondernemer C brengt Xc in rekening aan consument en voldoet Xc (30)
- Inbreuk op juridische neutraliteit door vrijstelling in keten
- Paradox van de BTW is hogere belasting door vrijstelling: change breaking effect
- Xc is lager dan gefractioneerde betalingen binnen de keten
- Want 30 is lager dan gefractioneerde betalingen van 10 en 30
- Oorzaak is dat B Xa niet kan aftrekken en C geen aftrek Xb heeft
- Systeem met een verlaagd tarief
- Ondernemer A brengt Xa in rekening aan B en voldoet Xa aan fiscus (10)
- Ondernemer B brengt Xb in rekening aan C en voldoet Xb - Xa (20-10: 10)
- Ondernemer C brengt Xc in rekening aan consument en voldoet Xc - Xb (15-20: -5)
- Juridische neutraliteit
- BTW consument van 15 is evenredig aan gefractioneerde 10 + 10 - 5
- Inhaaleffect: het algemene tarief wordt ingehaald door laatste schakel
- Breuk met BTW systeem door aftrek voorbelasting
- Kenmerken
- Rechtvaardiging: het is economisch gezien efficiënt en niet lastig
- Algemene verbruiksbelasting: ALLE consumptie van consument wordt getroffen
- Indirecte verbruiksbelasting: heffing bij ondernemers die verbruik mogelijk maken
- Externe neutraliteit: heffen bij invoer en ontheffing bij uitvoer
- Economische neutraliteit: geldt voor iedereen dus geen concurrentieverstoring
- Objectief: ieder gelijk
- Fiscale illusie: onbekendheid hoeveel BTW jaarlijks wordt betaald
- Theorie
- Objectieve vrijstellingen: object (prestatie) wordt vrijgesteld
- Geen subjectieve vrijstelling want verstoring concurrentie dus neutraliteit
- Subjectieve maatstaf: werkelijke consumptieve uitgaven worden belast
- Geen objectieve maatstaf want maatstaf wordt niet zakelijk gemaakt
- Objectieve als te lage waarde wegens vrijstelling pro rata of geen aftrek
- VAT gap: verschil theoretische- en werkelijke BTW opbrengst (misbruik en innen)
- Uniebegrippen: harmonisatie EU voor fiscale neutraliteit dus concurrentie
, - Europese harmonisatie
- Wet OB is gebaseerd op BTW richtlijn artikel 288 VWEU en 414 RL
- Richtlijn is gericht tot lidstaten en heeft bindende kracht tav het resultaat
- Richtlijnconforme uitleg van de wet dus kameleon effect
- Nijmeegse vierdaagse > sportbeoefening is accommodatie (openbare weg)
- Vluchtelingenwerk > ondernemer in wet is hetzelfde als in richtlijn
- Rechtstreekse werking: beroep op richtlijn door burger als wet apert strijdig
- Omzettingstermijn verstreken of niet juist omgezet door lidstaat
- Hof van Justitie
- Prejudiciële vragen 267 VWEU
- Plicht hoogste nationale rechter en lagere rechter mogen
- Cilfit > mag niet bij Acte Clair (duidelijk) en Acte Eclaire (eerder)
- Inbreukprocedures 258 VWEU
- Door EU commissie tegen lidstaat bij niet naleven EU wetgeving
- Belang OB: harmoniseren wegens interne markt EU / EU-bijdrage obv OB
- Belastbare feiten 1 OB
- Sub a: levering van goederen en diensten
- Sub b: intracommunautaire verwervingen van goederen
- Vanuit EU-staat
- Drempel voor vrijgestelde ondernemers van 10.000 in 1a lid 2 OB (2 jr)
- Sub c: intracommunautaire verwervingen van nieuwe vervoermiddelen
- Vanuit EU-staat / ook door consumenten !
- Sub d: invoer van goederen
- Vanuit derde-staat
- Belastingplichtige ondernemer 7 OB jo. 9 RL (WIE)
- Ieder (OB)
- Personen / stichting / coöperatie / BV / NV / buitenlandse RP / geen RP
- Samenwerkingsverband: bij duurzame samenwerking en als één optreden
- Heerma > vennoot, maat of houder aan eigen presteert dan ondernemer !
- Die zelfstandig (OB)
- Niet werknemer in loondienst 10 RL dus voor eigen rekening en risico
- Wel notaris / commissaris / toezichthouder maar Steen > niet DGA
- Een economische activiteit
- Rompelman > OF intentie economische activiteit met objectieve factoren
- Aanvang vanaf eerste investeringshandelingen
- Fini > Einde bij de laatste afwikkelingshandeling dus einde huur-ovk
- Altijd gescheiden privé- en ondernemingsvermogen !
- Dus BV ondernemer voor verhuur OG maar niet houden effecten
- Bedrijf en beroep
- Streven naar opbrengst maar hoeft geen winststreven
- HongKong > geen opbrengst bij gratis prestaties dus geen 7 OB
- Professionele bezigheid dus op markt opereren
- Niet zuivere hobby of normaal vermogensbeheer
- Regelmaat